Verwendung weltweit

Amnesty International sluit haar kantoren in Hongkong

De mensenrechtenorganisatie Amnesty International heeft aangekondigd om tegen eind dit jaar beide kantoren in Hongkong te sluiten. Dat is een gevolg van de Nationale Veiligheidswet die China vorig zomer heeft opgelegd aan Hongkong, waardoor elke vorm van kritiek tegen de Chinese regering mogelijk als strafbaar kan worden beschouwd. 

Amnesty International schroeft alle activiteiten in Hongkong drastisch terug. Op 31 oktober gaat het lokale kantoor in Hongkong dicht, tegen eind december volgt het hoofdkantoor voor de regio Zuidoost-Azië en de Stille Oceaan. De activiteiten zullen worden overgebracht naar de andere kantoren van de organisatie in de Aziatische regio.

"Dit besluit, dat met pijn in het hart is genomen, is ingegeven door de Nationale Veiligheidswet van Hongkong. Die maakt het voor mensenrechtenorganisaties in Hongkong feitelijk onmogelijk om vrij en zonder angst voor ernstige represailles van de regering te werken", zo meldt Anjhula Mya Singh Bais, de voorzitter van de raad van bestuur van Amnesty.

40 jaar actief in Hongkong

Het nieuws van de terugtrekking van Amnesty is een zware klap voor burgeractivisten in Hongkong. De stad is decennialang een ideale regionale basis geweest voor internationale organisaties. Amnesty was er maar liefst 40 jaar actief. Maar de recente aanvallen op lokale mensenrechten- en vakbondsgroepen maken de situatie onhoudbaar.

“De Chinese autoriteiten willen kritische geluiden zoveel mogelijk de mond snoeren”, zo klinkt het bij Amnesty.  “Het wordt voor ons steeds moeilijker om in zo'n onstabiele omgeving te blijven opereren."

Amnesty kan terugblikken op enkele belangrijke successen in Hongkong. Zo werd er in 1993 na een hevige campagne de doodstraf afgeschaft, terwijl die in China vandaag nog steeds bestaat. In 2019 slaagde de mensenrechtenorganisatie erin om bewijzen te verzamelen van buitensporig geweld door de politie, tijdens de massaprotesten van 2019.

Oppositie monddood

De Nationale Veiligheidswet, opgelegd door de Chinese centrale regering in Peking, werd op 30 juni 2020 uitgevaardigd en kwam er na de massale protesten van 2019 in Hongkong. Hiermee wil Peking de inwoners van Hongkong in de pas laten lopen, en zeker niet laten evolueren in de richting van meer democratie, zoals veel Hongkongers hadden gehoopt. 

De wet is gericht tegen vermeende daden van "afscheiding", "ondermijning van de staatsmacht", "terroristische activiteiten" en "samenspanning met buitenlandse of externe krachten om de nationale veiligheid in gevaar te brengen".

Volgens Amnesty is de brede en vaag geformuleerde definitie van "nationale veiligheid" voor het bestuur in Hongkong (en dus ook van Peking) een voorwendsel om mensenrechten zoals vrijheid van meningsuiting en recht op vergadering en vereniging in te perken. Zowel dissidenten als politieke oppositie worden met de wet in praktijk onderdrukt. 

Peking wrijft zich in de handen

Amnesty International ontkent dat het de inwoners van Hongkong aan hun lot wil overlaten. "Er liggen moeilijke dagen in het verschiet voor de mensenrechten in Hongkong,” zegt secretaris-generaal van Amnesty Agnes Callamard. “Maar we zullen aan de zijde van de bevolking van Hongkong blijven staan.  We zullen vechten voor de eerbiediging van hun rechten en we zullen waakzaam zijn in ons onderzoek naar degenen die deze rechten misbruiken.” 

De Chinese regering in Peking kan zich intussen in de handen wrijven, want de Nationale Veiligheidswet lijkt zijn effect niet te missen. Sinds de wet van kracht is, zijn de meeste dissidente stemmen ofwel opgepakt, ofwel gevlucht. Al zeker 35 groeperingen zijn ontbonden, waaronder enkele van de grootste vakbonden en activistische groepen van de stad. Ook de kritische krant Apple Daily heeft intussen noodgedwongen de deuren moeten sluiten in Hongkong.

Meest gelezen