Direct naar artikelinhoud
ReportageMeteorieten

Tot tienduizenden euro’s voor stukjes heelal op het internet (maar zijn ze wel echt?)

Vier van de zes aangekochte meteorieten, kort na aankomst, inclusief certificaten van echtheid. Vlnr: de pallasiet (met daarvoor drie onbewerkte brokjes van dezelfde meteoriet), chondriet, ijzermeteoriet en diogeniet.Beeld George van Hal

In meteorieten is een levendige handel gaande. Wetenschapsjournalist George van Hal voelde de aantrekkingskracht en kocht zes ruimtestenen online. ‘Houd ik een plakje van een wereld in mijn handen waar nog geen mens is geweest?’

Het begint tijdens de lockdown. De winkels gesloten, alle afspraken afgezegd, klik ik ’s avonds door wat veilingsites en stuit plots op iets bijzonders: tientallen meteorieten, stenen afkomstig uit de ruimte. Stukjes van het heelal. En je kunt ze kopen.

Elke week zijn er alleen op deze ene veilingsite al zo’n drie meteorietenveilingen, waarbij tientallen exemplaren worden aangeboden. De prijzen voor de grootste lopen tot wel tienduizenden euro’s op, terwijl kleine stukjes, van soms maar enkele grammen, weggaan voor een paar tientallen euro’s.

Ondanks een opleiding sterrenkunde aan de universiteit en een carrière als wetenschapsjournalist met ruimtespecialisme is het er – toeval, denk ik – nooit van gekomen om zélf een ruimtesteen vast te houden, laat staan er een in huis te halen.

George van Hal (r) laat zijn meteorie­ten onder­zoeken door geoloog Sebastiaan de Vet.Beeld Pauline Niks

Waar de kosmos, zelfs ons eigen zonnestelsel, normaliter frustrerend ver weg is, beloven deze stenen hem letterlijk aanraakbaar te maken. Een verleidelijk idee.

Van bonken tot kiezels

Meteorieten zijn (meestal) brokjes van planetoïden, vermoedelijk afkomstig uit de planetoïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter. Daar zweven ze in alle soorten en maten, van bonken met een doorsnede van honderden kilometers tot kosmische korreltjes, formaatje kiezelsteen. Stuk voor stuk zijn het de overgebleven klonten en klontjes uit de beslagkom waarin Moeder Natuur ruim 4,5 miljard jaar geleden de aarde en overige planeten kneedde.

Van al die stenen komt een enkeling soms plots op ramkoers met de aarde. Wetenschappers schatten dat er per jaar een paar duizend onze planeet raken. Eenmaal geland, noemen we ze meteorieten.

Het komt niet vaak voor, maar slaat een relatief grote in, dan is het resultaat gevaarlijk én spectaculair. In 2013 kwam bij de Russische stad Tsjeljabinsk een ruimtesteen van zo’n twintig meter naar beneden. De dalende vuurbol werd veelvuldig op video vastgelegd en de drukgolf na de inslag blies tot kilometers in de omtrek alle ruiten aan diggelen. Uiteindelijk raakten zo’n duizend mensen gewond. En dat is dan nog niets vergeleken met de groteske reuzensteen van tien kilometer breed die 65 miljoen jaar geleden de dinosauriërs de kop kostte.

Maar of het nu een grote is, of een kleine die landt met een anonieme plof, alle meteorieten zijn wetenschappelijk van waarde. Met de binnenkant kunnen onderzoekers de historie van het zonnestelsel reconstrueren. Om soortgelijke reden zijn ze ook zeer gewild door verzamelaars. Raap een meteoriet op en de diepe historie van het heelal rust plots in je handpalm. Voor dat onbeschrijfelijke gevoel hebben mensen serieuze bedragen over.

Meteoriet of niet?

Zelf een meteoriet herkennen? Antwoord op alles ja, en het is ­allicht een echte.

• Plakt-ie aan een magneet? Meteo­rie­ten bevatten meest­al ijzer, vandaar.

• Heeft de steen een donkere smelt­korst?

• Zitten er kuiltjes op het oppervlak die lijken op duim­af­druk­ken? Deze ont­staan doordat gedeelten van de steen verdampen tijdens z’n tocht door de atmosfeer.

• Is de steen vrij van gasbelletjes? Stenen mét bellen zijn vaak op een andere ma­nier ontstaan, bij­voor­beeld als restan­ten uit hoog­ovens.

• Zie je op een opengebroken stukje al vlekjes die op chondrulen kunnen wijzen, of roest­plekjes? 

Zo ook ik, besluit ik. Al houden twee dingen me nog tegen. Allereerst: wie zegt dat deze stenen écht zijn? De meeste verkopers zijn lid van iets dat de International Meteorite Collectors Association heet en bieden bij aanschaf een certificaat van echtheid aan. Maar als leek zie je het verschil niet tussen een ruimtesteen en een kiezeltje uit iemands achtertuin.

En dan is er nog dit: saboteert de meteorietenhandel de wetenschap niet? Zijn dit geen stenen die op een universiteit horen, waar ze onze kennis van de kosmos kunnen vergroten?

Ik bel daarom met ruimtegeoloog Sebastiaan de Vet. Hij vertelt dat van de meeste vondsten een fragment voor analyse naar een universiteit gaat. “Het mes snijdt aan twee kanten”, zegt hij. “Onderzoekers hebben vaak de tijd en middelen niet om in afgelegen gebieden meteorieten te zoeken. En als de stenen geclassificeerd zijn door een wetenschapper, stijgt de waarde. Dat is goed voor de handelaar.”

Chondrieten en chondrulen

Gerustgesteld begin ik met bieden en een paar dagen later ‘win’ ik m’n eerste veiling. Ik besluit dat ik van elke belangrijke meteorietensoort er eentje wil hebben. De ene ruimtesteen blijkt namelijk bij lange na de andere niet.

De meeste meteorieten die we op aarde vinden, zo’n 85 procent, zijn chondrieten. Ze bestaan uit steen doorzeefd met vlokjes metaal en zijn afkomstig van relatief kleine, geologisch onaangetaste planetoïden. In hun binnenste zitten nog chondrulen: vlokjes oorspronkelijk materiaal uit de schijf stof en gas waarin tijdens het begin van het zonnestelsel de aarde en overige planeten samenklonterden.

De doorgezaagde ijzermeteoriet uit de gigantische Meteor Crater in Arizona.Beeld Pauline Niks

Ik besluit er een te kopen op de site van een Nederlandse handelaar. De steen is niet onderzocht door wetenschappers, maar heeft een certificaat van echtheid. De naam luidt ‘NWA’, een verwijzing naar vindplaats ‘Noord-West-Afrika’, in de woestijnen van landen als Marokko, Tunesië, Libië en Algerije.

Dat label zie je veel in het meteorietenwereldje. In de woestijn vallen meteorieten door hun zwarte smeltkorst – de laag die ontstaat tijdens het hete geschuur met de aardatmosfeer – namelijk extra op, zegt De Vet. Bovendien blijven ze door de droge omgeving goed bewaard.

De chondriet die ik koop, oogt als een kleine, versteende oliebol, alleen de poedersuiker ontbreekt. Zouden hierin nu echt de wonderen van het zonnestelsel schuilen? Zien is niet bepaald geloven. Toch vóélt het steentje indrukwekkend, een tikje zwaar.

Maar is-ie echt? Daarvoor klop ik opnieuw aan bij De Vet. Op een zonnige dinsdagochtend leidt hij me per leenfiets rond op de campus van de Technische Universiteit Delft, een toer die ons langs verschillende laboratoria aan verschillende faculteiten voert. De vraag waarop we antwoord zoeken: ‘Meteoriet of meteo-niet’, zoals De Vet het zelf zegt.

“Ik maakte me wel zorgen toen ik deze meteoriet zag”, zegt De Vet met een glinstering in de ogen. “De smeltkorst oogt wat gek. Dat kan komen doordat hij een tijd in de woestijn heeft gelegen voordat iemand hem opraapte. Dan raakt de steen wat verweerd, gepolijst door het passerende zand, zodat de buitenkant gaat glanzen”, zegt hij. Maar hij zou ook best nep kunnen zijn. Nepmeteorieten duiken vaker op, volgens De Vet. “Dan bieden verkopers bijvoorbeeld zwerfstenen aan of hoogovenslakken, de pikzwarte overblijfselen van de productie van ruwijzer.”

Durga Mainali bereidt in zijn chemisch lab een meting voor.Beeld Pauline Niks

Aan de faculteit civiele techniek en geowetenschappen heeft technicus Ellen Meijvogel-De Koning de veronderstelde meteoriet al in een micro-CT-scanner gelegd, een kleine variant van de CT-scanners die ziekenhuizen gebruiken. Zo’n scanner schiet röntgenstraling door de steen, waarna een scan van de inwendige structuur verschijnt, met een resolutie van de dikte van een menselijk haar.

Uit de scan blijkt dat ik niet ben opgelicht. Verspreid door het binnenste van de steen zie je overal vlokjes metaal. En belangrijker nog: je ziet óók de typische ronde vormen van de chondrulen. Ik kan mijn eerste vinkje zetten.

Stanleymes

Krrrrk krrrrk krrrrk. Zojuist heeft De Vet met een stanleymes een puntje van mijn meteoriet afgebrokkeld en nu staat hij dat met een vijzel fijn te stampen, alsof hij peperkorrels maalt voor het avondeten. Deze kruimels gaan straks in de spectroscoop. Met de 60 euro in het achterhoofd die ik voor 7 gram van deze steen heb betaald, doet elke krrrrk van wat in vakkringen doodleuk een ‘destructieve analyse’ heet wel een beetje pijn.

De steen die ik kocht moet een zogeheten diogeniet zijn, een kruimelig rotsje afkomstig uit de korst van de bekende planetoïde Vesta, een reusachtige ruimterots met een diameter van 525 kilometer.

Volgens de site waar ik hem koop, is dit niet zomaar een steentje. “Deze meteoriet opent je bovenste chakra’s en stimuleert je spirituele ontwikkeling”, roemt de advertentietekst zijn paranormale ­krachten. “Ben je sjamaan, dan helpt deze meteoriet bij astraal reizen naar andere dimensies en ­werelden.”

Helaas ben ik geen sjamaan, anders had ik mijn bovennatuurlijke macht kunnen aanwenden om te ontdekken of mijn nieuwe collectie bestaat uit meteorieten of uit opgedirkte kiezels uit iemands tuin.

Een puntje van de diogeniet is fijngestampt om in de spectroscoop te gaan.Beeld Pauline Niks

Dan maar vertrouwen op de wetenschap, zelfs als daarvoor een stuk van m’n dure steentje moet sneuvelen. Giet het verkregen poeder in een houdertje, hang dat in de spectroscoop en je ziet welke golflengten geabsorbeerd worden, zegt hoofdtechnicus Ruben Abellon. “Elke golflengte hoort bij een chemische verbinding. Zo kun je dus de bestanddelen achterhalen.”

Zulke spectra bestaan ook van Vesta. “Eigenlijk heel bijzonder”, zegt De Vet. “Of zonlicht nu weerkaatst op Vesta en hier een aardse telescoop raakt, of dat je in dit apparaat licht weerkaatst op het poeder van die meteoriet, het effect is precies hetzelfde.”

Dat blijkt, na een paar minuten. Het absorptiespectrum van mijn diogenietpoeder lijkt sprekend op dat van Vesta. Het brokje dat ik in mijn hand heb, zat lang geleden waarschijnlijk vast aan die reusachtige rots in de ruimte. Een duizelingwekkend idee.

Ook twee andere ruimtestenen die ik in de loop der weken heb gekocht, blijken echt. Ik heb een ijzermeteoriet, grofweg zo groot als m’n duim, die afkomstig is uit de ‘Meteor Crater’, een ruim één kilometer brede krater in de Amerikaanse staat Arizona. Daar sloeg 50.000 jaar geleden een groot stuk metaal in, de ijzeren kern van een forse planetoïde.

Nadat De Vet hem heeft doorgezaagd en behandeld, komt het zogeheten Widmanstätten-patroon tevoorschijn, een rastervormige opstapeling van ijzernikkelmineralen die alleen ontstaan wanneer het metaal gedurende miljoenen jaren afkoelt in de ruimte, een kosmische handtekening die geen twijfel aan de echtheid toestaat.

Ook mijn plakje pallasiet, afkomstig uit de grenslaag waar de ijzeren kern van een planetoïde overgaat in de stenen mantel, blijkt echt. Het is een pronkstuk met buitenaardse allure waarin glinsterende edelstenen (olivijnkristallen) zich afwisselen met spiegelende stukken metaal. “Zonder twijfel echt”, zo oordeelt De Vet zelfs zonder test.

Mars en maan

Kwamen de vorige meteorieten nog van brokken ruimtesteen, nu wordt het pas echt spannend. Ik koop namelijk ook twee miniplakjes, minder dan een halve gram per stuk, die volgens de verkopers afkomstig zijn van de maan en van Mars. Een unieke kans, dus, om – in het geval van Mars – een stukje planeet in de hand te houden, een plakje van een wereld waar geen mens is geweest.

De chondriet gaat in de micro-CT-scanner, die röntgenstralen door de steen schiet.Beeld Pauline Niks

Het gaat om zeer zeldzaam materiaal dat na een inslag aan de planeet ontsnapte en via de ruimte richting aarde dwarrelde. Minder dan een half procent van de bekende meteorieten komt van Mars. Bij de internetveiling betaal ik tot mijn stomme verbazing voor de twee steentjes samen niet meer dan een paar tientallen euro, terwijl ze honderden euro’s waard zouden moeten zijn. Zien de andere bieders iets wat ik niet zie? Zijn dit dan misschien overduidelijke neppers?

Geologen van de Universiteit Twente bieden uitkomst. Zij hebben in hun lab een spectrograaf die een analyse kan uitvoeren zonder de meteorieten kapot te maken. Ze bekijken de vlokjes maan en Mars in infrarood licht en maken foto’s.

Ze vergelijken mijn meteorieten vervolgens met twee plakjes marsmeteoriet die ze zelf hebben. En dan blijkt dat de fijnmazige structuur van mijn marsmeteoriet in het geheel niet lijkt op die van hen. “In die van jou zijn de kristalletjes grover en groter. Ze vloeien ook meer in elkaar over”, zegt geoloog Arjan Dijkstra. “We waren daar heel verbaasd over.”

Toch nep, dus? Op het certificaat van echtheid prijkt de officiële naam: NWA 13276. En dus zoeken de geologen het onderzoek erbij waarin de steen waarvan dit een plakje is, geclassificeerd werd als marsmeteoriet. “En wat blijkt”, zegt Dijkstra enthousiast. “Het komt exact overeen met de textuur die daarin omschreven is.”

Waar het verschil met de twee andere marsmeteorieten vandaan komt, is niet duidelijk. “Maar als dit nep is, is het een excellente kopie. Gemaakt door iemand met heel veel geologische kennis”, zegt hij. Hetzelfde geldt, zo verzekert hij, voor het plakje van de maan.

De oorspronkelijke analyse is bovendien heel overtuigend, zegt geoloog Frank van Ruitenbeek.

Zo analyseerden de wetenschappers onder meer luchtbelletjes in de meteoriet en keken naar

varianten – zogeheten isotopen – van zuurstof. De verhouding daartussen bleek in de marsmeteoriet gelijk aan wat kenners verwachten op de rode planeet zelf. “Dit stuk steen lijkt echt afkomstig van Mars.”

28 kilo

Zes ruimtestenen, alle zes echt. Hou ze vast en je tuimelt direct de uitgestrekte kosmos in. Ze verbinden ons met de geschiedenis van het heelal, een band die loopt via vele miljarden jaren diepe tijd en schier eindeloos veel kilometers. Ze illustreren het betoverende wetenschappelijke scheppingsverhaal waarin de deeltjes in ons lichaam ooit ontstonden in verre sterexplosies. En waarin vlokjes maan zomaar richting aarde kunnen dwarrelen om te eindigen op je bureau.

Dertigduizend euro voor een ijzeren meteoriet van 28 kilogram. Vijfduizend voor een pallasiet van vijf kilo. Wie een flinke ruimtesteen wil kopen, moet diep in de buidel tasten. Toch vindt op veilingsites als eBay en Catawiki en via meteorietenhandelaren met eigen verkoopwebsites flink wat handel in dit soort stenen plaats.

Technicus Ellen Meijvogel bekijkt op een scherm een scan van een steenmeteoriet.Beeld Pauline Niks

Voor de Spanjaard Miguel Ángel Contreras Gómez is het zelfs een fulltimebaan. Hij promoveerde in de sportpsychologie, maar besloot in ruimtestenen te gaan handelen. Gómez verkoopt meteorieten via z’n eigen site, meteolovers.com, op veilingsites en aan verzamelaars uit zijn netwerk. “Het leek me een avontuurlijker manier van leven”, zegt hij.

Zelf ruimtestenen zoeken doet hij nauwelijks. Vindplaatsen worden angstvallig geheim gehouden of zijn onherbergzaam. Liever koopt hij direct van handelaren in onder meer Marokko.

Grofweg de helft van de meteorieten die lokale handelaren daar aanbieden, zijn tegenwoordig al onderzocht door wetenschappers, zodat bekend is om welk type het gaat, vertelt hij. “Een goed teken”, zegt Arjan Dijkstra van de Universiteit Twente. “Na die eerste classificatie volgt de grootste sprong in waarde. Een grote zorg bij dit soort handel is dat het geld nauwelijks naar de lokale economie gaat.”

De prijzen die Gómez voor zijn ruimtestenen vraagt, bepaalt hij op basis van zijn intuïtie. In tegenstelling tot bijvoorbeeld postzegels bestaan voor meteorieten geen catalogussen met richtprijzen.

Wel bestaan grove trends. De zeldzaamste meteorieten zijn vaak het duurst, soms wel vele malen de gramprijs van goud. Ook zijn stenen met een verse smeltkorst duurder dan verweerde stenen en worden meteorieten soms spectaculair veel meer waard als het een zogeheten ‘observed fall’ is, een steen die mensen hebben zien landen.

Tot slot leveren bewerkte stukken vaak meer geld op. Plakjes zijn bijvoorbeeld populair, omdat je goed de binnenkant kunt zien. Een ‘end cut’, waarbij je én de binnenkant én de smeltkorst kunt zien, is vaak het duurst. Daar komt nog bij dat het vanwege de hoge gramprijs vaak makkelijker is om die kleinere stukjes te verkopen. “Ik werk samen met een goede vriend die een werkplaats heeft waarin hij de meteorieten kan prepareren”, zegt Gómez. “Tegenwoordig doet hij dat voor handelaren van over de hele wereld.”