Het Vlaams Parlement keurde vanmiddag het decreet goed dat de bredere toepassing van het Covid Safe Ticket (CST) of de coronapas vanaf 1 november in Vlaanderen mogelijk maakt. Alle partijen, op PVDA en Vlaams Belang na, stemden voor.

Ter herinnering: De coronapas toont of iemand volledig gevaccineerd is, een negatieve PCR-test kan voorleggen van maximaal 48 uur oud of ten laatste 180 dagen geleden de ziekte heeft doorgemaakt.

In de volgende sectoren in Vlaanderen moet iedere klant of bezoeker vanaf 16 jaar een CST voorleggen. Het personeel valt niet onder die verplichting, maar moet wel een mondmasker dragen.

Voor horeca-activiteiten, al gelden er een aantal uitzonderingen: voor buitenruimtes, zoals op terrassen, maar ook voor wie even binnengaat, maar niet wil consumeren, valt het CST weg. Het gaat onder meer over een toiletbezoek, de betaling van de rekening of de bestelling van een afhaalmaaltijd. De verplichting geldt ook niet voor armoedeorganisaties, voedselhulpinitiatieven en inloopcentra voor dak- en thuislozen. Wie geen CST moet voorleggen, moet wel een mondmasker dragen.

In fitnesscentra, maar ook in lokalen van sportcentra die hoofdzakelijk worden gebruikt voor fitnessactiviteiten. De verplichting geldt niet dus voor alle (lokalen van) sportcentra.

In dancings en discotheken is het CST al verplicht sinds 1 oktober.

In de volgende sectoren is het CST niet verplicht, maar mogen organisatoren het wel vragenaan bezoekers die ouder dan twaalf jaar en twee maanden zijn. Op die manier zou een twaalfjarige voldoende tijd krijgen om zich te laten vaccineren. Uitnodigingen worden pas verstuurd vanaf het moment dat een kind effectief twaalf geworden is.

In de zorgsector, meer bepaald in ziekenhuizen, woonzorgcentra, revalidatieziekenhuizen en voorzieningen voor personen met een handicap. Deze zorginstellingen zijn dus niet verplicht om het CST te vragen. Als de instelling dit toch vraagt, bestaan er enkele uitzonderingen, zoals voor mantelzorgers of palliatieve zorgverstrekkers. Ook zouden er sneltesten beschikbaar zijn om het bezoekrecht voldoende te respecteren.

Iedere organisator mag CST vragen

Wat evenementen betreft, verfijnt het decreet wat er vorige dinsdag beslist is op het Overlegcomité. Daar klonk het in de officiële communicatie achteraf dat de federale regering ‘het gebruik instelt van het Covid Safe Ticket voor evenementen vanaf 200 personen binnen en 400 personen buiten’. Volgens verschillende woordvoerders ging het om een verplichting, maar het Vlaams decreet gaat niet zover en creëert louter de mogelijkheid om het CST te gebruiken. Gebeurt dat niet, dan moeten organisatoren van dergelijke evenementen zich wel houden aan de mondmaskerplicht, afstandsregels en andere voorschriften uit het COVID Event Risk Model (CERM). Pas vanaf evenementen van 3.000 deelnemers binnen en 5.000 deelnemers buiten is een CST effectief verplicht.

Opvallend, het decreet rept met geen woord over de optie om een CST te gebruiken voor evenementen onder 200 deelnemers. Nochtans was dat één van de zaken waar federaal minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke (Vooruit) dinsdag tijdens de persconferentie na het Overlegcomité op hamerde. Hij benadrukte dat elke organisator kon kiezen om met het CST te werken, zelf bij heel kleine events. De woordvoerder van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) bevestigt dat die beslissing inderdaad is genomen. Het verschil met de CST-optie vanaf 200 personen indoor en 400 outdoor is dat het onder die aantallen niet nodig is om te werken met een mondmaskerplicht of met de draaiboeken van het COVID Event Risk Model (CERM) als er niet voor een CST gekozen wordt.