EU en VS reageren scherp op herverkiezing Daniel Ortega: “Nicaragua is een autocratie”

In Nicaragua is zittend president Daniel Ortega herverkozen voor zijn vierde ambt als president. De uitslag van de verkiezingen lag op voorhand zo goed als vast, Ortega heeft de afgelopen maanden alle politieke concurrenten in de cel gesmeten of onder huisarrest geplaatst. De herverkiezing voltooit Nicaraguas overgang in een autocratisch regime volgens de EU.

Autoritair regime

Voor de vierde keer op rij is Daniel Ortega verkozen tot president van Nicaragua. Daarmee doet Ortega er na 14 jaar regeren nog een ambtstermijn bovenop. Zijn Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN) haalde er 75 procent van de stemmen. De VS betwist de verkiezingsuitslag en dreigt nu met sancties, ook de EU-27 reageerde door te stellen dat Nicaragua een autocratie is, Russisch minister voor Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov toont zich echter solidair met Ortega en noemt de veroordelingen van de VS en de EU onaanvaardbaar, dat meldt persagentschap Reuters.

De uitslag van de verkiezing is weinig verrassend, Ortega heeft de afgelopen jaren de oppositie in het land buitenspel gezet. In totaal werden sinds juni 39 politici, zakenlui, studenten en journalisten opgepakt. Zeven daarvan waren presidentskandidaten en uitdagers van Ortega deze verkiezingen. De vijf andere kandidaten die tegen Ortega opkwamen zouden stromannen zijn die de zittende president trouw zijn.

Van revolutionair tot dictator

Ortega is al sinds 1962 lid van het FSLN en voerde een revolutionaire strijd tegen de dictatuur van de familie Somoza in Nicaragua. Die familie regeerde van 1936 tot 1979 over Nicaragua, en zag zich eerst gesteund door de VS. Die trokken eind jaren 70 hun steun echter terug aangezien het conflict steeds verder escaleerde en het trauma van Vietnam nog vers in het geheugen zat.

Na de val van de Somoza’s kwamen de Sandinisten -zoals de aanhangers van het FSLN genoemd worden- aan de macht. Zij lanceerden een succesvolle alfabetiseringscampagne en een sterke uitbreiding van de gezondheidszorg. Daarmee mocht Ortega op heel wat steun van de internationale gemeenschap rekenen, maar de aanklachten over mensenrechtenschennis waren al van bij de start aanwezig.

Zo voerden de Sandinisten een bittere en strijd tegen contrarevolutionairen, die zich gesteund zagen door Ronald Reagan, waarbij ze acht jaar lang een noodtoestand uitriepen die heel wat vrijheden van de bevolking beperkte. Die burgeroorlog werd gekenmerkt door extreem geweld langs beide kanten. In 1986 deed het Internationaal Hooggerechtshof zelfs een uitspraak tegen de VS voor het overtreden van “het verbod geweld te gebruiken tegen een andere staat onder internationaal gewoonterecht” wegens hun steun aan de contra’s en dus beïnvloeding van het conflict.

Na de verkiezingen van 1990 zagen de Sandinisten zich verslagen tegenover een front van oppositiepartijen. De Sandinisten moesten tot 2006 op de oppositiebanken blijven zitten. Vanaf Ortega’s herverkiezing in 2007 zijn de andere partijen er niet in geslaagd een vuist te vormen tegen de macht van Ortega en het FSLN.

In 2018 reageerde Ortega op burgerprotest met een ijzeren vuist. Ruim 300 opposanten werden toen vermoord, sindsdien hebben duizenden Nicaraguanen het land ontvlucht uit schrik voor het onderdrukkend bewind.

Meer