Debat over voeding stilt de honger niet

In het klimaatdebat over voeding leek iedereen wel wat verantwoordelijkheid te willen nemen, maar echt ambitieus klonk niemand. De consument moet kunnen blijven kiezen.

Stijn Decock

Professor en factchecker Erik ­Mathijs opende het debat meteen met een nieuwe berekening. Traditioneel wordt geraamd dat de voeding goed is voor 10 procent van de uitstoot van broeikasgassen in België. Maar dat is een forse onderschatting, zegt Mathijs. Hij nam ook de emissie van verpakking ­zoals blikjes mee. Op die manier komt hij aan het dubbele: voeding is goed voor 20 procent van de emissies. Het maakt de verantwoordelijkheid van de voedingssector alleen maar groter.

Hendrik Vandamme, de voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat, een organisatie die vroeger vaak op ramkoers stond met de milieubeweging, was nog het meest ontwapenend. ‘We moeten als sector goed kijken hoe we verdergaan, zodat we het draagvlak van de ­samenleving niet verliezen.’ Hij hoopt op heel wat vlakken duur­zamer te worden. ‘In de corona­crisis leerden we opnieuw het ­belang van ­lokaal voedsel kennen. Daar moeten we nog meer op in­zetten, met eerlijke prijzen. De ­retailketens moeten dan wel stoppen met hun prijzengevecht rond basisvoeding.’ Daarbij verwees hij duidelijk naar Stefan Goethaert, de managing director van de Colruyt Group die naast hem zat. Die repliceerde dat Colruyt weliswaar meegaat met de lage prijzen van de ­concurrenten, maar wel een vaste langetermijnprijs aan de boeren geeft. Vandamme was ook ontnuchterend over de precaire financiële situatie waarin de landbouwbedrijven verkeren.

Goethaert lijstte alle maatregelen op die Colruyt neemt, maar de groep wil haar klanten duidelijk niet voor het hoofd stoten. ‘Colruyt is groot geworden via de laagsteprijsgarantie. Daar blijven we bij, ook als het om vlees gaat.’ Colruyt gelooft vooral in het verleiden van de klanten en informeren richting duurzaamheid. ‘We blijven vlees verkopen, maar er komen nog meer vleesvervangers. We hebben recent ook de ecoscore per product ingevoerd. Op basis van het succes van de nutriscore die aanzet tot ­gezondere voedingsproducten, ­geloven we dat dit tot een duur­zamere consumptie zal leiden.’

Schonere palmolie

Debora van der Zee, de vice­president Foods Benelux Unilever, klonk wat concreter. ‘De klimaatverandering bedreigt ook de voedingsindustrie en dus ook ons ­bedrijf. Wij zijn immers afhankelijk van de landbouwoogsten. ­Bovendien groeit de wereldbevolking aan tot 10 miljard mensen in 2050 en die moeten allemaal eten.’ Ook Van der Zee somde enkele ­engagementen op. Unilever is nu de grootste verbruiker van palmolie ter wereld, en die is omstreden. Tegen 2023 wil de multinational geen palmolie meer winnen op plantages waarvoor recent woud omgehakt werd. Op dit moment geldt dat al voor 90 procent van de productie. ‘We zullen dat ook kunnen aantonen’, antwoordde ze op de kritiek van ngo’s als zou Unilever te vrijblijvend zijn in zijn engagementen. ‘Tegen 2030 moeten al ­onze productiesites en in 2039 de hele keten klimaatneutraal worden. Dat gaat van de boer tot de ijskast waarin we ons ijs verkopen.’ Van der Zee onderstreepte ook het ­belang van minder vlees eten. ‘We willen een ruimer aanbod groenten aanbieden als vervanging voor vlees. Meer groenten is goed voor de gezondheid, maar ook voor de bodem van de boeren.’

Recyclerende varkens

Jos Claeys, de ceo van de Belgian Pork Group – 3,8 miljoen geslachte varkens per jaar – leverde de meeste oneliners in het debat. ‘Een varken is het kringloopdier bij uitstek’ en ‘Ik ken geen enkel varken dat ooit een sojaboon heeft gegeten. Ze eten sojaschroot, een afvalproduct.’ Al gaat Claeys ook deels mee in het duurzaamheidsverhaal. Zijn bedrijf produceert ook vlees­vervangers en wil daarin groeien. Het wil zijn slachthuizen klimaatneutraal maken. Anderzijds blijft hij wel vasthouden aan het fel ­bekritiseerde exportmodel om ­varkens vanuit Vlaanderen naar Azië te verschepen. ‘We voeren delen van het varken uit die we hier niet lusten. Dat gaat in containers die anders toch leeg naar Azië zouden teruggaan.’

Herbekijk hier het integrale debat over voeding: