Direct naar artikelinhoud
InterviewBjörn Ulvaeus

Björn van ABBA: ‘Toeren is niet leuk: er zit geen glamour in en je reproduceert. Eigenlijk ben je een coverband’

ABBA in 1974. Met Björn Ulvaeus (links), Anni-Frid Lyngstad (achter), ­Agnetha Fältskog en Benny Andersson.Beeld Redferns

We spreken Björn van ABBA over hun comeback, hun aanstaande optredens als ‘Abbatars’ en de kritiek dat geld hun belangrijkste drijfveer is. ‘Het is zó oneerlijk om dit te zeggen.’

Het voelt gek om ongehinderd de brug over te steken naar Vågaskär, het eiland van Björn van ABBA. Het hek is open en nergens zijn nerveuze assistenten of voorlichters te bekennen. Het eiland lijkt zelfs verlaten, de herfstbladeren dwarrelen op het lege gazon. Dan gaat de voordeur van het gele huis open en verschijnt Björn Ulvaeus’ hoofd met de kenmerkende schemerbril in de deuropening. “Loop maar door naar het tuinhuisje. Ik zie je daar zo.”

Misschien is het iets Zweeds, het gemak waarmee het verzoek werd ingewilligd om de ABBA-ster thuis in Djursholm, een villadorp ten noorden van de stad, te interviewen. “Hier is het adres, Björn verwacht je morgen om 13.00 uur.”

De 76-jarige artiest, die samen met Benny Andersson vrijwel alle ABBA-nummers maakte, opent even later de deur naar het houten huisje, dat een magistraal uitzicht biedt op het water van de archipel van Stockholm. “Dit is een goede plek om na te denken en nieuwe plannen te maken”, zegt Björn, wiens enthousiast likkende witte schnauzer mee naar binnen glipt.

En plannen, die zijn er. Vrijdag komt, na een ‘pauze’ van bijna veertig jaar, een nieuw ABBA-album uit. Daarnaast bouwt de wereldberoemde Zweedse band, die wereldhits scoorde als Waterloo, Super Trouper en Dancing Queen, in Londen een concertzaal waar vanaf mei een show te zien is met hun jongere avatars – zeg maar Abbatars. Björn (76), Agnetha Fältskog (71), Benny (74) en Anni-Frid Lyngstad (75) brachten eerder dit jaar zes weken in een studio door om model te staan voor hun jongere versies. 

Hoewel in 2018 al aangekondigd, mag je dit gerust beschouwen als de spectaculairste comeback in de popgeschiedenis. Want wie is er niet groot geworden met deze Zweedse band, die bestond uit twee echtparen: Björn en Agnetha, Benny en Anni-Frid, wier eerste letters de bandnaam vormen. De vier wonnen in 1974 het Songfestival met Waterloo en werden daarna onwaarschijnlijk succesvol. Gimme! Gimme! Gimme!; The Winner Takes it All; Knowing Me Knowing You; Fernando; de band leverde de ene nummer-1-hit na de andere. Critici noemden het “bubblegum”, maar de wereld omarmde het. 400 miljoen albums gingen naar schatting over de toonbank.

Björn Ulvaeus van ABBA in zijn tuinhuisje op het eiland Vågaskär.Beeld Nadja Hallstrom

Als je er in de jaren zeventig niet bij was, dan hoorde je de muziek later wel, in films als Muriel’s Wedding (1994) of de musical Mamma Mia!. Of je danste op Dancing Queen of Money Money Money. En nu klinken dezelfde hits weer op TikTok. ABBA is een hitmachine die maar niet uit wil gaan.

Maar toch: op je 76ste het nog één keer proberen, dat klinkt als een riskant plan. Het roept de vraag op: waarom? “Toen we begonnen met het avatars-project vonden we dat de Abbatars een paar nieuwe nummers moesten hebben om te zingen. Benny en ik vroegen de vrouwen of ze bereid waren na zo’n lange tijd weer terug naar de studio te komen, en ze zeiden ja. Als het resultaat niet goed genoeg was geweest, zouden we het nooit hebben uitgegeven. Dan zou jij er nooit van geweten hebben. Maar het klonk zó goed. En toen deden we nog een paar nummers, en nog een paar en plotseling was er een album aan de horizon. En nu zijn we hier.”

In 2020 zei u in een interview dat u “bang” was om na zo’n lange pauze terug te komen als “een oude kopie van iemand die veel meer leven en energie in zich had”. Wat is er veranderd?

“Dat moet je niet te letterlijk nemen. Het was meer dat we aarzelden. Om de hele wereld naar iets te laten luisteren, terwijl je veertig jaar ouder bent en je in de tussentijd niks hebt gedaan, is een beetje... niet eng, maar je krijgt vlinders in je buik.”

Niks gedaan, dat is maar hoe je het bekijkt. Geen van de vier ABBA-leden verdween na de breuk in 1982 in de anonimiteit. Björn en Benny schreven succesvolle musicals als Chess en Kristina van Duvem, Agnetha begon aan een niet onverdienstelijke solocarrière en ook ‘Frida’ zong solo door, voor ze met een prins trouwde en zich in Zwitserland vestigde.

Van de vier bleef Björn het meest betrokken bij de erfenis van de band en de exploitatie van het merk ABBA. In de jaren negentig beleefde de band onverwachts een revival – “Ik had gedacht dat we een zachte dood zouden sterven” –, met films, musicals en het verzamelalbum ABBA Gold dat nu, na duizend weken, nog altijd hoog in de Engelse top-100 staat. Björn zat er bovenop en controleerde eigenhandig de vertalingen van musicalhit Mamma Mia!, waarin 22 ABBA-nummers voorkomen. Tot tien jaar geleden stond zijn privéjet altijd klaar op het vliegveld van Stockholm om hem naar plekken als Tokio of New York te brengen. Later deed hij hem weg. “Het deed te veel denken aan sjeiks uit Saoedi-Arabië”, zei hij.

Ondanks de revival bleef een comeback altijd ver weg. Dat had ook met het pijnlijke einde te maken. Nog tijdens de ABBA-periode kwam het tot een scheiding tussen beide echtparen. Het duurde niet lang voor de rek ook uit de band was. Het allerlaatste interview, in november 1982 met de BBC, werd een oefening in zelfkastijding, waarin de relatieproblemen voor het oog van de kijkers werden uitgevochten.

Daarna gaven Anni-Frid, Björn, Benny en Agnetha 35 jaar onafhankelijk van elkaar hetzelfde antwoord op de vraag of een reünie mogelijk was: nee. Pas in januari 2016, bij de opening van een Mamma Mia-themarestaurant in Stockholm, gingen de vier voor het eerst weer met elkaar op de foto. Het markeerde de ommekeer. Later dat jaar werd het avatar-project aangekondigd. Twee jaar later volgde het nieuws dat er nieuwe liedjes waren. En nu ligt er een album.

De nieuwe nummers klinken onmiskenbaar als ABBA, maar daarmee zijn ze misschien ook een tikkeltje ouderwets. Voelde u niet de druk om aan te sluiten bij de hedendaagse muziek?

“Waarom zouden we? We moeten niet opeens proberen om te klinken als iemand als Drake. What the fuck, nooit. We hebben precies gedaan wat we wilden doen en als dat ouderwets klinkt, dan is dat maar zo. Bovendien, ouderwets is zo’n negatieve term, alsof oude muziek niet goed zou kunnen zijn. Neem Beethoven, is hij ouderwets? Goede muziek is voor altijd, het blijft bij ons. We zingen nog altijd Stille Nacht omdat het zo’n ontzettend goed nummer is.”

De ABBA-liedjes doen het goed op TikTok. Hoe verklaart u dat de muziek generaties overleeft?

“Omdat ze waarschijnlijk heel modern is, haha. Kun je je misschien voorstellen dat ze ernaar luisteren om de simpele reden dat de muziek goed is? Tieners luisteren naar alles. Vanuit hun perspectief is niks modern. Het is of goed of slecht en zo kijk ik ook naar muziek.”

De avatarshow maakt het mogelijk dat ABBA straks voor altijd te zien is. Was dat een overweging?

“Nee hoor, ik heb nooit de wens gehad onsterfelijk te zijn. Het is gewoon nieuwsgierigheid. Toen het idee ter sprake kwam, dacht ik: ja, dat wil ik zien. We zijn de eersten, laten we het doen. We hebben de nummers, het verhaal en we zijn er alle vier nog, wat het voor de makers blijkbaar makkelijker maakt om de avatars te maken. Ze kunnen bij mij de afstand meten tussen kin en wenkbrauwen. Dat kan niet bij een video van Elvis.”

Speelt ook mee dat u nooit een fan was van live-optredens?

“We hadden allemaal al tien jaar met andere acts getoerd voordat we met ABBA begonnen. En toeren is niet leuk. Er zit geen enkele glamour in. Het is saai en je reproduceert. Eigenlijk ben je een coverband. Het is anders als je een echte performer bent, zoals Robbie Williams, maar wij speelden de liedjes gewoon precies zoals in de studio. Het was veel leuker om nieuwe liedjes te maken.”

Björn Ulvaeus: ‘Je krijgt een illusie voorgeschoteld waar je meteen in gaat geloven. Wij hebben onze zielen in deze Abbatars gegoten.’Beeld Nadja Hallstrom

Ik kan me ook voorstellen dat je er geen zin meer in hebt als je 76 bent.

“Ben je gek. Niemand van ons wilde dat ooit nog na de breuk.”

Bent u niet bang om fans teleur te stellen, omdat ze jullie niet in het echt zien?

“O, maak je maar geen zorgen, je krijgt een illusie voorgeschoteld waar je meteen in gaat geloven. Het is beter dan de werkelijkheid. Vergelijk het met een film waar je naartoe gaat in de bioscoop. Als je begint met kijken, sluit je als het ware een akkoord met de regisseur: dit is hoe en waar het verhaal wordt verteld. En dan ben je daar ook echt. Zo is het straks ook. En het werkt, omdat het zo mooi is. Wij hebben onze zielen in deze Abbatars gegoten.”

Is het ook iets voor andere artiesten?

“Zeker weten. Er zijn denk ik veel bands die nu zitten te kijken en denken: wat zijn ze daar in vredesnaam aan het doen?”

Het bedrijf dat de show, ABBA Voyage, produceert is PopHouse, een van de vele ondernemingen van Björn. Pophouse is ook eigenaar van hotels, conferentiecentra, een theater en het ABBA-museum in Stockholm.

Vraag een Zweed naar Björn Ulvaeus – in Zweden wordt hij wel met voor- en achternaam aangeduid – en de kans is groot dat die eerder over zijn zaken- en vastgoedimperium begint dan over zijn muzikale erfenis. Björn, die ooit bedrijfskunde en rechten studeerde in Lund, bleek een geboren zakenman. Hij richtte samen met zijn broer een ict-bedrijf op in Engeland, investeerde in andere bedrijven en bestiert zelf de firma Kopparnäset, die meer dan twintig dochterbedrijven heeft en Björns muziekrechten exploiteert. Volgens de gegevens van de Zweedse belastingdienst, die openbaar zijn, had het bedrijf vorig jaar een eigen vermogen van 86 miljoen euro.

Daarnaast ontwikkelde de ABBA-legende zich tot een heuse vastgoedkoning, die woningen in Europa kocht en verkocht en in Zweden hotels en appartementen bouwde. Volgens de krant Veckans Affärer stond hij in 2019 op plaats 163 van de lijst van rijkste Zweden. Hij zou goed zijn voor zo’n 300 miljoen euro. Dat vinden de meeste Zweden overigens niet erg, veel geld verdienen, als je maar normaal blijft doen en niet naar een belastingparadijs verhuist.

ABBA-Björn een vastgoedondernemer. Hoe kwam dat tot stand?

“Het begon met een klein project van een vriend. Daarna bezocht ik bestuursvergaderingen en merkte ik dat ik het interessant vond. Het bleek een creatief proces: het concept ontwikkelen, met de architect het ontwerp maken en al het andere dat erbij komt kijken op de reis naar een gebouw. Maar dit heb ik achter me gelaten. Ik doe andere dingen die ik leuk vind. Over een paar weken openen we in Stockholm SPACE, een hub voor kinderen uit de voorsteden die er kunnen gamen en programmeren. Het is deels een ideëel project, maar het is ook een manier voor ons bedrijf PopHouse om iets met gamen te gaan doen. Afgelopen week heb ik gerepeteerd met een familiemusical over Pippi Langkous die naar het circus gaat. Die gaat in juli volgend jaar in première.”

Het verandert wel een beetje uw nalatenschap. “Van ABBA naar vastgoed”, kopte een website. Wat vindt u daarvan?

“Dat klinkt saai. Maar dat is dus iets van het verleden.”

U hebt toch nog steeds hotels, huizen, conferentiecentra en restaurants?

“Ja, maar het is ondergeschikt aan wat ik wil creëren met mijn bedrijf PopHouse. Vergeet het vastgoed, ik ben er klaar mee. Het is saai. Ik moet elke ochtend nieuwsgierig wakker worden.”

PopHouse heeft in Stockholm grote plannen voor Djurgården, een populair recreatie-eiland in het centrum van Stockholm waar onder meer pretpark Gröna Lund, het Pippi Langkousmuseum Junibacken en het ABBA-museum te vinden zijn. PopHouse bezit er ook een restaurant en een theater en heeft plannen om het gebied in samenwerking met het pretpark te ontwikkelen tot een “bestemming van wereldklasse”. Niet iedereen zit daarop te wachten. Onlangs organiseerden inwoners van de stad een demonstratie tegen de plannen omdat die het karakter van het eiland zouden aantasten.

Een criticus schreef dat u er een soort “ABBA-land” van wilt maken.

“Ach, dat zijn oude mannen die tegen alles nee zeggen, die geen verandering willen. Sommige mensen zijn nou eenmaal zo. Die gaan met pensioen en weten niet meer hoe ze hun dagen moeten slijten. Ze worden nee-zeggers.”

In dit geval ging het om een schrijver en journalist die zich zorgen maakt over het historisch erfgoed.

“Het wordt geen ABBA-land, dat is een verzinsel. We gaan het heel voorzichtig aanpakken. We willen dat het weer levendig wordt. Het was ooit een plek waar alle mensen samen feest vierden. Dat willen we opnieuw. Deze kritische mannen zijn wie ze zijn en ABBA-land, dat is gewoon niet wat we gaan doen.”

In 2018 kwam Björn in opspraak vanwege een vastgoedproject in Västervik, de stad waar hij opgroeide. Een onderzoeksprogramma van de Zweedse publieke zender (SVT) reconstrueerde hoe hij acht jaar eerder voor het relatief kleine bedrag van 75 duizend euro een stuk grond aan de waterkant in het centrum had mogen kopen. Het plan was dat een deel van het terrein een publieke bestemming zou krijgen, zoals een concertzaal. Björn bouwde er uiteindelijk lucratieve appartementen, een hotel en een restaurant, maar van een gebouw met een publieke voorziening “was geen spoor te bekennen”, concludeerde de SVT. De zender zei niet dat Björn de wet had overtreden, maar de implicatie was wel dat hij geld belangrijker vond dan publiek cultuurgoed.

Björn Ulvaeus: ‘We hebben het prima voor elkaar, niemand van ons heeft geld nodig. We doen dit omdat we nieuwsgierig zijn, omdat we iets nieuws willen doen.’Beeld Nadja Hallstrom

Wat is uw reactie daar nu op?

“Wat we daar gedaan hebben, is groot. Er is een drijvend hotel, een restaurant, een romeins badhuis en een haven. Het is groot voor Västervik. Die kritiek komt van dezelfde soort mensen. Het is een enorme publieke plaats: het restaurant, de spa. Vraag het de mensen in Västervik en die zullen zeggen: ‘Ga ervoor Björn!’ Behalve de bittere oude mannen, die 1 procent waar jij het steeds over hebt.”

Ik begin erover omdat ik me afvraag in hoeverre geld een drijfveer is voor u, een poplegende. In Zweden hoor je mensen ook zeggen: het ABBA-museum, de reünie, de Abbatars, ze doen het om het geld.

Met stemverheffing: “Ze begrijpen niet wat een risico dit is. Het kost een fortuin om een stadion te bouwen en de Abbatars te ontwikkelen. Het duurt drie jaar voor we quitte spelen. En wíj nemen dat risico. We hebben het prima voor elkaar, niemand van ons heeft geld nodig. We doen dit omdat we nieuwsgierig zijn, omdat we iets nieuws willen doen, op onbekend terrein. Het is zó oneerlijk om dit te zeggen. Maar zo is het altijd geweest. Ik bedoel: zijn wij zó goed, dat we hadden kunnen bedenken dat we zoveel goede liedjes zouden maken over zo’n lange periode, alleen maar voor het geld? Natuurlijk niet! Mensen houden ervan omdat ze iets voelen. En wij hebben ze dat gegeven.”

Wat is uw belangrijkste drijfveer?

“Ik heb nog altijd zoveel lol om dit soort dingen te doen. Ik doe alleen dingen die ik leuk vind. De Pippi-musical is zó leuk om te doen, en nu dit. Ik wil graag iets hebben waar ik me creatief in onder kan dompelen, maar er moet ook altijd iets nieuws zijn aan de horizon waar ik me op kan verheugen.”

Björn Again

Een van de aanjagers van de ABBA-revival was de Australische ABBA-coverband Björn Again. De band, met ‘Frida Longstokin’ en ‘Björn Volvo-us’ in de gelederen werd zo populair dat ze in 1992 door hoofdact Nirvana werd gevraagd om op het festival van Reading te spelen. Leuk weetje: niet Björn Again maar de band Erasure haalde in 1992 een nummer-1-positie met een ABBA-coveralbum.