Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLopende zaken

‘België werkt niet’, stelt de N-VA keer op keer vast, maar stilaan dringt een andere analyse zich op

Herfederalisering blijft een politiek taboe. Wie het idee oppert, wordt terstond weggezet als belgicist.Beeld BART DEWAELE

Het besef dat de klimaataanpak niet langer uitstel verdraagt, doet politici alle kanten tegelijk opstuiven. De kernuitstap is niet het enige idee waarvan de deugdelijkheid aan het wankelen gaat. Werkt België niet of werkt het (con)federalisme niet? 

“Je maintiens cet objectif avec détermination.” Met die woor­den bevestigt toenmalig premier Charles Michel (MR) op 14 december 2017 dat zijn regering (MR, N-VA, CD&V, Open Vld) zal doorzetten met de geplande kernuitstap tegen 2025. In de lente van het daaropvolgende jaar volgt het definitieve compromis: de nucleaire exit komt er, en in ruil wordt een subsidieregeling uitgewerkt: de capaciteitsvergoeding. Die moet de bouw van gascentrales mogelijk maken, zodat de energiebevoorrading niet in het gedrang komt. Dat is een eis van...

N-VA. Inderdaad, dezelfde partij die nu, amper drieënhalf  jaar later, middels Vlaams milieuminister Zuhal Demir alles op alles zet om gascentrales te weren om zo de kernuitstap alsnog te voorkomen. 

Toen de regering-Michel besliste, was er nog (nipt) tijd genoeg om het roer om te draaien. Ze had zelfs een goede reden: zorg om het klimaat was ook toen al een sterk argument. Maar de Zweedse regering draagt uiteraard niet als enige verantwoordelijkheid. Net als in Agatha Christies Moord in de Oriënt-Expres zijn er vingerafdrukken van vele daders op de crime scene te vinden. Te beginnen bij Guy Verhofstadt (Open Vld), die eerst met de Groenen de kernuitstap beklonk en dan zonder Groenen verzuimde een betrouwbaar tijdskader uit te werken. Alle daaropvolgende regeringen, tot en met de huidige, meenden dat er nog wel tijd genoeg was. Ter info: de MR, van wie voorzitter Georges-Louis Bouchez nu zo vurig voor kernenergie pleit, zetelde de voorbije twintig jaar in ál die regeringen. 

En nu is de tijd om. De politieke hinderpaal die Demir opwerpt, maakt het federaal energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) lastig. Toch kan de regering-De Croo bijna niet anders dan een alternatief zoeken, mocht de gascentrale in Vilvoorde er definitief niet komen. Puur praktisch is het openhouden van zelfs nog maar twee kernreactoren bijna onmogelijk geworden. Dan nog is extra (gas)capaciteit nodig. 

Noodsituatie

Economisch gezien is een nieuwe levensduurverlenging van kerncentrales duur, omslachtig en tijdrovend. In een analyse op VRT NWS stipt collega Luc Pauwels aan dat de EU subsidies voor gascentrales enkel goedkeurt als de kernuitstap volledig wordt uitgevoerd, omdat er dan een ‘noodsituatie’ voor de bevoorradingszekerheid zou ontstaan. Zonder kernuitstap dus geen subsidiemechanisme, noodzakelijk om alternatieven aan te trekken. Politiek is niets onmogelijk, maar economisch is de kernuitstap in feite een ‘done deal’. 

De politieke energie die nu verspild wordt aan standpuntbepaling over een probleem dat, door het moedwillig te laten aanslepen, eigenlijk (en wat mij betreft helaas) ‘opgelost’ is, staat in schril contrast met de bereidheid om een effectief klimaatbeleid te voeren. Er ligt, zachtjes uitgedrukt, nog wat werk op de plank. 

Vlaamse blokkage

Zo belooft de Vlaamse regering de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 40 procent terug te brengen. Minder dan de EU vraagt, maar zelfs over die lat springen wordt moeilijk. Voor de CO2-vretende domeinen isolatie, landbouw en transport & mobiliteit moet het klimaatbeleid nog zowat beginnen. Het aarzelende plan van aanpak dat de regering-Jambon vorige week inderhaast bijeensprokkelde, dreigt tekort te schieten. 

Het aanhoudende getalm neemt tijd weg om een antwoord te bieden op de cruciale vraag hoe we het onvermijdelijke ook sociaal mogelijk gaan maken. Dat vraagstuk is wellicht nog het dringendst van al. Een robuust langetermijnplan, dat de angst voor (de kostprijs van) verandering wegneemt, blijft ontbreken. Zelfs een nationaal klimaatplan dat de lasten verdeelt, zit er voorlopig niet in. De blokkage zit vooral in Vlaanderen, dat op de rem staat.

Opvallend is bijvoorbeeld dat de Vlaamse regering er bij de EU voor wil ijveren om een flink pak uitstootrechten, die overtollig zijn en geschrapt zouden worden, toch te kunnen opnemen. Een ingewikkelde zaak, maar het resultaat zou dan wel zijn dat het Europese emissieplafond verhoogd wordt en er dus meer uitgestoten mag worden dan nu is gepland. Dat is een idee dat visueel minder makkelijk te framen valt dan een gesloten kerncentrale, maar qua feitelijke aanslag op het klimaatbeleid gaat het veel verder. 

Het onvermogen om samen te werken en goed te besturen mag de Belg niet meer verrassen. N-VA-voorzitter Bart De Wever ziet daar, niet geheel verbazend, een aansporing in om het beleid nog verder op te splitsen. In Terzake hield hij woensdag een pleidooi om maar meteen het hele energie- en klimaatbeleid te regionaliseren. Maar aangezien zijn partij actief aan de blokkage bijdraagt, klinkt zijn lied wat vals. 

‘België werkt niet’, stelt de N-VA keer op keer vast, maar stilaan dringt een andere analyse zich op. Het is het (con)federalisme dat niet werkt. Of het nu gaat over de coronapandemie, extreme rampspoed of klimaatbeleid: in de confrontatie met grote, grensoverschrijdende beleidsuitdagingen schiet het gefederaliseerde staatsmodel tekort. Te veel tijd kruipt in territoriumtwisten. Te veel energie lekt weg in de dicht op elkaar gestapelde bestuurslagen. 

Het resultaat is een politieke cultuur met een eindeloos feuilleton aan gevechten tussen en in regeringen en weinig vooruitgang. De burger blijft beduusd achter. In Vlaanderen helpt de economische voorspoed om de grootste gebreken te maskeren, maar het dure beleid verhindert niet dat op kerndomeinen als onderwijs of welzijn de resultaten ondermaats zijn. Brussel, Wallonië en de Franse Gemeenschap stevenen regelrecht op het bankroet af. Tout ça pour ça

Herfederalisering blijft een politiek taboe. Wie het idee oppert, wordt terstond weggezet als belgicist.

Toch lijkt er wat te keren in het gemoed van de crisismoeë medeburger. Vraag de Belg of hij vier klimaatministers en negen ministers van Volksgezondheid verkiest, dan wel één regering met alle sleutelbevoegdheden in één hand, en het antwoord zou wel eens verrassend eenduidig kunnen zijn.