Direct naar artikelinhoud
NieuwsOnderwijs

Het is van levensbelang, maar leerkrachten in spe zijn onvoldoende voorbereid om kinderen te leren lezen

Leren lezen op een school in Gent.Beeld Wannes Nimmegeers

Toekomstige leerkrachten leren onvoldoende hoe ze hun leerlingen moeten leren lezen. Dat zegt de Taalraad na een doorlichting van Vlaamse en Nederlandse opleidingen.

“De bel kan niet luid genoeg klinken.” Met die woorden sluit de Taalraad haar persbericht over haar nieuwe rapport af. De conclusie van dat rapport is tenslotte dat lerarenopleidingen er ondanks goede bedoelingen nog onvoldoende in slagen om leerkrachten in spe goede methodes aan te leren om kinderen te leren lezen.

Dat is opmerkelijk, aangezien verschillende instanties nu al jaren op dezelfde nagel kloppen: het leesonderwijs in Vlaanderen moet beter. De Taalraad werd in 2018 opgericht, net om de prestaties van Vlaamse en Nederlandse leerlingen in begrijpend lezen te verbeteren. Aanleiding was het ontnuchterende PIRLS-onderzoek uit 2016: de prestaties van Vlaamse tienjarigen (het vierde leerjaar) waren niet alleen minder goed dan bij het vorige onderzoek, het algemene niveau was intussen ronduit slecht.

“Terwijl begrijpend lezen zo belangrijk is”, zegt Heleen Rijckaert, beleidsadviseur van het algemeen secretariaat van de Taalunie en auteur van het rapport. “Als je niet goed kan lezen, kan je niet functioneren in de maatschappij of zelf kritisch informatie verzamelen en onderscheiden van misinformatie. Daarvoor is goed begrijpend lezen dé cruciale vaardigheid.” Om een idee te geven: in 2018 bleek dat 16 procent van de leerlingen aan het einde van het zesde leerjaar de minimumdoelstellingen voor begrijpend lezen niet haalde. Vrij vertaald slaagt bijna twee op de tien leerlingen er dus niet in een simpele brief van de gemeente te verstaan.

Goede praktijken

Meteen kwamen heel wat initiatieven op gang: de Nederlandse en Vlaamse overheid wisselden goede praktijken uit en wetenschappers stelden verschillende handleidingen op met de laatste wetenschappelijke inzichten. De slinger was de laatste jaren misschien iets te vaak doorgeslagen naar puur focussen op leesplezier. “Aan het begin van mijn carrière werd er inderdaad meer nadruk op het puur technische lezen gelegd”, zegt Caroline Van Hoedenaghe (45), die al 25 jaar voor de klas staat in de basisschool Sint-Amands in Borchtlombeek. Zelf is ze er ook van overtuigd dat plezier cruciaal is. “Pas wanneer een kind graag leest, zal het ook blijven lezen.”

Klopt, zeiden wetenschappers, maar beide zijn even belangrijk. “Je zal pas graag lezen als je het ook kan”, zegt Rijckaert. Die boodschap - zet in op alles tegelijk - vormde de kern van alle wetenschappelijk aanbevelingen aan scholen.

Overvol curriculum

“Na die aanbevelingen vroegen wij ons af hoe het zat in de lerarenopleidingen”, zegt Rijckaert. Dus deed de Taalraad diepte-interviews met docenten uit vijftien Nederlandse en Vlaamse lerarenopleidingen. In ons land spraken de onderzoekers met de Arteveldehogeschool, Odisee Hogeschool, PXL Hogeschool en UC Leuven-Limburg.

“We voelen een enorme bereidwilligheid en passie bij de docenten om hiermee aan de slag te gaan”, zegt Rijckaert. “Alle docenten willen niet liever dan hierop inzetten. Maar het lukt niet altijd.” Docenten komen niet alleen tijd en handen tekort om alles te onderwijzen, ze klagen ook over een overvol curriculum. “We moeten inderdaad heel wat leerstof geven aan toekomstige leerkrachten in drie jaar tijd”, zegt Ans Hubert, lector taal (PXL). Is leren lezen echter niet essentieel? “Vraag hetzelfde aan een lector wereldoriëntatie of wiskunde en ook zij zullen hetzelfde vragen: meer tijd om hun vak te kunnen doceren”, denkt Hubert.

Slinger

Problematischer is dat wetenschappelijke inzichten volgens de Taalraad nog onvoldoende zijn doorgedrongen in alle opleidingen. “De slinger slaat ook nog vaak door richting leesplezier, waardoor de effectieve didactiek bij sommige opleidingen enigszins in de schaduw staat”, klinkt het in het rapport.

“Dat verbaast me toch een beetje”, zegt Elke Van Nieuwenhuyze, docent communicatieve vaardigheden en taalvaardigheid (Odisee). “Samen met een collega probeer ik echt aan de slag te gaan met zo’n effectieve leesdidactiek: we werken bijvoorbeeld met de aanbevelingen van de Taalraad. Zo zijn we samen met studenten bijvoorbeeld op zoek gegaan naar ‘rijkere’ teksten. We vragen hen net wat die teksten rijker maakt om mee aan de slag te gaan. Kortom: dan heb je het dus over leesvaardigheden. We houden het niet bij puur leesplezier ‘omdat lezen in een knus hoekje leuker is’.”

Doorsijpelen

Eigenlijk toont het rapport vooral dat de inzichten over effectief leesonderwijs nog volop aan het doordringen zijn in het Vlaamse onderwijs. “En dat is een traag proces”, zegt Rijckaert.

Ook Lieve Van der Perre (55) van Sint-Amands erkent dat. “Enkele jaren geleden merkten we bij testen dat het niveau begrijpend lezen gedaald was bij onze leerlingen”, zegt de zorgleerkracht. “Daarom zijn we sterk gaan inzetten op het technisch lezen in het eerste jaar: dat is een voorwaarde om later tot begrijpend lezen te kunnen komen.” Van der Perre trok naar verschillende studiedagen, veranderde uiteindelijk de methode die de school gebruikt en probeert die nu diets te maken aan haar collega’s. Dat is niet altijd simpel. “Leerkrachten zijn vaak nogal gehecht aan de methode die ze zelf kenden”, zegt Van der Perre. “Je kan zeggen dat de theorie er is, maar we dat nu nog moeten omzetten naar de praktijk. We zijn ermee bezig, maar dat vraagt tijd.”