Direct naar artikelinhoud
ReportageTaalonderwijs

Nederlands straks verplicht in Franstalig België? ‘Die taal zingt niet’

De leerlingen van Paulette Oset, leerkracht Nederlands, in La Louvière zijn niet zo happig om Nederlands te krijgen op school.Beeld Tim Dirven

Moeten leerlingen in Franstalig België binnenkort verplicht Nederlands of Duits volgen? In Franstalig België neemt de regering hierover binnenkort een beslissing. Bij de leerlingen is niet iedereen even enthousiast. ‘Engels is veel internationaler.’

“Wie van jullie heeft er gekozen voor Engels als eerste vreemde taal?” Meteen nadat leerkracht Duits en Nederlands Paulette Oset de vraag aan haar vijfdejaars Kantoor en Toerisme stelt, schieten de handen omhoog. Van de negen leerlingen uit de klas van het Institut Provincial d’Enseignement Secondaire Léon Hurez in La Louvière zijn er maar twee die destijds kozen voor Nederlands.

“Waarom? Het was verplicht in mijn vorige school”, zegt Quentin Henrot. In het lager onderwijs bieden sommige scholen of gemeenten slechts een van de talen aan. Het is vooral in het secundair dat leerlingen meer de keuze hebben tussen Nederlands en Engels. Henrot leerde Nederlands in het lager en ging daarmee verder in het secundair. Elisa Poglajen deed het tegenovergestelde: ze begon met Nederlands, maar stapte in het secundair over op Engels. “Al mijn vrienden volgden Engels”, zegt ze. “Al heb ik daar wel spijt van. Het Nederlands geeft meer mogelijkheden.”

Intussen volgen ze alle negen zowel Engels als Nederlands. Dat moet in hun taalrichting. Al kwam dat Nederlands er bij de meerderheid pas bij vanaf het derde jaar. Maar onze vragen beantwoorden in het Nederlands zit er ondanks aanmoedigingen van de leerkrachten niet in. “Ik durf niet”, zegt Poglajen.

De leerlingen uit La Louvière illustreren het bredere plaatje in het Franstalig onderwijs, Brussel – waar Nederlands verplicht is – buiten beschouwing gelaten. Het is een minderheid van de leerlingen die kiest voor het Nederlands. In het secundair was dat vorig schooljaar ongeveer 34 procent. Tien jaar geleden lag dat aandeel nog op 49 procent.

Al zijn er wel grote verschillen tussen de provincies. Volgens berekeningen van professor Nederlandse Taalkunde Laurence Mettewie (UNamur) op basis van gegevens van de overheid, kiest in Waals-Brabant 92,8 procent van de leerlingen voor Nederlands in het lager onderwijs, en 68,6 procent in het secundair. Dat is een hemelsbreed verschil met Luxemburg, waar dat respectievelijk 26,4 procent en 8,2 procent is.

Niet muzikaal

Waarom is het Nederlands eigenlijk zo onpopulair? “Engels is een veel internationalere taal”, zegt Ibrahim Senhagi. De impressie bij deze klas leeft dat het daardoor ook meer jobkansen biedt. Hun leerkrachten zijn daar niet zeker van. “Er zijn heel wat jobs waarbij de werkgever verwacht dat je tweetalig Frans-Nederlands bent”, zegt Oset.

Recente evoluties in het immersieonderwijs – onderwijs in een vreemde taal – lijken dat te onderstrepen. Het zijn vooral kinderen van hoger opgeleide ouders die kiezen voor immersie in het Nederlands, meer zelfs dan in het Engels. Dat blijkt uit onderzoek van de UNamur en UCLouvain.

Mettewie ziet nog een tweede element. “Het heeft het imago een vrij onaantrekkelijke en niet-melodieuze taal te zijn”, zegt ze. Of zoals de leerlingen uit La Louvière dat zeggen: “pas chantant”, het zingt niet zo mooi.

Al lijkt er verandering op til te zijn. De huidige Waalse regering (PS, MR en Ecolo) beloofde in haar regeerakkoord om “een breed publiek debat” te organiseren over een mogelijke verplichting van de landstalen als eerste vreemde taal. Van dat debat kwam niet veel in huis. Maar minister van Onderwijs Caroline Désir (PS) zei deze week in het parlement wel dat de regering intussen van plan is om “de komende weken” zelf een beslissing te nemen.

Wat de beslissing zal worden, is moeilijk te zeggen. PS-voorzitter Paul Magnette zei in oktober in een interview aan de VRT dat de drie meerderheidspartijen gewonnen zijn voor een verplichting van een van de landstalen. Partijgenoot Désir laat niet in haar kaarten kijken. Haar kabinet was onbereikbaar voor commentaar.

Het is vooral Ecolo dat de druk opvoert. “Waarom we dit zo belangrijk vinden?”, zegt Waals parlementslid Kalvin Soiresse Njall (Ecolo) die minister Désir er vaak over interpelleert. “Wij zijn gehecht aan de eenheid van België. Dan is het toch niet meer dan logisch dat je de grootste cultuur van het land leert kennen, namelijk de Vlaamse?” Daarnaast benadrukt ook hij de jobkansen die het Waalse leerlingen later zou geven.

Lerarentekort

Maar een schuilt een adder onder het gras. “Als die verplichting er komt, dan hebben we een enorm probleem met het lerarentekort”, zegt professor Nederlandse Taalkunde Philippe Hiligsmann (UCLouvain). “We hebben nu al te weinig leerkrachten Nederlands. Beslist de politiek om de landstalen verplicht te maken – wat ik toejuich – moet het ook met een plan komen om dat te realiseren.”

Wat vinden de leerlingen uit La Louvière eigenlijk van een eventuele verplichting? De ruime meerderheid ziet er de meerwaarde van in. “Al is een verplichting alleen niet genoeg natuurlijk”, zegt Poglajen. “Als je na de lessen niets vindt om de aandacht van jongeren in die taal te behouden, wordt het moeilijk.”

Ook Mettewie en Hiligsmann onderstrepen dat. “Kijk naar Vlaanderen”, zegt die laatste. “Frans mag dan wel verplicht zijn als eerste vreemde taal, iedereen moet wel constateren dat de interesse voor de taal dalende is.” “Vergelijk het met leerlingen de keuze geven tussen hamburger met friet of soep met salade”, zegt Mettewie. “Ze zullen altijd het eerste kiezen. Dus moeten we ervoor zorgen dat het slaatje er zo aantrekkelijk mogelijk uitziet. Kortom, we moeten massaal investeren in de opleiding en begeleiding van leerkrachten.”