Direct naar artikelinhoud
AchtergrondStadslijsten

Nu al nervositeit om de sjerp in 2024: ‘Meer dan ooit komt het erop aan om de grootste te zijn’

Burgemeester Bart Tommelein (Open Vld) verlaat de vergaderzaal in Oostende, eerste schepen Björn Anseeuw (N-VA) en derde schepen Kurt Claeys (Open Vld) blijven achter.Beeld BELGA

Na Mechelen en Kortrijk stevenen ook Gent en Oostende af op een stadslijst in 2024. De politieke frontvorming is het resultaat van de nieuwe kieswetgeving, maar valt ook onmogelijk los te zien van de existentiële crisis waarin de klassieke partijen verkeren.

“Vroeger werden er coalities gesmeed, nu lijsten. Dat er lokale gesprekken zullen volgen om een teamlijst te vormen is dus logisch.” Oostends burgemeester Bart Tommelein (Open Vld) windt er geen doekjes om: bij de lokale verkiezingen in 2024 komt hij wellicht niet meer onder de naam Open Vld op. Hij gaat buiten de partij op zoek naar versterking.

Welke naam de lijst moet dragen is nog niet duidelijk. Open Vld +, Team Burgemeester, Team O: het zijn maar enkele opties. Wel is duidelijk dat Tommelein in de eerste plaats naar de christendemocraten en de groenen kijkt om zijn lijst te versterken. “Dat zijn twee kleinere partners waar ik vandaag al mee bestuur. Zij liggen dus voor de hand, al zijn ze geen certitude. De formule ligt nog niet vast, de gesprekken zijn nog niet begonnen. Als de N-VA bijvoorbeeld wil spreken over een project voor de stad, dan ben ik daar altijd toe bereid.”

Tommelein is een van de weinige burgemeesters die openlijk erkennen dat ze al met de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 in hun hoofd zitten, maar een uitzondering is hij zeker niet. Dit weekend lekte uit dat de Gentse liberale burgemeester Mathias De Clercq (Open Vld) in alle stilte aan een stadslijst van liberalen, socialisten en christendemocraten timmert. Met deze ploeg zou hij de huidige coalitiepartner Groen, en dus ook zijn kopman Filip Watteeuw, buitenspel zetten.

Het doel van De Clercq is simpel: het veiligstellen van de eigen sjerp. Bij de vorige verkiezingen in Gent bleek Open Vld minder sterk dan het rood-groene kartel, maar dankzij een akkoord met de CD&V kon hij zich alsnog uitroepen tot burgervader. Vandaag loopt de samenwerking tussen de groenen en de socialisten stroever. Of De Clercq hiervan gebruik kan maken en hen uit elkaar kan spelen, is weliswaar nog geen zekerheid.

Vooruit-voorzitter Conner Rousseau dropte afgelopen weekend een bommetje met de melding dat hij zelf een verhuis naar Gent overweegt. De kans dat hij een worp naar het burgemeesterschap doet lijkt klein, maar hij veroorzaakt wel zenuwachtigheid. De groenen zijn ook vastberaden om het plannetje van De Clercq onmogelijk te maken. De vrees van de liberaal dat anderen achter zijn rug een alliantie zouden smeden is dan ook niet geheel onterecht.

Verrassende coup

De Clercq kent de natuurwet van de lokale macht: wie te traag is, wordt gerold. Denk aan de verrassende coup van Vincent Van Quickenborne in 2012 in Kortrijk. Hoewel de CD&V de grootste partij was en burgemeester Stefaan De Clerck meer voorkeurstemmen kreeg, zette Van Quickenborne hem onverwacht buitenspel door in zee te gaan met de N-VA en Vooruit. In 2018 onderging socialist Johan Vande Lanotte een gelijkaardig lot met zijn stadslijst in Oostende.

Dat er in de aanloop naar verkiezingen allianties ontstaan is ook niet nieuw. In 2018 waren er bijvoorbeeld al stadslijsten in Kortrijk en Mechelen. Maar de snelheid waarmee de zenuwachtigheid dit keer losbarst verrast alle experts. “Drie jaar voor de verkiezingen is érg vroeg om eraan te beginnen”, zegt professor bestuurskunde Filip De Rynck (UGent). “De huidige legislatuur zit nog maar halfweg. Dit is ongezien.” Waar komt die zenuwachtigheid vandaan?

Zet Gents burgemeester Mathias De Clercq (Open Vld) zijn coalitiepartner Filip Watteeuw (Groen) in 2024 opzij?Beeld Wouter Van Vooren

Experts wijzen naar het nieuwe gemeentedecreet van Vlaams minister van Binnenlandse Zaken Bart Somers (Open Vld), dat de regels voor de lokale verkiezingen door elkaar schudt. Voortaan zal de partij die de meeste stemmen haalt twee weken het initiatief krijgen om een coalitie op de been te brengen. Binnen deze coalitie zal de stemmenkampioen van de grootste partij automatisch de sjerp krijgen. Met deze semirechtstreekse verkiezing van de burgemeester zou de kiezer meer macht moeten krijgen.

Het lot van partijen wordt daarentegen onzeker. “Meer dan ooit komt het erop aan om de grootste te zijn, zodat je na de verkiezingen zeker eerst aan zet komt”, zegt Herwig Reynaert, professor lokale politiek aan de UGent. “Vandaar dat in heel wat steden en gemeenten partijen de krachten zullen bundelen. Ze maken onderling een soort coalitie door een kartel te vormen. Zo krijgen we een politieke herverkaveling om de grootste te kunnen zijn.”

Om de impact te voorspellen volstaat het om even over de taalgrens te kijken. Daar gelden sinds 2006 gelijkaardige kiesregels. Onderzoekscentrum Crisp stelde vast dat lokale afdelingen er sinds de invoering van het systeem stelselmatig minder onder de nationale vlag opkomen. In plaats van CD&V, Vooruit of Open Vld staan er dus straks namen als Team Burgemeester, Toekomst, Vernieuwing of Doorbraak op uw stembiljet.

“Het gaat nog steeds om dezelfde partijen, maar ze werken samen en geven zichzelf een andere naam”, zegt politicoloog Stefaan Fiers (KU Leuven). “Vaak maken ze hun logo wel nog in dezelfde kleur als een nationale partij, een kleine referentie.”

Stiekeme afspraken

Of dit een goede zaak is? Wie ervan uitgaat dat partijen tot nu toe altijd netjes de kiesuitslag afwachten om met elkaar te praten denkt misschien dat zijn of haar stem minder verschil zal maken. Feit is echter dat in driekwart van de steden en de gemeenten doorgaans al een voorakkoord klaarligt waarin partijen stiekem afspraken maken over de samenstelling van een toekomstige coalitie, het aantal schepenen dat ieder mag leveren of wie de sjerp krijgt.

Als deze afspraken uitlekken voelen kiezers zich bedrogen. “In dat opzicht wordt het nieuwe systeem toch wat transparanter”, zegt emeritus professor Johan Ackaert (UHasselt), specialist lokale politiek. Net als vroeger smeden politici clubjes, alleen weten we nu al op voorhand wie tot welke club behoort. In het stemhokje kunt u daar als kiezer rekening mee houden.

Politieke fixers moeten wel opletten voor een valkuil. Als partijen samen opkomen bij de verkiezingen verplicht het nieuwe decreet hen om ook als één fractie in de gemeenteraad te zetelen. Na de vorige verkiezingen deden socialisten en groenen in Gent dat bijvoorbeeld niet. De nieuwe regel heeft het nadeel dat partijen veel minder hun eigen standpunten kunnen verdedigen in de gemeenteraad, en zo hun eigen gelaat dreigen te verliezen.

“Het wordt belangrijk om je eigenheid te bewaren”, zegt Wouter De Vriendt, de groene kopman in Oostende. “Het mag niet louter een machtsverhaal worden waarbij een mismatch aan partijen een verwaterd geheel vormen.”

Dat kartellijsten trouwens kunnen uitdraaien op een sof mocht onder meer VU-icoon Hugo Schiltz ondervinden. In 1994 werd zijn Antwerpse kartellijst met de CVP en onafhankelijken afgestraft door de kiezer. Nog dramatischer verliep het in 2018 met het rood-groene bondgenootschap Samen, dat nog voor de stembusslag uiteen spatte. Groen-kopman Wouter Van Besien mocht meteen zijn burgemeestersambities opbergen en de stille aftocht blazen.

Koehandel

Overal in Vlaanderen wordt er nu gerekend: lukt het op eigen kracht of niet? In gemeenten waar de coalitie vandaag goed werkt is men aan het kijken hoe ze na de verkiezingen kan worden verdergezet. Elders begint de oppositie zich te verzamelen. “Op veel plaatsen ga je twee grote blokken krijgen”, voorspelt Fiers.

Ook op de nationale hoofdkwartieren is men de kaart van Vlaanderen aan het bekijken. De kans is groot dat er straks een koehandel ontstaat, waarbij verschillende steden samen in de balans worden gelegd. “Wees er maar zeker van dat de coalitievorming vanaf centraal niveau met argusogen gevolgd zal worden”, zegt De Rynck. “Het zou me niet verwonderen dat er in plaats A een toegift wordt gedaan om in plaats B of C mee aan de macht te komen.”

Verkiezingsaffiches in Antwerpen, in 2014.Beeld Photo News

Wie met wie in zee gaat is op dit moment even voorspelbaar als het weer van komende winter. Experts verwachten wel dat het voorbeeld van Gent en Oostende vooral in de centrumsteden navolging zal krijgen. In kleinere gemeenten zijn partijen nog sterker verankerd, waardoor ze zich wellicht zekerder voelen om alleen op te komen. In steden is die electorale dominantie kleiner, vooral omdat de afkalving van de klassieke partijen er al langer aan de gang is.

Meteen wordt duidelijk waarom het voorbeeld van Gent geen toeval is. Liberalen, socialisten en christendemocraten verliezen steeds meer terrein aan de extreme partijen op links en rechts. In de laatste nationale peilingen zweven ze allemaal rond de 10 procent. Een stadslijst is de ultieme kans om hun versnipperde krachten te bundelen. “Behalve om de sjerp gaat dit voor hen om de existentiële vraag: hoe kunnen ze overleven?”, zegt Ackaert.

Ook in andere partijen zit niemand veilig. Neem nu N-VA-voorzitter Bart De Wever in Antwerpen. Op het eerste gezicht lijkt niemand hem een extra termijn in de weg te leggen: De Wever is een sterk merk en scoort in de peilingen. Maar de kans dat andere partijen de komende jaren rustig op hun stoel blijven zitten is klein. Ook De Wever zal dus graag al een idee willen hebben van zijn volgende coalitie. Manoeuvres van anderen kunnen hem toch in de richting van een kartellijst duwen.

Op dit moment lijken de socialisten dan een logische keuze. De recente wrevel rond kandidaat-schepen Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) maakte duidelijk dat de huidige coalitiepartners de liberalen liever kwijt dan rijk zijn. Een rood-groene samenwerking lijkt na het fiasco van Samen uitgesloten. En zo zullen ook andere burgemeesters die stevig in het zadel zitten, zoals Kris Declercq (CD&V) in Roeselare of Christoph D’Haese (N-VA) in Aalst, erg op hun hoede moeten zijn.

“Eén ding is wel zeker: wat in Oostende gebeurt zal niet in Brussel beslist worden”, maakt Tommelein zich sterk. “De lokale invloed van de nationale partijen neemt af.” Al is het geen geheim dat figuren als Tommelein of De Clercq niet zo dicht bij hun partijleiding staan. Andere burgemeesters die dichter bij de cenakels van macht staan ondervinden wellicht meer druk om zich naar de nationale belangen te schikken.

Vuurwerk

En die belangen zijn enorm. Spraken we in 2014 van de ‘moeder der verkiezingen’ omdat het Vlaamse, federale en Europese parlement allemaal samen werden gekozen, dan belooft 2024 pas echt vuurwerk. Zes maanden na de ‘grote’ verkiezingen volgen in oktober de regionale. Partijstrategen krijgen er koud zweet van. “Een partij die zes maanden wat slechter in haar vel zit heeft het vijf jaar vlaggen. Wie goed in zijn vel zit plukt jarenlang de vruchten”, zegt politicoloog Carl Devos (UGent).

Die inzet zorgt, samen met het nieuwe gemeentedecreet, voor hoogspanning. Zeker bij de klassieke partijen, die hun terrein kleiner zien worden door de opmars van de Vlaams-nationalisten. Of dat ook automatisch wil zeggen dat de lokale samenwerkingen zullen uitmonden in een herverkaveling op hoger niveau is niet zeker. Tot nu toe blijkt de weerstand in de partijen te groot. Maar straks staan ze mogelijk voor een voldongen feit.

“De klassieke partijen hebben redenen om zich zorgen te maken”, zegt Fiers. “Vooral omdat het nieuwe gemeentedecreet ook de opkomstplicht afschaft.” In oktober 2024 zullen we enkele maanden eerder verplicht hebben gestemd. Wellicht zijn de regeringsonderhandelingen dan nog bezig. Doorgaans krijgen mensen in die periode geen al te fraai beeld van de politiek. Het wordt dus ontzettend moeilijk om kiezers zonder sterke overtuiging naar de stembus te krijgen.

De lokale frontvorming zou weleens als een boemerang in het gezicht kunnen terugkeren, denkt De Rynck. “Gaat een oudere christendemocraat nog gemotiveerd zijn om te stemmen als die stem ook naar de liberalen en de socialisten gaat? Ik ben daar niet zo zeker van. De kans is ook reëel dat de kiezer het gevoel heeft dat partijen hun eigen zin doen, waardoor hun stem niet meer uitmaakt.”

Door op tijd allianties te smeden kunnen politici proberen om een wervend verhaal voor hun gemeente uit te werken. Maar ook die aanpak kan averechts uitdraaien. Op drie jaar voor de verkiezing weegt de electorale spanning nu al op een aantal coalities. “Als ploeg moeten we normaal aan één zeel trekken. Dit maakt het nu wat moeilijker”, gaf Watteeuw toe in Gent. Of de kiezer dit soort permanente kiesstrijd zal appreciëren, valt te betwijfelen.