Onze bedrijven wacht een extra loonfactuur van 6,6 miljard

De stijgende grondstoffen- en energieprijzen vertalen zich via de automatische loonindexering in sterker dan verwachte loonstijgingen. Voor 2021-2022 loopt die factuur voor de bedrijven op tot 6,6 miljard. 

De inflatie klom de voorbije maanden snel hoger. Van nog amper 0,3 procent versnelde de totale inflatie tot 2,9 procent in september. En de komende maanden zal die inflatie nog hoger oplopen. Volgens de recentste vooruitzichten van het Planbureau klimt de inflatie naar 4,4 procent begin volgend jaar, wat het hoogste niveau zou zijn sinds 2008. Sinds het opstellen van die vooruitzichten zijn o.m. de olie- en de gasprijzen nog stevig gestegen, wat laat vermoeden dat de inflatievooruitzichten nog opwaarts bijgesteld zullen worden. Terwijl er heel wat aandacht gaat naar hoe gezinnen omgaan met de gestegen levensduurte, wordt de impact van die laatste vooral doorgeschoven naar de bedrijven. Via de automatische loonindexering worden loontrekkenden immers gecompenseerd voor de inflatie (dat is trouwens ook het geval voor uitkeringen en ambtenarenlonen). 

De gezondheidsindex, die gebruikt wordt voor de loonindexering, kwam in september uit op 2,3 procent. In het spoor van de totale inflatie zal ook de stijging van de gezondheidsindex de komende maanden verder versnellen. Volgens de jongste ramingen komt de stijging van de gezondheidsindex voor 2021-2022 uit op 4,4 procent (en ook die raming zal meer dan waarschijnlijk nog opwaarts bijgesteld worden). Die 4,4 procent vormt de basis voor de automatische loonindexering in 2021-2022. Hoe snel die indexering doorkomt, hangt af van het specifieke indexeringsmechanisme dat kan variëren per sector (onmiddellijke indexering, indexering op vaste tijdstippen in het jaar, indexering via de spilindex, …). Op de meeste van die mechanismen zit wat vertraging waardoor de effectieve indexering iets lager zal uitvallen dan de stijging van de gezondheidsindex. Maar op basis van de huidige ramingen komt de indexering voor 2021-2022 allicht uit in de buurt van 4 procent. Voor de totale loonstijging komt daar nog de reële loonstijging van 0,4 procent en een eventuele coronapremie bovenop. 

De totale loonstijging voor 2021-2022 ligt dus op schema voor 4,4 procent, en dat is allicht nog een voorzichtige raming. Op een totale loonmassa van zo’n 150 miljard euro in de private sector betekent dat een extra factuur voor de Belgische bedrijven van 6,6 miljard. Cruciaal daarbij is dat het merendeel van de bedrijven de kostenstijging niet of maar gedeeltelijk kan doorrekenen in hun verkoopprijzen. Daarnaast is er in andere landen geen systeem van automatische loonindexering zodat de loonstijgingen daar allicht lager zullen uitvallen. Op die manier is er een reëel risico dat we via de indexering de concurrentiepositie van onze bedrijven ondermijnen. 


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten

Meer