Federale ministerraad keurt nieuwe spreidingsplan militaire kwartieren goed

. © Belga

Het Belgische leger zal de komende jaren geen kazernes sluiten, behalve de vijf waarvan het lot reeds bij vroegere herstructureringen bezegeld werd. Wel zullen er nieuwe ‘Kwartieren van de Toekomst’ worden gebouwd in Charleroi en in de provincie Oost-Vlaanderen. De ministerraad heeft dat nieuwe kwartierplan van Defensie vrijdag goedgekeurd, zo maken bevoegd minister Ludivine Dedonder en Chef Defensie Michel Hofman maandag bekend.

Al in het regeerakkoord en in de politieke oriëntatienota van Dedonder werd aangekondigd dat de regionale spreiding van de kwartieren van Defensie zou worden geoptimaliseerd. Daarmee moet ingespeeld worden op de inlijving van nieuwe rekruten. ‘Met het nieuwe kwartierplan maakt Defensie nu concreet werk van een betere geografische verdeling en samenstelling van haar kwartieren, met een bredere waaier aan functies in hun schoot of in de nabijheid ervan’, schrijven Dedonder en Hofman maandag in een bericht aan alle personeelsleden van het departement.

Ze bevestigen erin de volledige sluiting van het kwartier in Sint-Kruis (Brugge), dat door de marine wordt gebruikt, vanaf 2025. Nog drie andere kazernes zullen op termijn worden verlaten door Defensie. Het gaat om Ieper, Bastenaken en Koksijde. Wat die laatste basis betreft, zullen alle activiteiten die met de vier NH90-helikopters te maken hebben, verhuizen naar de luchthaven van Oostende. Op het heliplatform in Koksijde zullen nog wel beperkte trainingsactiviteiten blijven gebeuren, maar zonder permanente personeelsaanwezigheid. De site Saint-Laurent in Luik wordt eind dit jaar verkocht, maar de militaire aanwezigheid zal daar wel behouden blijven. Met name het Provinciecommando, het informatiecentrum en de aanwezige crèche houden de deuren open.

In Charleroi en in de provincie Oost-Vlaanderen – op een nog te bepalen locatie – komen dus twee Kwartieren van de Toekomst. ‘Deze zullen ons toelaten onze plaats in de lokale sociaaleconomische structuur te versterken en nieuwe samenwerkingen op het gebied van human resources en Onderzoek & Ontwikkeling met de in de regio gevestigde civiele actoren te genereren’, schrijven Dedonder en Hofman.

Partner Content