Susie (89) haakt elke dag een nieuw poppetje. “Ik moét iets in mijn handen hebben.”  © Bert De Deken

89-jarige Susie haakte al 500 ‘covidpopjes’ om te doneren aan ziekenhuizen: “Ik moet mezelf verplichten om te stoppen, anders blijf ik gaan”

Beerse -

Ze mag dan wel 89 jaar oud zijn, Susie Aldcroft uit Beerse weet nog altijd van aanpakken: ze haakte sinds de start van de coronapandemie al zo’n vijfhonderd kleurrijke popjes. De ‘covidpopjes’ of ‘zorgvriendjes’ schenkt ze aan ziekenhuizen, revalidatiecentra en de Cliniclowns. En ze is nog lang niet van plan om te stoppen met haar hartverwarmende, uit de hand gelopen hobby. “Ik gaf ze in het begin nog namen, maar dat hield ik niet vol.”

Britt Peeters

Ze kan niet goed stilzitten, maar ze moet van de dokter. “Omwille van een lekkende hartklep. En ik heb nog maar anderhalve long. Dat maakt van mij een risicopatiënt. Ik mag amper buiten komen”, haalt Susie Aldcroft haar schouders op. De 89-jarige dame uit Beerse met roots in Liverpool heeft dan wel een soort ‘huisarrest’ gekregen van haar arts, ze blijft kranig. En vooral creatief. Ze zet zich dagelijks in haar zetel, kijkt tv, en ondertussen haakt ze. “In mijn fabriekske”, lacht ze zelf.

Geen twee poppetjes zijn dezelfde. © Bert De Deken

Je kunt het wel een fabriekje noemen, want sinds de start van de coronapandemie in maart vorig jaar, haakt Susie élke dag. Niet voor zichzelf, maar voor anderen. Ze haakt ‘covidpopjes’, of zoals ze in het AZ Turnhout zeggen: ‘zorgvriendjes’. De schattige langwerpige mannetjes in alle kleuren van de regenboog, met mutsje of pet en grote ogen, liggen gestapeld in dozen in haar slaapkamer. Klaar om te worden gedoneerd.

“Ik kan er iemand anders blij mee maken, dus waarom niet”, zegt ze. Haar dochter stelde voor om te starten met haken, zodat Susie zich toch actief kon bezighouden. “Waarom haken? Ik moét iets in mijn handen hebben. Dat heb ik altijd gehad. En ik kon toch geen truien blijven breien. De popjes haken, doe ik heel graag. Het ontwerp was eerst een stuk groter, maar deze kleine versie vind ik mooier. En ik heb het model helemaal onder de knie.” Susie heeft reuma en dankzij het haken kan ze haar handen in beweging houden.

 ©  Bert De Deken

Tandjes

Het was haar kleindochter, die in het ziekenhuis van Turnhout werkt, die op het idee kwam om de popjes aan patiënten te geven. Ondertussen zijn de ‘zorgvriendjes’ behalve in Sint-Elisabeth en Sint-Jozef in Turnhout, ook al te vinden in woon-zorgcentrum De Mick in Brasschaat en in het revalidatiecentrum van Pulderbos.

“Mijn dochter zorgt voor de wol”, legt Susie uit. “Elke twee weken schrikt ze, omdat ik dan weer een doos vol heb gehaakt. Ik maak een popje per dag. ‘s Ochtends kies ik de kleuren, en ik haak tot het ‘s avonds klaar is. In het begin maakte ik wat foutjes, maar ondertussen kan ik het blindelings. Ik moet mezelf verplichten om te stoppen, anders blijf ik gaan”, lacht ze. De mondjes van de popjes vormen zakjes, zodat je er een briefje in kunt steken. Sinds kort is ze zelfs begonnen met het haken van tandjes. “Omdat mijn rode wol op was. Ik dacht: misschien kan ik wel iets met wit doen. En zo ontstonden er tandjes.”

Binnenkort gaan haar popjes ook naar de Cliniclowns, die ze aan kinderen in ziekenhuizen zullen geven. “Kinderen hebben graag iets in hun handen, en ik heb de popjes zo gehaakt en genaaid dat ze zich nergens aan kunnen bezeren. Ik ben er zelf best wel fier op”, vertelt ze terwijl ze een foto toont van een meisje met een van haar popjes. “En van De Mick kreeg ik een heel mooi boeket. Dat doet deugd.”

Susie heeft intussen al zo’n vijfhonderd poppetjes gehaakt. “In het begin gaf ik ze nog namen, dan waren het allemaal Jefkes of Andy’s. Dat hield ik niet vol. Hoe lang ik hier nog mee doorga? Tot ik niet meer kan.”

Elke twee weken heeft Susie een nieuwe doos vol met kleurrijke poppetjes. © Bert De Deken

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Blikvangers Kempen