Direct naar artikelinhoud
AnalyseToestand in ziekenhuizen

‘Liesbreuk of hernia, wat is het dringendst?’: ziekenhuizen staan opnieuw voor moeilijke keuzes

Gregory Sergeant is abdominaal chirurg in het Jessa Ziekenhuis. ‘Ik merk bij mijn patiënten een lichte toename van het aantal uitzaaiingen naar de lever.’Beeld ID/ Karel Hemerijckx

Niet-dringende medische ingrepen dreigen (opnieuw) op de lange baan te belanden, nu ziekenhuizen schakelen naar fase 1B. Op veel afdelingen is het breekpunt al bereikt. ‘De fut is er uit bij het personeel.’

Of ze verrast was door het aanbod? “Niet echt”, zucht verpleegkundige Ellen Fouwe (42). Na de herfstvakantie verliet ze opnieuw - voor de vierde keer al - haar vertrouwde post in het operatiekwartier van Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) op intensieve zorg om bij de covidpatiënten te gaan staan. “Pas op, ik doe dat graag. Maar ik moet toegeven dat het zwaar valt.”

Opnieuw zware werkdagen in een beschermend pak, opnieuw amper kansen om even iets te eten of te drinken. “Sommige collega’s reageerden bijna radeloos: ‘Alsjeblieft, niet weer.’ Die moeheid voel je heel erg. De momenten om even op adem te komen zijn de afgelopen maanden erg schaars geweest.”

Net zoals in heel wat andere ziekenhuizen heeft de vierde golf in het ZOL al een symbolische drempel bereikt. De aparte covidzone is terug van heel even weggeweest, en om voldoende zorgpersoneel bij de bedden te voorzien zijn vijf operatiezalen dicht, ongeveer een zesde van de totale capaciteit. Dat betekent onvermijdelijk: ingrepen die niet dringend of levensbedreigend zijn, belanden in de wachtrij.

Zelfs als je klaarligt op de operatietafel om een hersentumor te laten verwijderen, ontsnap je er niet aan. Een man in het UZ Gasthuisberg in Leuven mocht dat enkele weken geleden aan den lijve ondervinden. Zijn operatie, die eigenlijk al in maart gepland was, ging voor een tweede keer niet door om bedden voor covidpatiënten vrij te houden. “Het toont vooral pijnlijk aan hoe we zelfs op het allerlaatste moment knopen moeten doorhakken”, klinkt het bij het UZ Leuven.

Puzzelwerk

De stijgende covidbezetting in Belgische ziekenhuizen - met 28 procent de voorbije week - noopt sindsdien tot opschakeling na opschakeling. De huidige fase 1A+, wat betekent dat een derde van de ic-bedden gereserveerd is voor covidpatiënten, moet vrijdag alweer wijken voor fase 1B, de helft van de ic-bedden.

Een brede rondvraag bij een vijftiental ziekenhuizen toont dat het uitstellen van niet-dringende ingrepen nu al de norm is. Terwijl de situatie twee weken geleden nog in de meeste gevallen “onder controle” was, raakt de “moeilijke puzzel” steeds lastiger rond. Zeker zes ziekenhuizen hadden voor dit weekend al niet-dringende ingrepen uitgesteld, bij vier gebeurt dat sinds deze week en ook de rest nadert het breekpunt.

“Tot nu toe hebben we de schade kunnen beperken tot het verschuiven van ingrepen met één of twee dagen”, zegt Frank Vermassen, hoofdarts van het UZ Gent. De eerdere beslissing van het ziekenhuis om ic-bedden niet zomaar te reserveren voor coronapatiënten neemt niet weg dat die doelgroep de afdeling op dit moment voor 30 procent vult. “Wellicht zullen we volgende week ingrepen op de langere baan moeten schuiven.”

Volgens Margot Cloet (Zorgnet-Icuro) zullen zelfs alle niet-dringende ingrepen waarbij patiënten intensieve zorg nodig hebben uitgesteld raken bij fase 1B, zo verneemt ze van de hoofdartsen binnen het netwerk. Bij hospitalisaties zonder intensieve zorg zal het volop kiezen worden. Ook de meer ambulante zorg kan in het gedrang raken, omdat personeel wordt vrijgemaakt voor covid-intensieve zorg.

Wat er dan als eerste op het kapblok belandt, is moeilijk in cijfers uit te drukken en erg afhankelijk van ziekenhuis of specialisme. “Oncologische chirurgie zal ik nooit uitstellen, eerder gaat het om een liesbreuk of vermageringschirurgie die moet schuiven”, zegt Gregory Sergeant, abdominaal chirurg in het Jessa Ziekenhuis in Hasselt.

Fut

Een ongenadige logica, die door de vaccins naar de prullenbak verwezen leek, is zo opnieuw de ziekenhuizen binnengeslopen: ‘Een bed is een bed.’ Al lijkt het in deze vierde golf eerder: een zorgverlener is een zorgverlener. Door personeelstekorten zijn er op dit moment 136 ic-bedden en 1.744 gewone bedden in de Belgische ziekenhuizen gesloten wegens ‘niet bemanbaar’.

In het Jessa Ziekenhuis zaten ze de voorbije weken met zo’n 300 afwezigen, of een op tien medewerkers. Op de kritieke diensten - ic, spoed en operatiekwartier - gaat het om liefst 15 procent. Deze week zijn er dagelijks slechts vier operaties met een verblijf op intensieve zorg gepland. Zelfs in vorige golven lag dat getal niet zo laag.

Onder het personeel circuleren de virale infecties vlot en dwingt het testbeleid heel wat mensen in quarantaine - vooral door kinderen die op school positief testen. Er is echter nog een diagnose die het Hasseltse ziekenhuis stelt: “De fut is eruit bij het personeel.”

Al sinds maart 2020 wordt geschipperd van covidpiek naar inhaalspurt, zonder veel tijd voor recuperatie. Dat eist zijn tol, zowel mentaal als fysiek. “We staan weer voor een enorme piek, en je weet: als die wegebt, komt de terugslag”, zegt Katrien Bervoets, hoofdarts van het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen. Dat de context helemaal anders is dan een jaar geleden, weegt volgens Hans Rigauts, algemeen directeur van het AZ Sint-Jan in Brugge, nog eens extra. “De hoop dat de vaccins een nieuwe golf zouden voorkomen is de kop ingedrukt.”

Chantal Desticker, divisiemanager van de kritieke diensten van ZOL, merkt de moeheid dagelijks. Zij moet het constante schakelen tussen fases in goede banen leiden, zorgen dat een nieuw covidbed ook een paar zorgverlenende handen naast zich krijgt. “Een paar bedden, dat lukte nog net met de verpleegkundigen van intensieve zorg. Elke uitbreiding vraagt echter extra krachten, die we elders moeten zoeken.”

Die handen komen vaak uit de operatiezalen, waar kennis en kunde voorhanden is. “Voor sommigen begint het te wegen om telkens weer hun comfortzone te verlaten. Met iedere golf is het enthousiasme afgenomen”, merkt Desticker. “Je kan mensen niet dwingen, want dan riskeer je nog meer uitval. Ik heb hier al verpleegkundigen mentaal zien crashen, mensen die staan te wenen op de gang als het even te veel wordt. Dan denk ik: wat doen we onze mensen toch aan?”

Achterstand

Naast dat menselijke aspect dreigt de huidige situatie ziekenhuizen te ontwrichten. Alles wat uitgesteld raakt, komt boven op de stapel werk die nog op de plank ligt. Uit de laatste Riziv-cijfers, tot en met mei dit jaar, blijkt dat ruim een vijfde van de niet-essentiële ingrepen door de pandemie vertraging opliep.

Al dat uitstel - ook doordat mensen zelf het ziekenhuis mijden - werkt bovendien complexere diagnoses in de hand, ziet Gregory Sergeant. “Ik merk bij mijn patiënten een lichte toename van het aantal uitzaaiingen naar de lever, grotere liesbreuken of meer klachten van galstenen.”

Voorafgaand aan deze golf werd geschat dat een inhaalbeweging pas ten vroegste deze zomer afgerond zou zijn, sommige ziekenhuizen zouden zelfs tot twee jaar boven hun capaciteit moeten draaien. Die horizon zal nog verder komen te liggen, weet Frank Vermassen, die als volgt rekent: “Eén maand terugschakelen op 60 procent reguliere zorg betekent zo’n vier maanden inhalen, want meer dan 10 procent rek zit er niet op onze werking.”

Die rekenoefening gaat weliswaar uit van een voltallig personeelsbestand, van patiënten die het ziekenhuis niet mijden. De realiteit is: in het tweede trimester van dit jaar slaagden slechts vier Belgische ziekenhuizen erin om meer opnames op te tekenen in vergelijking met 2019.

Het is dus een grauw vooruitzicht, wetende dat de wandelgangen vandaag al volgestouwd zijn met vermoeide hoofden en lange tenen. “Wat is urgenter: een liesbreuk of een discushernia?”, zegt Sergeant over de concurrentie die weer tussen chirurgen optreedt. Het is vechten voor tijdsloten en personeel, en financiële repercussies zetten die keuzes extra op scherp. Net de niet-dringende, kleinere heelkunde is “het brood en boter van artsen”.

Het grootste spanningsveld blijft echter dat tussen gevaccineerden en niet-gevaccineerden. Covidpatiënten die in ic-bedden belanden, zijn ofwel ‘immuungecompromitteerd’ of niet-gevaccineerd, klinkt het bij alle ziekenhuizen. Een analyse van De Standaard toonde eerder dat het aantal nieuwe opnames ruim 40 procent lager zou kunnen liggen als iedereen een prik had laten zetten.

Met die kennis in het achterhoofd is het naast een covidbed soms extra lastig werken, zegt verpleegkundige Ellen Fouwe. “Uiteraard krijgen ongevaccineerde mensen dezelfde zorg, maar het is wel frustrerend. De gedachte passeert soms: ‘Jij hebt hier wel een beetje voor gekozen.’”