Direct naar artikelinhoud
InterviewMohamedou Ould Slahi

14 jaar lang onterecht in Guantánamo Bay: ‘Zelfs om tranen te drogen moest je een doekje vragen’

Mohamedou Ould Salahi.Beeld ANP

Veertien jaar zat Mohamedou Ould Slahi zonder aanklacht of proces gevangen in Guantánamo Bay. In november 2001 werd de toen 30-jarige zoon van een kamelendrijver in de nasleep van 9/11 voor zijn ouderlijk huis in Mauritanië gearresteerd. ‘Mijn moeder stond te huilen. Dat was het laatste wat ik van haar zag.’ 

Via Jordanië en Canada werd Slahi overgebracht naar het Amerikaanse detentiecentrum op Cuba. De VS verdachten hem van betrokkenheid bij terroristische aanslagen. Begin jaren negentig deed Slahi een training in een Al Qaida-kamp; een paar maanden vocht hij mee als vrijheidsstrijder met de moedjahedien, tegen het communistische regime van Afghanistan. “Maar vechten is niets voor mij. Fysiek ben ik niet sterk. Ik houd meer van leren, kennis, boeken.”

Slahi keerde terug naar zijn werk in Duitsland, waar hij was opgeleid tot elektrotechnicus. Daar werd hij in 1998 gebeld door zijn toenmalige zwager. Of hij geld wilde overmaken voor diens zieke vader. Wat Slahi niet wist: het belletje werd gepleegd vanaf een door de CIA afgetapte telefoon van Osama Bin Laden. Zijn ex-zwager bleek diens vroegere geestelijk adviseur. “Als ik geweten had hoe dat telefoontje mijn leven zou veranderen, had ik nooit opgenomen.”

Slahi is een jaar schrijver-in-residence bij het Nederlandse dansgezelschap Club Guy & Roni, het Noord Nederlands Toneel en De Balie. Maar ook de première van de dansvoorstelling Freedom, gebaseerd op zijn levensverhaal, moest hij in oktober online bijwonen. De Mauritaniër wacht al zes maanden op een inreisvisum van de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). “Ik begrijp die vertraging niet. Nederland is een democratisch land, met de mensenrechten hoog in het vaandel. Mijn onschuld is in alle opzichten bewezen. Het wordt mij zo wel moeilijker gemaakt mijn verhaal te delen.”

Mohamedou Ould Slahi spreekt het publiek toe via een videoverbinding bij de première van Freedom.Beeld Sjoerd Knol

Het duurde jaren voor een advocaat Slahi’s onschuld kon bewijzen. Zelfs toen in 2009 elke grond voor een aanklacht wegviel, werd hij nog tot 2016 in ‘Gitmo’ vastgehouden. In zijn Guantánamo-dagboek (2015) beschrijft Slahi hoe hij jarenlang werd onderworpen aan verboden verhoormethoden en marteltechnieken. Het is terug te zien in de bekroonde film The Mauritanian (2021), met Jodi Foster, Benedict Cumberbatch en Tahar Rahim. Voor de Berlijnse filmpremière kreeg Slahi geen toestemming af te reizen naar Duitsland. “Het is cru dat de Amerikaanse ondervragers, die mij hebben gemarteld, wel vrij mogen reizen en ik niet, hoewel ik niets fout heb gedaan.”

Slahi mocht wel in Zuid-Afrika op de filmset gaan kijken naar het nagebouwde gevangeniskamp. “Dat was confronterend. Alles kwam terug: de verhoren, het isolement, het gemartel. Ik probeerde met grapjes mijn pijn te verbergen. Maar op een gegeven moment werd het mij te veel.”

Ook de onlineconfrontatie met de donkere, razende dansvoorstelling Freedom van Club Guy & Roni en Slagwerk Den Haag, op basis van door hem geschreven getuigenissen, viel hem best zwaar, zegt hij eerlijk. Hoezeer hij ook in de wolken is met zijn “nieuwe artistieke familie” in Nederland. “Je weet niet wat dit voor mij betekent. Jarenlang ben ik alleen een nummer geweest, ISN 760. In Guantánamo Bay verdween ik langzaam in het niets, zo hard is er op mij ingebeukt.”

Een van de allerzwartste momenten, zegt hij vanuit Dubai, was toen een bewaker hem in de cel de dood van zijn moeder meldde. “Stel je voor, je bent kapot, mag niemand bellen, krijgt geen water of koffie. Zelfs om tranen te drogen moet je een doekje vragen.” Ze stuurden een priester met een Bijbel, zegt hij. “Maar ik ben moslim en wilde Koranverzen citeren. Ik zag alleen zijn mond bewegen tijdens het bidden. Zo veel pijn, woede en verdriet zaten in mij opgesloten.”

De dansvoorstelling Freedom, naar de memoires van Mohamedou Ould Slahi.Beeld Andreas Etter

Hoe confronterend ook, hij hoopt de voorstelling Freedom de komende drie maanden tijdens de Nederlandse tournee live in een theater te kunnen zien. “In Mauritanië kennen we geen dansvoorstellingen in theaters. We dansen wel, maar alleen tijdens bruiloften en ceremonies.” Al zal hij, door zijn opgelopen PTSS, grote groepen mensen vermijden. Gesprekken kosten hem nog steeds veel energie. “Ook na dit interview moet ik een uur rusten.” En, lacht hij, “afterparty’s zal ik sowieso vermijden”.

Tijdens Freedom wordt duidelijk dat een van zijn ondervragers hem nog steeds ziet als enemy of the United States, ook al veroordeelt deze Mister X wel de martelmethoden. “Als hij spijt zou betuigen, zou mij dat verder helpen. Maar hij mag dit vinden. Dat is zijn recht op vrije meningsuiting. Zoals ik recht heb op mijn vrijheid.”

Tijdens al die gevangenisjaren heeft hij zwaar gevochten om zijn geestelijke vrijheid, in hoofd en ziel, te behouden. “In detentie ontdek je dat dit de enige plekken zijn waar niemand bij kan. Vrijheid is een rekbaar begrip.” Tijdens zijn Nederlandse schrijversresidentie wil Slahi het daarom vooral hebben over de wezenlijke betekenis van vrijheid: een wereld die de mensenrechten van iedereen respecteert, ongeacht afkomst, geboorteland, politieke overtuiging, geloof of seksuele oriëntatie. “Dus ook van mensen zoals ik, uit Afrika en het Midden-Oosten.”

Bevriend met ex-bewaker

Na zijn 14-jarige detentie in Guantánamo Bay sloot de later onschuldig verklaarde Mohamedou Ould Slahi (1970) vriendschap met Steve Wood, een van zijn voormalige bewakers. Over hun hereniging gaat de Britse korte documentaire My Brother’s Keeper (2021), genomineerd voor een Bafta, de Britse filmprijs. Slahi is peetvader van Woods dochter; Woods is peetvader van Slahi’s zoon Ahmed (2). Over het bedoeïenenleven van zijn ouders – Mauritiaanse kamelendrijvers – schreef Slahi het boek The Actual True Story of Ahmed and Zarga.