DekolonisatieDekolonisatie

Congocommissie kan nu echt van start gaan

Een standbeeld van Leopold II. ©  pn

De tien experts van de Congocommissie hebben een stevig rapport klaar. Het rapport van 608 pagina’s moet het startschot zijn van het effectieve werk van de commissie.

Heleen Debeuckelaere

‘Met de publicatie van het expertenrapport van de commissie wordt een nieuwe stap gezet in de verwerking van het koloniale verleden van ons land’, zegt Wouter De Vriendt (Groen), voorzitter van de bijzondere commissie Congo en koloniaal verleden. Het rapport moet het startschot zijn van het effectieve werk van de commissie. Eerst moet de inhoud ervan nog worden gepresenteerd in het parlement. Daar wordt er over de verdere werkzaamheden beslist.

Het tienkoppige comité beschrijft in zijn dossier drie belangrijke aanbevelingen voor de verder werkzaamheden van de commissie. De commissie moet de tijd nemen: ‘Dit is een langdurig proces, dat alleen door traag vorderen nieuwe inzichten brengt.’ Vervolgens moet de commissie ook inclusief en participatief te werk gaan en moet er transparant gewerkt worden, ook bij de verdere selectie van getuigen en deskundigen.

Ook diaspora

De commissie werd op 16 juli 2020 geïnstalleerd en bestaat uit vertegenwoordigers van alle grote nationale partijen. Hun werking werd dus voorafgegaan door het onderzoek van tien experts. Dat panel bestaat uit historici, experten in verzoening en herdenking en vertegenwoordigers uit de diaspora. ‘De expertengroep was doelbewust heterogeen, multidisciplinair en inclusief samengesteld,’ aldus De Vriendt. De experten schreven negen maanden lang, twee dagen per week.

In eerste instantie kreeg de commissie een jaar om het werk te voltooien, maar door vertragingen en de hele brede opdracht van de commissie werd in het begin van de zomer beslist om hun opdracht met minstens een jaar te verlengen.

Al van bij de opstart verliep de werking van de commissie niet zonder slag of stoot. Minstens twee van de experts op de ontwerplijst bedankten voor de eer. Zij vroegen om diaspora-organisaties een bredere rol te geven. Aan de andere kant vond een groep van 58 historici het niet kunnen dat de geschiedkundige rol van de commissie werd vermengd met haar verzoenende rol: ‘Het is vreemd dat de Congo­commissie een aantal historici van de koloniale kwestie heeft samengebracht met advocaten en vertegenwoordigers van verenigingen van de Congolese diaspora en van ­instellingen begaan met heden­daagse sociale kwesties,’ zo schreven de geschiedkundigen in een open brief in De Standaard.