Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVirusbank

In Leuven staat een prestigieuze virusbank: ‘Maar nergens in het land ben je veiliger tegen besmetting’

In Leuven staat een prestigieuze virusbank: ‘Maar nergens in het land ben je veiliger tegen besmetting’
Beeld Wouter Van Vooren

Zoals Noorwegen in Spitsbergen een wereldzadenbank heeft, krijgt ons land straks in Leuven een virusbank als mondiale referentie. ‘Maar dit wordt niet zomaar een postzegelverzameling van virussen’, zegt professor en mede-initiatiefnemer Johan Neyts.

Twee personen van kop tot teen gehuld in een blauw pak lopen door de gang, handschoenen aan, een FFP3-masker op de mond. Het enige stukje zichtbare huid zit achter hun transparante veiligheidsbril. Ze lopen door de hoogst beveiligde afdeling van het Rega-instituut aan de KU Leuven, onder toezicht van viroloog Johan Neyts. Het is daar waar het onderzoek naar het coronavirus gebeurt, maar ook naar andere extreem besmettelijke virussen: van de ontwikkeling van vaccins tot onderzoek naar antivirale middelen.

De voorschriften zijn strikt. Zonder badge en een persoonlijke code kom je er niet in. Alle kleren moeten uit, op het ondergoed na, steriele veiligheidskledij aan. Je geraakt pas binnen via een hermetisch sas. Vervolgens is in elke ruimte die je verder binnenstapt de luchtdruk een tikje lager gemaakt. De reden: zo kan er nooit iets naar buiten waaien, de ‘tocht’ gaat automatisch de andere richting uit. Elk virusdeeltje moet absoluut binnenblijven. Een gigantisch buizennetwerk en tientallen machines die de lucht rondpompen, maken dat mogelijk. De installatie neemt de volledige verdieping boven de labs in.

In 2017 werd deze hoogtechnologische afdeling opgeleverd, bestemd voor onderzoek op internationaal topniveau. “Net op tijd voor de pandemie”, zegt Neyts. Nu is het tijd voor een nieuwe stap: de uitbouw van een virusbank. Zoals de Noorse overheid in Spitsbergen halfweg de jaren 2000 een zadenbank heeft gecreëerd, moet het Rega-instituut een wereldwijd referentiepunt voor virussen worden. “Maar voor alle duidelijkheid: dit wordt niet zomaar een postzegelverzameling”, zegt Neyts. “Waarbij je zo nu en dan een virus uit de vriezer haalt om het even te bewonderen.”

Neyts is samen met Peter Piot en Patrick Chaltin de trekker van dit project. Een team met internationale faam. Piot, die in de jaren 70 het ebolavirus ontdekte en later onder meer UNAIDS leidde, is al decennia een wereldautoriteit in de virologie. Sinds kort is hij verbonden aan het Rega-instituut, als gastprofessor. “Deze instelling is een van de redenen waarom ik het afgelopen jaar vanuit Londen naar België verhuisde”, zegt hij. 

Viroloog Johan Neyts is een van de initiatiefnemers van de virusbank in het Rega-instituut van het UZ Gasthuisberg in Leuven.Beeld Wouter Van Vooren

Neyts bevestigde onlangs nog zijn status als toponderzoeker met de ontwikkeling van het eerste antivirale middel tegen dengue, een ziekte waar jaarlijks nog steeds 96 miljoen mensen aan lijden. Chaltin leidt op zijn beurt het Centre for Drug Design en Discovery CD3, het gerespecteerde onderzoekscentrum naar nieuwe medicijnen aan de KU Leuven. 

Wat zijn juist de plannen? 

Het Rega-instituut beschikt al over een grote collectie virussen en virusstammen. Negentien manshoge vrieskasten, waarvan er elf op de hoogst beveiligde afdeling staan, zijn gevuld met duizenden en duizenden kleine buisjes. Daarin worden de stalen bij min 80 graden bewaard. Die verzameling zal verder worden uitgebreid. Maar dat is niet voldoende, zo oordelen de onderzoekers. 

“Bij het onderzoek naar de dengueremmers hadden we bij het begin van het programma uitstekende resultaten met virusvarianten uit het labo”, vertelt Neyts. “Alleen bleek ons middel onvoldoende te werken tegen virussen uit de echte wereld.” Virussen bestaan in talloze varianten en muteren vaak zeer snel. Het is daarom belangrijk verder te kijken dan wat je in de vriezer hebt zitten. Bovendien: veel virussen zijn niet eens wetenschappelijk beschreven. “Naar schatting zijn er zo’n 10.000 virussen potentieel schadelijk voor de mens”, zegt Piot. “We staan nog maar aan het prille begin van onze kennis.”

Vandaar het belang om snel nieuwe virusvarianten in een gecontroleerde omgeving te kunnen opkweken. Dat blijkt niet altijd even evident. Bij het norovirus, dat hevige diarree en braken veroorzaakt, lukte dat bijvoorbeeld niet via de klassieke wegen. Het team van Neyts ontwikkelde daarom een techniek waarbij het virus in de larven van zebravisjes wordt geïnjecteerd. Daar lukt het wel, met een bijkomend voordeel: de kleine aquariumvissen zijn transparant. Door de virussen zo te manipuleren dat ze een felle fluorescente kleur krijgen, is de vermenigvuldiging en verspreiding in deze miniproefdiertjes heel eenvoudig onder de microscoop te volgen. Het is dat soort revolutionaire technieken dat de wetenschappers eveneens via de virusbank breder willen toepassen en ter beschikking stellen.

Johan Neyts.Beeld Wouter Van Vooren

Maar daar eindigt het niet. Zo zal CD3 een verzameling aanleggen van de actieve bestanddelen van alle mogelijke medicijnen, ook als ze nog in ontwikkeling zijn of zelfs nooit een finale goedkeuring hebben gekregen. In totaal gaat het om ongeveer 15.000 stoffen. Als er een nieuw virus opduikt, kan zo snel en op grote schaal de werkzaamheid van alle mogelijke stoffen getest worden. 

Bij de uitbraak van het coronapandemie in 2020 werd nog aan besmette mensen hydroxychloroquine toegediend als mogelijk geneesmiddel, terwijl dat later nutteloos en zelfs schadelijk bleek. Dat soort van gevaarlijke experimenten moet via deze weg overbodig worden. “Die hele toolbox die we erbij creëren, is eigenlijk belangrijker dan de virusverzameling op zich”, zegt Chaltin. 

Strategische investeringen

Het project van de virusbank kan van start gaan dankzij de 20 miljoen euro die de federale regering heeft vrijgemaakt als eenmalige investering (DM 16/10). Het doel is om heel snel te kunnen reageren als er een nieuwe pandemie dreigt uit te breken, maar tegelijk ook het onderzoek te stimuleren naar bekende virussen waartegen nog geen pil of vaccin bestaan. De ultieme ambitie is om medicatie voor telkens een hele familie aan virussen te ontwikkelen.

Strategische investeringen
Beeld Wouter Van Vooren

Hoewel de coronacrisis ontegensprekelijk het project in een stroomversnelling bracht, komt het niet uit de lucht vallen. In 2018, in tempore non suspecto, maakte een virusbank al deel uit van het ‘nationale pact van strategische investeringen’ dat toenmalig premier Charles Michel (MR) op poten wilden zetten. Experts als Neyts en Piot waarschuwen al vele jaren voor de uitbraak van een pandemie. 

De aanzet onder Michel bleef dode letter, mede door de val van de regering eind 2018. Toch duikt het concept van virusbank opnieuw op in het regeerakkoord in september 2020. “Toen we daarover lazen in de krant, hebben we meteen de bevoegde kabinetten gecontacteerd en een investeringsplan opgesteld”, zegt Neyts. Het project kwam net te laat om in aanmerking te komen voor de Europese fondsen die al in april verdeeld waren, maar werd deze maand in het federale investeringsplan opgevist.

Met de 20 miljoen euro willen de onderzoekers niet enkel nieuwe virusstalen binnenhalen, er zal ook geïnvesteerd worden in nieuwe vriezers en hoogtechnologische laboratoriumuitrusting. Een hele verdieping in een nieuw gebouw, even verderop in het Leuvense wetenschapspark, zal extra aan de virusbank toegevoegd worden. Op die plek zal onderzoek naar minder besmettelijke virusvarianten gebeuren. Tegelijk wordt een twintigtal extra voltijdse krachten aangenomen. Met dit geld is de werking voor een drietal jaren verzekerd.

Strategische investeringen
Beeld Wouter Van Vooren

“Dit is een noodzakelijke eerste opstap”, zegt Julien Brabants, oud-topman bij farmareus GSK. Hij zat in 2018 in het comité dat de regering-Michel adviseerde over de investeringen in de medische en farmaceutische sector. Hij legde toen het idee van de virusbank op tafel. Afgelopen jaar hielp hij achter de schermen mee de plannen verder uit te werken. Voor de investeringsaanpak kwam de inspiratie uit Noorwegen. “Bij de zadenbank investeerde de staat zo’n 5 à 10 miljoen euro voor een internationale doorstart. Sindsdien draaien ze op een budget van 30 à 40 miljoen euro per jaar, via Europees geld, privé-investeerders en publiek-private samenwerkingen. De nationale overheid legt niets meer in. Die weg moeten we ook op gaan.” 

Strategische investeringen
Beeld Wouter Van Vooren

Health and biotech valley

Het team van Neyts kijkt naar grote liefdadigheidsfondsen als de Wellcome Trust of de Bill & Melinda Gates Foundation. Ook hopen ze fondsen los te weken bij de Europese Commissie. De gesprekken over de verdere financiering zijn nog pril, maar de internationale faam en adresboekje van Piot zijn belangrijke troeven. Piot was eerder senior fellow bij de Gates Foundation en adviseerde Europees Commissie-voorzitter Von der Leyen over de Europese corona-aanpak. Tegelijk zullen er volop samenwerkingsverbanden worden opgezet, zowel met andere universiteiten als met farmabedrijven. 

Het Rega-instituut heeft ervaring met dat model. Zo staat er binnen de beveiligde afdeling een volautomatisch lab waar stalen, 24 uur op 24, 7 dagen op 7, in volledig hermetische omstandigheden worden getest en geanalyseerd. Op die manier voerde het team van Neyts al twee miljoen analyses uit op zoek naar antivirale middelen tegen corona. Een deel van die analyses werd door de Gates Foundation gefinancierd. 

“De resultaten zijn bemoedigend”, zegt Neyts. Het bestanddeel dat farmaproducent Merck zal gebruiken in de medicatie tegen Covid-19 wist het team van Neyts ook te identificeren. “Maar we hebben ook nog andere stoffen op het oog.” Ook farmabedrijven of andere universiteiten kloppen aan om proeven in de infrastructuur van het Rega-instituut te laten uitvoeren.

Health and biotech valley
Beeld Wouter Van Vooren

Naast de wetenschappelijke pioniersrol kan de virusbank zo ook een economische meerwaarde hebben. “We hebben in België een rijk ecosysteem, zoals dat heet”, zegt Piot. “Er zijn niet enkel de universiteiten van topniveau, met onderzoekers als Pierre Vandamme (UAntwerpen), je hebt ook de grote farmabedrijven en de vele biotechondernemingen. Ze spelen op elkaar in en verrijken elkaar. Met dit initiatief kunnen we dat netwerk duurzaam in ons land verankeren.” 

De virusbank is daarom een van de speerpunten om van België health and biotech valley te maken, een project dat premier Alexander De Croo vandaag voorstelt samen met Europees commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Het idee: de productie is eenvoudig te verhuizen, de knowhow en expertise niet. De farmasector blijft een erg belangrijke werkgever in ons land en moet dat ook de komende decennia blijven.

Veiligheid

Hoewel de virusbank meer dan een catalogus is, blijft het idee fascineren dat straks zowat alle bekende besmettelijke virussen ondergebracht zijn in Leuven. Wat als er iets misgaat? Kan een van de duizenden virussen ontsnappen? Of wat als iemand met slechte bedoelingen het lab binnendringt? Het scenario voor een nieuwe rampenfilm is snel geschreven.

Wanneer Neyts een van de dampende vriezers opent, wordt meteen duidelijk dat een inbreker - als die al tot daar geraakt - voor een onbegonnen taak staat. Alle staaltjes zijn gecodeerd: onmogelijk om daar een virus in terug te vinden zonder voorkennis. “En daarna zou die het staal nog correct moeten opkweken”, zegt Elisabeth Heylen, die als bioveiligheidsmanager erop moet toezien dat geen enkel virusdeeltje het Rega-instituut verlaat. “Dat zou in principe ook alleen hier kunnen.”

Veiligheid
Beeld Wouter Van Vooren

Maar ook andere gevaren worden tot een absoluut minimum beperkt. Alle installaties worden permanent gemonitord. Bij de minste afwijking van luchtdruk of temperatuur gaat er een alarm af. “Zeker toen we pas begonnen, ben ik vaak ’s nachts naar hier moet rennen”, zegt Heylen. “Al een geluk dat ik in Leuven woon.” Bij een stroompanne nemen de noodgeneratoren meteen over.  

Aan alles is gedacht. Bij de afdeling die werkt aan de hoogste veiligheidsnormen wordt zelfs het afval eerst chemisch ontsmet en vervolgens tot ver boven de 100 graden verhit. Apparatuur die buiten moet, ondergaat een ontsmettende gasbehandeling die tot meer dan een halve dag kan duren. Weet ook: voorlopig is het niet de bedoeling de gevaarlijkste virussen, zoals ebola, binnen te halen en te onderzoeken, ook al zou het technisch mogelijk zijn. “Sinds de oprichting van deze afdeling is hier nog geen enkele besmetting bij ons personeel veroorzaakt”, zegt Neyts. “Ook al werken we hier elke dag met de virussen, nergens in het land ben je veiliger tegen een besmetting.”