“We horen niks. Helemaal niks”, antwoordde burgemeester Luc Van Hove (CD&V) op de vraag van gemeenteraadslid Monique Suls (N-VA) hoe het nu zit met Huisje Regina, de vroegere onderpastorie uit 1643 naast het oud kerkhof in Pulderbos. Hoewel de gemeente de spoedprocedure aanvroeg, blijft het oorverdovend stil vanuit het kabinet van Vlaams minister voor Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA).

Jaarlijks gebeuren er schrappingen in de vastgestelde inventaris van Onroerend Erfgoed. In 2019 waren dat er nog meer dan zeshonderd. Een van de redenen is dat het gebouw onvoldoende bewaard is gebleven en niet meer restaureerbaar is. “Als ze nog lang wachten, vrees ik dat Huisje Regina ook van die lijst geschrapt zal worden”, zegt burgemeester Van Hove.

Huisje Regina staat al 35 jaar te verkrotten. Wijlen pastoor Werner Verhaegen oordeelde dat het huis te rot was om te restaureren. Met steun van de kerkfabriek, eigenaar van het pand, pleitte hij voor afbraak. Als gevolg daarvan startte een jarenlange juridische strijd. Huisje Regina, in 1643 gebouwd, werd in 1997 opgenomen in de lijst van beschermde monumenten. De kerkfabriek trok daarop naar de Raad van State. In 2007 stelde die laatste de kerkfabriek in het ongelijk.

De gemeente nam Huisje Regina in 2014 in erfpacht van de kerkfabriek, om de restauratie vlot te trekken en het subsidiedossier te behartigen. Die restauratie wordt geraamd op meer dan 500.000 euro. Op 23 december 2014 keurde het Agentschap Onroerend Erfgoed een premie goed. De kerkfabriek past de rest bij. Maar voorlopig komt de Vlaamse overheid niet met geld over de brug en kan er niets gebeuren.