Saoedische minister van Financiën: “Klimaatbeleid kan energiecrisis nog erger maken”

Mohammed al-Jadaan, de minister van Financiën van Saoedi-Arabië, meent dat er een “nog ergere” energiecrisis kan ontstaan als de wereld niet voorzichtig is met haar klimaatbeleid.

Waarom is dit belangrijk?

Saoedi-Arabië heeft met 297,7 miljard vaten de grootste oliereserves ter wereld na Venezuela. Als één van de grootste energiespelers ter wereld, zou het koninkrijk dus ook een protagonist moeten zijn in de groene transitie. Het probeert nu zijn economie te diversifiëren door minder afhankelijk te worden van koolwaterstoffen (afkomstig van fossiele, ruwe olie die uit de aarde wordt gehaald). Niettemin komt het grootste deel van zijn inkomsten nog steeds uit olie.

“Als we niet voorzichtig zijn met wat we doen om onze doelstellingen te bereiken, kunnen we uiteindelijk (een) zeer ernstige energiecrisis krijgen zoals we nu zien, en het zou in de toekomst nog erger kunnen zijn,” zegt Mohammed al-Jadaan. Hij merkte, in een interview met de Amerikaanse zakenzender CNBC, op dat het klimaatbeleid “zeer belangrijk” is. Maar tegen welke prijs?, voegde hij daar net niet aan toe.

De gasprijzen in Europa en elders zijn de hoogte in geschoten als gevolg van een aantal factoren, waaronder de toegenomen vraag, de lage voorraden en het gebrek aan windkrachtcentrales.

Opvangen en recycleren van koolstof

Al-Jadaan zei dat hij graag ontwikkelingen zou zien in nieuwe technologieën voor het opvangen, hergebruiken en recyclen van koolstof, naast investeringen in hernieuwbare energiebronnen.

Koolstofafvang verwijst naar technologie die koolstofdioxide opvangt, hetzij uit de atmosfeer, hetzij wanneer het wordt uitgestoten, zoals bij de verbranding van fossiele brandstoffen voor energie. Sommigen zien het als een veelbelovende manier om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, hoewel niet iedereen het daarmee eens is.

“Ik denk dat we zowel op het gebied van klimaatverandering als energiezekerheid een stuk veiliger zijn als de juiste balans wordt gevonden”, zei al-Jadaan. Er zou in zijn land niet echt sprake zijn van een energietransitie, maar veeleer van de schepping van een duurzame sector bovenop die van de fossiele energiebronnen.

Zorgen over de olieprijs

De prijs van Brent en Amerikaanse ruwe olie zijn dit jaar beide met meer dan 65 procent gestegen en schommelen rond de hoogste niveaus in meerdere jaren.

Al-Jadaan zei dat het koninkrijk de olieprijzen niet te hoog of te laag wil.

“Ik wil geen te lage prijs, die dan investeringen zal verlammen en een ernstige energiecrisis zal veroorzaken,” klonk het. Hij voegde eraan toe dat “onbedoelde gevolgen” van het beleid dat gericht is op hernieuwbare energiebronnen in plaatsen zoals Europa, ertoe hebben bijgedragen dat de gasprijzen de pan uit rijzen.

Een claim die overigens wordt tegengesproken door de uitvoerend directeur van het Internationaal Energieagentschap (IEA), Fatih Birol: “De recente stijgingen van de aardgasprijzen zijn het gevolg van meerdere factoren en het is onjuist en misleidend om de verantwoordelijkheid te leggen bij de overgang naar schone energie.”

Een “evenwichtige” olieprijs is een prijs die goed is voor producenten en hen in staat stelt te blijven investeren in het aanbod, maar die het herstel van de wereld na een “zeer verwoestende Covid-19-crisis” niet doet ontsporen, zei hij.

Inflatie, niet stagflatie

Los daarvan zei al-Jadaan ook dat hij zich zorgen maakt over inflatie, maar niet over stagflatie.

Econoom Stephen Roach heeft gewaarschuwd dat energieprijspieken de toeleveringsketen van China kunnen aantasten en kunnen leiden tot stagflatie – waarbij de prijzen stijgen, maar de economische groei vertraagt – in de VS en daarbuiten.

“Ik maak me een beetje zorgen over inflatie, en vooral op gebieden waar het betrekking heeft op energie,” zei al-Jadaan.

Hij zei dat de energieprijsstijgingen nauwlettend in de gaten moeten worden gehouden, en “dat mensen zich moeten afvragen wat we hebben gedaan om dit tekort te veroorzaken, en het proberen te corrigeren”.

Hij voegde er echter aan toe dat de problemen waarschijnlijk niet van lange duur zullen zijn en binnen een tot twee jaar kunnen worden opgelost.

(bzg)

Meer