Direct naar artikelinhoud
NieuwsPolitiek

Topvoetbalclubs worden gespaard: fiscale korting gaat van 4 naar 12 miljoen euro

RSC Anderlecht.Beeld Photo News

De topclubs in het Belgisch voetbal kunnen opgelucht ademhalen: minister van Financiën Vincent Van Peteghem  (CD&V) trekt de fiscale korting per club op van 4 naar 12 miljoen euro. Maar toch krijgen ze niet helemaal hun zin. Het geld kan alleen gebruikt worden voor jeugd en infrastructuur, niet voor spelerslonen.

en

Twee weken geleden was er heel wat heisa over een taxshift in het voetbal, waarmee De Morgen uitpakte. De bestaande belastingkorting van 100 miljoen euro op de lonen van spelers werd in het voorontwerp van programmawet grondig hervormd. Onder andere de grotere voetbalclubs en MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez schuwden de dramatiek niet en hadden het over het “faillissement van de sector”.

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem onthield zich van commentaar, maar ging wel in overleg met de verschillende sporttakken. Op basis daarvan heeft hij beslist om zijn voorstel bij te sturen. Aanvankelijk zouden de clubs nog maximaal 4 miljoen euro korting krijgen op hun belastingen, om zo in lijn te zijn met de Europese staatssteunregels. Dat plafond is in het nieuwe voorstel verdrievoudigd: 6 miljoen euro voor de jeugdopleiding en 6 miljoen voor infrastructuur.

Een belangrijke toegeving, vooral voor de topclubs in het voetbal. Als we ons baseren op het seizoen 2019-2020 zou alleen Anderlecht dan 3 miljoen euro verliezen per jaar. In het eerste voorstel was dat nog 37 miljoen euro voor alle clubs in de G6 samen. “We zetten zo stappen in de goeie richting, maar ik begrijp dat zo’n grondige ingreep moeilijk is van vandaag op morgen”, verduidelijkt Van Peteghem zelf. “Het is wel de bedoeling dat we op termijn evolueren naar conformiteit met de Europese wetgeving.” Lees: een plafond van 4 miljoen euro, dus.

Enkel jeugd en stadions

Niet alleen aan de bedragen, ook aan de voorwaarden werd geschaafd. Waar in het oorspronkelijke voorstel de fiscale korting voor de jeugdopleiding enkel gebruikt mocht worden voor -23-jarige spelers die minstens vier jaar in de eigen jeugd waren opgeleid, is daar nu – na bezwarend advies van de Raad van State – geen voorwaarde meer aan verbonden. Dat wil dus zeggen dat ook de lonen van jonge buitenlanders nog betaald kunnen worden met deze fiscale korting. Dit wordt wel beperkt tot 86.592 euro bruto per speler per jaar.

“De principes blijven dus intact”, zegt Van Peteghem. “En dat is voor ons essentieel. Wij willen dat elke euro die we investeren in de sport naar de juiste doelstellingen gaat: de jeugd – door investeringen in de opleiding – en de fans – in de vorm van betere en nieuwe stadions.”

Van Peteghem heeft het voorstel intussen doorgestuurd naar de IKW, de interkabinettenwerkgroep. Vrijdag zal het besproken worden bij een tweede lezing van de programmawet. Vorige keer was er enorm veel tegenstand van de liberale partijen omdat de budgettaire impact veel groter zou zijn dan de afgesproken 13 miljoen euro. Dat argument is intussen van tafel geveegd.

Gevolg van deze hervorming zal wel nog steeds zijn dat de topvoetbalclubs verplicht worden om een veel groter deel van hun fiscale korting aan jeugdopleiding of stadions te besteden. “We voelen dat hiermee een belangrijke stap wordt gezet in de hervorming van een onrechtvaardig systeem”, zegt Van Peteghem. Bedoeling is dat de hervorming ingaat op 1 januari 2022 samen met die in de sociale zekerheid, waaraan minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) momenteel werkt. (DT/SSL)