Beestenboel: de majestueuze kraanvogel broedt weer in Vlaanderen

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De majestueuze kraanvogel broedt weer in Vlaanderen.

Het was een heuglijke dag voor het Vlaamse natuurbehoud: op 30 april 2021 werden in de Limburgse Vallei van de Zwarte Beek voor het eerst sinds lang twee kraanvogelkuikens geboren in ons land. De ouders brachten de diertjes succesvol groot, mede dankzij een ‘kraanvogelwacht’ van natuurbeschermers die moest voorkomen dat ze verstoord werden. Op 26 augustus kwam het verlossende bericht dat de jongen met hun ouders aan het rondvliegen waren. Zoals de meeste kraanvogels zullen ze waarschijnlijk naar een wintergebied in Zuid-Spanje trekken.

Wereldwijd zijn er naar schatting 600.000 Europese kraanvogels, waarvan het overgrote deel in moerassen in Rusland en Scandinavië broedt. De helft overwintert op het Iberisch schiereiland, waar ze bijna uitsluitend teren op eikels. Veel vogels leggen elk jaar twee keer 4000 kilometer af tussen broed- en wintergebieden, met een snelheid van 50 à 90 kilometer per uur, afhankelijk van de wind. Onderweg maken ze enkele tussenstops op vaste plaatsen, vooral in Duitsland en Frankrijk, waar ze oogstresten van mais en aardappelen op velden verorberen om krachten op te doen. De kraanvogeltrek is een waar spektakel. Er zijn herfstdagen waarop duizenden vogels met hun indrukwekkende vleugelspanwijdte van twee meter in lange V-linies luid roepend bij ons overvliegen.

Kraanvogelkoppels dansen elk jaar opnieuw met elkaar alsof het de eerste keer is.

Het is niet bekend wanneer de kraanvogel als broedvogel uit Vlaanderen verdween. Historische documenten wijzen uit dat hij in de middeleeuwen algemeen moet zijn geweest. In en om Gent golden ‘speciale verplichtingen’ voor landpachters: ze moesten elk jaar een bijna volwassen kraanvogel afleveren aan het Gravensteen – de dieren belandden waarschijnlijk in de keuken van de grondeigenaars. Er zijn indicaties dat de kraanvogel in de middeleeuwen in Nederland talrijker was dan de nu alomtegenwoordige blauwe reiger. De laatste broedgevallen werden er in het begin van de achttiende eeuw geregistreerd.

In Nederland werd al in 2001 een eerste kraanvogelbroedpaar ontdekt. Tegen 2019 waren er 35 broedparen, verspreid over het land. Niet zelden strijkt een (meestal jong) koppel in een geschikt nieuw gebied neer, maar duurt het een paar jaren voor hun broedpogingen succesvol zijn. Ze moeten wennen aan hun nieuwe leefomgeving. Ook in de Zwarte Beekvallei was er in 2020 al een broedpoging. Kraanvogelkoppels hebben de neiging hun leven lang samen te blijven, wat niet belet dat ze elke lente bij het begin van het broedseizoen enthousiast met elkaar dansen alsof het de eerste keer is. Zo houden ze hun relatie fris en uitdagend. De jongen van het vorige seizoen blijven dikwijls bij de ouders, tot die opnieuw beginnen te broeden. Het leven van grote dieren is soms zo complex dat een extra ‘leerjaar’ het verschil tussen succes en mislukking kan betekenen.

Een kraanvogel heeft nattigheid in zijn broedgebieden nodig. Zo is hij beschermd tegen predatoren, want hij nestelt op de grond. Naast onverbiddelijke jacht zal de grote drooglegging van natuur een rol hebben gespeeld in zijn historische verdwijning uit onze contreien. Nu er aandacht is voor het restaureren van natte natuur komt de kraanvogel weer meer aan zijn trekken. Hopelijk gooit de toenemende droogteproblematiek geen roet in het eten.

Beestenboel: de kraanvogel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content