Weg ligt vrij voor kernuitstap

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Er is voldoende productie om de kernuitstap te laten plaatsvinden. Dat blijkt uit het resultaat van de CRM-veiling, die door hoogspanningsnetbeheerder Elia werd georganiseerd.

Uit de veiling blijkt dat Engie Electrabel twee nieuwe gascentrales mag bouwen, en dat de prijzen lager liggen dan verwacht. Hoewel het resultaat ongetwijfeld nog tot politiek geknetter zal leiden, lijkt hiermee de weg naar de kernuitstap in België definitief ingeslagen.

Al was die beslissing de facto al langer genomen. Uitbater Engie Electrabel had eerder al gezegd dat de beslissing voor een levensduurverlenging van de twee jongste reactoren al eind 2020 had moeten worden genomen. Het energiebedrijf is de voormalige kaskoeien intussen liever kwijt dan rijk. Ze passen immers niet meer in de strategische koers van het bedrijf.

De nucleaire centrales zorgen voor meer kopzorgen dan de beursgenoteerde groep lief is. Die rapporteert de laatste jaren meer verlies dan winst uit zijn laatste kerncentrales. De bijdragen aan Synatom, het fonds dat de middelen beheert voor de afbraak en verwerking van het nucleair afval, blijven immers lopen zolang er kerncentrales operationeel zijn. Het einde van de nucleaire stroomproductie betekent ook dat de overheid een beslissing zal moeten nemen over de definitieve berging van het nucleair afval. Daardoor is Engie Electrabel verlost van de onzekerheid over die factuur. Mocht de regering alsnog beslissen om twee kerncentrales te willen ophouden, dan zou de kostprijs wel eens hoger kunnen oplopen dan wat het CRM-systeem zal kosten.

Consument

Voor de consument maakt de sluiting relatief weinig verschil. Een recente studie van de UGent wees erop dat kerncentrales amper 0 tot 3 procent van de tijd de stroomprijs bepalen. Die wordt immers bepaald door de kostprijs van de laatste productie-eenheid die nodig is om het evenwicht tussen vraag en aanbod te verzekeren, en dat zijn op de West-Europese markt doorgaans gas- of centrales. Het maatschappelijk voordeel van het nog langer openhouden van twee nucleaire eenheden -volgens de laatste berekeningen van Energyville nog zowat 100 miljoen euro- zou vooral ten goede komen van de producent, en niet van de consument.

Dat de kerncentrales voor minder uitstoot zorgen dan nieuwe gascentrales, is duidelijk. Voorstanders van de kernuitstap beweren dat dit verschil volledig wordt geabsorbeerd in het Europese handelssysteem voor uitstootrechten, waardoor Oost-Europese kolencentrales uit de markt worden geduwd. Dat klopt niet helemaal, onder andere omdat er een tijdseffect speelt en omdat nog steeds een aantal gratis uitstootrechten worden uitgedeeld. Maar het is evenmin zo, zoals de tegenstanders beweren, dat het ETS helemaal niet werkt. Het ETS maakt wel degelijk dat het verschil in uitstoot een pak kleiner is dan het eenvoudig vergelijken van de uitstoot tussen een gas- en een kerncentrale.

Toch betekent het einde van nucleaire stroomproductie in België niet het einde van kernenergie. In Mol werkt SCK-CEN verder aan onderzoeksreactor Myrrha. Die kan onder andere een rol spelen in het verminderen van het nucleair afval. De kans dat België, in navolging van Frankrijk en een aantal Oost-Europese landen, ooit zelf SMR’s: kleine, veiliger kernreactoren, zou willen bouwen, is echter klein.

Vergunningen

In Vlaanderen, zo bleek uit een vraag van Groen-parlementslid Staf Aerts, weigert Omgevingsminister Zuhal Demir één op drie van de windprojecten waarvan alle experten een positief advies geven, meestal onder druk van een negatief advies van een lokaal bestuur. Verwachten dat een SMR wel vlot aan een vergunning raakt, is op zijn minst voorbarig.

Bovendien is de strategische context anders. Onze zuiderburen hopen met de SMR’s hun huidige nucleair park te moderniseren, terwijl het in Oost-Europese landen een manier kan zijn om zowel de kerncentrales te sluiten als niet te afhankelijk te worden van het gas van de grote Russische broer. De eerste commerciële SMR’s worden echter niet verwacht voor 2035.

De definitieve kernuitstap biedt zeker uitdagingen voor het beheer van het elektriciteitsnet. Vooral de industrie vraagt gegarandeerde stroombevoorrading, aan competitieve tarieven. Elia rekent onder andere op het opslagvermogen van elektrische wagens en warmtepompen. Die moeten zorgen voor de broodnodige flexibiliteit, bovenop een arsenaal aan variabele productie. Intussen pioniert de Duitse dochter 50Hertz met de integratie van hernieuwbare energie in het elektriciteitssysteem. Het aandeel gaat er van 60 procent nu naar 100 procent in 2032.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content