Coronavirus tast geurzenuw niet aan: goede hoop op volledig herstel van reukverlies na Covid-19

 ©  Shutterstock

Je hebt corona (gehad) en je bent je reukvermogen kwijt. Het gebeurt bij bijna de helft van alle covid-patiënten. Maar wat blijkt: het coronavirus laat het reukcentrum van de hersenen ongemoeid. En dat geeft goede hoop op een volledig herstel van reukverlies na Covid-19.

Hilde Van den Eynde

Het virus dat Covid-19 veroorzaakt, tast de zenuwcellen van het reukslijmvlies in onze neus niet aan, leert een studie in Vlaamse ziekenhuizen. En dat is goed nieuws, zegt neus-keel-oorarts Laura Van Gerven (UZ Leuven). “Het betekent dat de reukzenuw geen sluiproute naar de hersenen vormt, en dat het virus dus niet via die weg in ons brein kan geraken.”

Reukverlies is een veelvoorkomend symptoom van een infectie met het coronavirus. Ongeveer de helft van alle covid-patiënten krijgt ermee te maken. In de meeste gevallen is het reukverlies tijdelijk en herstelt de reukzin zich weer vanzelf.

“Maar zo’n 5 procent van de getroffen covid-patiënten blijft langdurig last hebben”, zegt Van Gerven. Deze patiënten blijven geuren minder goed waarnemen, of ze ruiken ‘rare’ geuren, die niet te rijmen vallen met wat ze in werkelijkheid voor zich hebben.

Hoewel we inmiddels in de vierde golf van de pandemie zijn aanbeland, waren wetenschappers er nog altijd niet achter gekomen hoe dat reukverlies bij covid-patiënten ontstaat. Tastte het ­virus misschien de reukzenuw en/of de reukcentra in de hersenen aan? Dat zou zorgelijk zijn, want zenuw- en hersencellen hebben slechts een beperkt vermogen om zich na beschadiging weer te herstellen. Mensen met hardnekkig reukverlies zouden dan maar weinig hoop op volledig herstel hebben.

Op heterdaad betrapt

Om te onderzoeken of het virus de reukzenuwvezels aantast, namen artsen van UZ Leuven en AZ Sint-Jan Brugge weefselstalen bij 70 overleden covid-patiënten en bij 15 niet-covidpatiënten (dat laatste ter controle). Gegidst door een kleine camera haalden ze via de neusgaten heel precies een stukje van het reukslijmvlies en het reukcentrum in de hersenen weg. Dat gebeurde zo snel mogelijk na het overlijden van de patiënten, in de hoop het virus ‘op heterdaad’ te kunnen betrappen, terwijl er nog volop nieuwe virusdeeltjes werden aangemaakt. De hoop was zo te kunnen achterhalen in welke celtypes het virus zich vermenigvuldigt, en in welke niet.

De weefselstalen werden in Duitsland door het team van onze landgenoot Peter Mombaerts (Max-Planck-Gesellschaft Frankfurt am Main) onderzocht op sporen van het coronavirus. Bij dertig patiënten kon nog actief virus worden aangetoond – deze patiënten waren gestorven in de acute, besmettelijke fase van hun ziekte, niet aan secundaire complicaties zoals een ontspoorde immuunreactie.

De onderzoekers ontdekten dat het virus zich uitsluitend vermenigvuldigt in de steuncellen van het reukslijmvlies. Dat zijn cellen die de eigenlijke reukzenuwcellen in het slijmvlies omringen, maar zelf geen geurprikkels doorgeven naar de hersenen. In de reukzenuwcellen zelf werd geen spoor van het virus aangetroffen. Ook het geurverwerkend centrum in de hersenen blijft gespaard, schrijven de onderzoekers in het gereputeerde vakblad Cell.

Peter Mombaerts, medehoofdonderzoeker, veronderstelt dat infectie van de steuncellen de werking van de reukcellen negatief beïnvloedt, en dat daardoor het reukvermogen onrechtstreeks wordt aangetast. “Maar ons lichaam maakt doorlopend nieuwe steuncellen aan. Dat verklaart waarom het reukverlies tijdelijk is.”

Mochten de reukcellen zélf zijn aangetast, zou dat slecht nieuws zijn geweest, zegt Van Gerven. “Want zenuwcellen herstellen veel minder makkelijk dan steuncellen.”

Via het bloed?

De studie loopt nog steeds verder, want hoewel de onderzoekers een flinke tip van de sluier hebben opgelicht over het ontstaansmechanisme van reukverlies bij Covid-19, weten ze nog altijd niet hoe het komt dat het probleem zich bij sommige patiënten niet (helemaal) herstelt. Van Gerven: “Mogelijk spelen ontstekingsmechanismen die ontstaan als reactie op de infectie daarbij een rol, niet de virusinfectie zelf.”

In enkele gevallen vonden de onderzoekers actieve virusdeeltjes op het hersenvlies van overleden patiënten, een teken dat het virus bij hen tóch de hersenen had weten te bereiken. “Misschien via het bloed”, denkt Van Gerven. “Ook dat willen we verder uitzoeken.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer