Lage-emissiezone in Brussel leidt tot betere luchtkwaliteit en minder dieselwagens, blijkt uit onderzoek

In januari 2018 voerde de Brusselse regering een LEZ in op het volledige grondgebied. Auto's, bestelwagens en bussen onder een bepaalde euronorm (Europa legt fabrikanten normen op voor hun wagens over de uitstoot van stoffen die de lucht verontreinigen, zoals stikstof en fijn stof red.) mogen sindsdien niet meer rondrijden in het gewest, tenzij de bestuurder een dagpas van 35 euro betaalt. De grens voor toegelaten voertuigen wordt steeds strenger. Zo zal het Brusselse gewest vanaf januari 2022 verboden terrein zijn voor alle dieselauto's, -bussen en -bestelwagens met een euronorm lager of gelijk aan Euro 4. Vanaf 2030 zullen voertuigen met dieselmotoren zelfs helemaal niet meer toegelaten zijn in de LEZ.

Die strategie lijkt zijn vruchten af te werpen. Volgens de monitoring 2020 is de uitstoot van schadelijke roetdeeltjes tussen juni 2018 en oktober 2020 met 38% verminderd. Ook werd er in die periode 9% minder stikstofoxide uitgestoten door voertuigen. Volgens Leefmilieu Brussel zorgt dat voor een betere luchtkwaliteit en dus ook voor een betere levenskwaliteit in Brussel. "Roet en stikstof zorgen voor ademhalings- en hartproblemen, kunnen kanker veroorzaken en ze worden ook in verband gebracht met onder andere mentale gezondheidsproblemen", vertelt woordvoerder Sarah Hollander.

Leefmilieu Brussel ziet ook dat er steeds minder vervuilende wagens in het gewest rondrijden. "Bij de start van de LEZ in 2018 reed nog 62% van alle wagens op de Brusselse wegen op diesel. Intussen is dat nog minder dan de helft", aldus Hollander. Vooral de benzine- en hybridevoertuigen winnen aan populariteit. Het aantal elektrische wagens blijft voorlopig nog verwaarloosbaar klein. Het Brusselse Gewest vermoedt dat het dankzij de LEZ de uitstoot van stikstofoxide en roetdeeltjes met respectievelijk 66% en 86% zal kunnen laten dalen in vergelijking met begin 2018.