In Europese Unie werkt bijna één op acht arbeidskrachten als zelfstandige

Tijdens het tweede kwartaal van dit jaar was in de Europese Unie 13 procent van de arbeidsbevolking actief met een statuut van zelfstandige. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek. Er wordt aan toegevoegd dat 86 procent van de Europese arbeidsbevolking als werknemer stond geclassificeerd.

Daarnaast had nog een deel van minder dan 1 procent zich als meewerkend gezinslid laten registreren.

Het rapport toont verder dat de groep zelfstandigen in de Europese Unie bestaat uit 67 procent mannen, tegenover 33 procent vrouwen. Bij de werknemers blijkt er daarentegen een vrij gelijkmatige verdeling tussen mannen (52 procent) en vrouwen (48 procent) te kunnen worden vastgesteld.

Vijfenvijftigplussers

De onderzoekers wijzen er verder op dat het zelfstandig ondernemerschap in de Europese Unie in de leeftijdsgroep tussen vijfenvijftig en vierenzestig jaar zijn absolute piek bereikt. In die categorie is 17 procent met een statuut van zelfstandige aan de slag.

In de leeftijdsgroep tussen de vijfentwintig en vierenvijftig jaar daalt dat aandeel tot 13 procent. In de categorie tussen vijftien en vierentwintig jaar heeft nog amper 4 procent een zelfstandig statuut.

De onderzoekers merken daarnaast op dat een lager onderwijsniveau het meest met een zelfstandig statuut in verband kan worden gebracht. Bij de laagste opleidingsniveaus blijkt immers 16 procent als zelfstandige te werken.

Dat cijfer daalt tot 13 procent bij de Europeanen met een hoog opleidingsniveau. In de categorie met een middelbaar opleidingsniveau is 12 procent als een zelfstandige aan de slag.

Tweede baan

Het onderzoek geeft verder aan dat in de Europese Unie tijdens het tweede kwartaal van dit jaar iets minder dan 4 procent twee banen combineerde. Bij 57 procent van de betrokkenen gebeurde ook die bijkomende activiteiten met het statuut van werknemer, terwijl 39 procent zich daarbij als zelfstandige had ingeschreven.

“Nederland is de lidstaat van de Europese Unie waar de combinatie van twee banen het hoogste niveau haalt”, voert Eurostat aan. “Daar heeft immers 10 procent van de werkende bevolking een tweede baan, gevolgd door Finland en Denemarken 7 procent), Estland en Litouwen (6 procent).”

Bulgarije, Roemenië en Zweden bevinden zich met een score van maximaal 0,5 procent aan het andere uiterste van het spectrum.

In België heeft iets meer dan 4 procent van de arbeidsbevolking beroepsmatig minstens twee verschillende activiteiten. Iets meer dan de helft van de betrokkenen blijkt zich daarvoor als zelfstandige te hebben ingeschreven.

Meer