Direct naar artikelinhoud
AchtergrondEconomie

De reusachtige geldmachine die België verovert: BlackRock heeft al 9 miljard euro aandelen in ons land

De vader van CEO Larry Fink was schoenenverkoper, zijn moeder lerares Engels. Op school deed hij Fink niet zo goed, waardoor hij in de zaak van zijn vader moest meehelpen. Toch bokste hij zich naar de top van de financiële wereld. Intussen bedraagt zijn vermogen 1,1 miljard dollar – 970 miljoen euro.Beeld AFP

Negen miljard euro aan geïnvesteerd kapitaal in 35 Belgische bedrijven: BlackRock is ons land aan het veroveren. De Amerikaanse vermogensbeheerder heeft wereldwijd al 8.364 miljard euro in portefeuille, and counting. Hoe heeft het zich zo’n dominante positie weten te verwerven in de wereldeconomie? En welke gevolgen heeft deze financiële revolutie?

Wie het grijze kantoorgebouw aan de De Meeussquare 35 in Brussel aan de buitenkant bekijkt, kan niet vermoeden dat hier op de eerste verdieping de Belgische afdeling van de grootste geldmachine van de wereld huist. Maar belangrijker dan het uitzicht van het kantoor is de locatie: het bevindt zich op wandelafstand van de Europese instellingen, waarin BlackRock steeds meer lobbyt om een voet tussen de deur te krijgen.

In België begint dat stilaan te lukken. In 2003 ging het voor het eerst investeren in ons land. Intussen heeft het al aandelen in 35 bedrijven, voor zover De Morgen kon achterhalen. Wij hebben onder andere gebruik gemaakt van de kennisgevingen die bij het FSMA, de Belgische beurswaakhond, gebeurd zijn. Maar volledig is dat overzicht niet, vermits pas bij het overschrijden van een bepaald aandelenpercentage – van 3,5 of 10 procent – bedrijven verplicht zijn om dit te melden. Daarom hebben we ons overzicht aangevuld met gegevens die op gespecialiseerde databanken worden bijgehouden.

Zo weten we ook dat BlackRock intussen voor meer dan negen miljard euro geïnvesteerd heeft in Belgische bedrijven. En niet van de minste: het heeft aandelen in 17 ondernemingen van de Bel-20, met veelal een belang tussen de 3 en 6 procent. Niet toevallig, zoals u verderop zult lezen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vastgoedvennootschappen Aedifica en Cofinimmo, die vooral actief zijn in de markt van de woon-zorgcentra, zoals u twee weken gelezen kon lezen in De Morgen.

Het grootste aandeel heeft de Amerikaanse gigant in Proximus met 6,34 procent, versplinterd in 21 verschillende, kleinere fondsen van BlackRock. Van de brouwerij AB Inbev, het grootste bedrijf dat in België gevestigd is met een beurswaarde van 89 miljard euro, heeft de vermogensbeheerder 3 procent in handen, goed voor een investering van 2,7 miljard euro. 

Maar dat is allemaal peanuts in vergelijking met de 8.364 miljard euro die de mastodont wereldwijd beheert voor vooral institutionele klanten, vaak pensioenfondsen en verzekeraars. BlackRock is nu aandeelhouder in meer dan 17.000 bedrijven over de hele wereld.

Het zijn cijfers die doen duizelen en waarvan we ons geen voorstelling meer kunnen maken. Toch doen we een poging: 8.364 miljard euro is ongeveer de helft van het volledige bruto binnenlands product van de Verenigde Staten, alles wat daar dus geproduceerd wordt in één jaar tijd. Of nog: de optelsom van de bnp’s van Duitsland en Japan.

Honderd miljoen verloren

Om een idee te krijgen hoe het zover is kunnen komen dat één vermogensbeheerder zoveel geld onder zijn hoede kreeg, moeten we terug naar 1988. De Californiër Larry Fink was toen net ontslagen bij First Boston, een investeringsbank in New York. Hij had daar in zijn eerste tien jaar nochtans voor bijna één miljard euro aan winst gezorgd. Maar in 1986 liep het verkeerd: door een foute inschatting van de interestvoeten verloor zijn departement bijna honderd miljoen euro, net op het moment dat hij in poleposition lag om CEO te worden.

De man uit Los Angeles besliste dan maar om zelf met een eigen investeringsfonds te beginnen. Onder de paraplu van The Blackstone Group richtte hij BlackRock op. Al snel wist hij heel wat institutionele beleggers te overtuigen om hun geld aan hem toe te vertrouwen. Na amper zes jaar beheerde BlackRock al bijna 50 miljard euro.

De filosofie achter de vermogensbeheerder was even simpel als geniaal. In plaats van te vertrouwen op de menselijke intuïtie en speurwerk in de financiële gegevens van ondernemingen, kocht BlackRock een klein pakketje aandelen in bijna alle bedrijven die op de beurs genoteerd zijn. Uit wetenschappelijk onderzoek, vooral aan de vermaarde universiteit van Chicago, was namelijk gebleken dat het bijna onmogelijk is om de beurs te verslaan. Om op lange termijn zo veel mogelijk winst te maken, was het dus veel beter om van alle bedrijven een beetje aandelen te bezitten in plaats van veel aandelen in een beperkt aantal bedrijven. Dit wordt een indexfonds genoemd.

De filosofie achter de vermogensbeheerder was even simpel als geniaal. In plaats van te vertrouwen op de menselijke intuïtie en speurwerk in de financiële gegevens van ondernemingen, kocht BlackRock een klein pakketje aandelen in bijna alle bedrijven die op de beurs genoteerd zijn. Dit zogenaamde indexfonds wordt omscheven als 'de belangrijkste revolutie in de financiële wereld in de laatste vijftig jaar'.Beeld Photo News

Zo’n index is eigenlijk een korf van de grootste bedrijven die op de beurs aanwezig zijn. Heel bekend is de S&P 500, genoemd naar het ratingbureau Standard & Poor’s dat deze index samenstelt. Aanvankelijk was dat vooral geschikt voor de kranten om zo de algemene trend van de beurs te kunnen volgen. Maar nieuwe wetenschappelijke inzichten kwamen tot de conclusie dat het vasthaken van het aankopen van aandelen aan zo’n index tot veel betere en stabielere financiële resultaten leidt.

Tot de jaren 70 was het haast onmogelijk om dat perfect te doen, maar door de opkomst van steeds snellere computers kwam dat soort indexfondsen van de grond. Zeker toen de transactiekosten enorm gingen dalen. Naast de grotere winsten was er nog een voordeel aan deze manier van handelen: omdat het gaat om passieve fondsen waarbij aandelen bijna computergestuurd worden aangekocht, is het beheer veel goedkoper dan voor de traditionele investeringsbanken.

Wiskundige nerds

Eerst werd er nogal smalend gedaan over dit soort passieve indexfondsen, als iets van wiskundige nerds en professoren die vanuit hun ivoren toren niks van de praktijk begrepen. Logischerwijs kwam die kritiek vooral van de traditionele traders, die met de magie van hun gouden touch en via allerlei nieuwe producten de markten konden verslaan. Dat bleven ze toch beweren en Hollywoodfilms versterkten dat beeld vaak nog. Zij hadden al snel door dat deze passieve indexfondsen hun winsten kwamen afromen; zij hanteren vaak marges van 6 à 7 procent.

Bij de passieve indexfondsen zijn het de investeerders zelf die veel beter af zijn. En daarbij moet niet enkel gedacht worden aan de superrijken. Heel veel pensioenplannen beleggen hun geld nu in dit soort fondsen omdat ze veilig en goedkoop zijn en een hoog rendement opleveren. Minstens een gedeelte van het geld dat u spaart in uw groepsverzekering of pensioenfonds steekt ongetwijfeld in een van deze passieve indexfondsen. Robin Wigglesworth, journalist bij The Financial Times omschreef het in zijn pas verschenen boek Trillions: How a Band of Wall Street Renegades Invented the Index Fund and Changed Finance Forever niet voor niets als de belangrijkste revolutie in de financiële wereld van de afgelopen vijftig jaar.

BlackRock was net op tijd op deze trein gesprongen en groeide in sneltreinvaart. De belangrijkste graadmeter voor een vermogensbeheerder zijn de assets under management, zeg maar de hoeveelheid geld die beheerd wordt. In 2010 was dat al opgelopen tot meer dan 3.000 miljard euro. En anno 2021 flirt BlackRock zelfs met de 10.000 miljard euro. Het is zo de grootste vermogensbeheerder ter wereld. Vanguard, nog zo’n passief indexfonds, volgt op relatief korte afstand met 6.600 miljard euro. De rest is zelfs niet meer in de achteruitkijkspiegel te zien.

Die groei kreeg in de loop der jaren ook wel een grondige boost door slimme overnames, met vooral de eerste twee – Merrill Lynch Investment en Barclays Global Investor – in 2006 en 2009 die cruciaal bleken. Daarna volgden er nog zes andere.

Deze strategie heeft CEO Larry Fink geen windeieren gelegd. Hij is intussen zelf dollarmiljardair geworden. En dat voor een man van bescheiden komaf – zijn vader was schoenenverkoper en zijn moeder lerares Engels. Op school deed hij het niet zo goed, waardoor hij in de zaak van zijn vader moest meehelpen. Toch bokste hij zich naar de top van de financiële wereld. Intussen bedraagt zijn vermogen 1,1 miljard dollar – 970 miljoen euro.

Nog altijd veel minder dan Elon Musk, de rijkste man ter wereld, die 252 miljard euro bezit. Paradoxaal genoeg heeft Musk een groot deel van zijn fortuin net te danken aan BlackRock en co. Standard & Poor’s ontzegde Tesla lange tijd de toegang tot zijn index omdat het bedrijf geen winst maakte, een van de voorwaarden om toegelaten te worden tot de S&P 500. Maar eind vorig jaar ging het toch overstag. En bijna van de ene dag op de andere schoot de beurswaarde van het bedrijf de hoogte in van 400 tot 650 miljard dollar. Het maakte Elon Musk de rijkste man van de wereld.

Zoals Wigglesworth terecht aanhaalt geeft het ontzettend veel macht aan een twaalftal mensen die deze index samenstellen en aan de vermogensbeheerders. En dat kan dan weer leiden tot een bubbel. In de Verenigde Staten blijkt dat intussen 35 procent van de aandelen van alle beursgenoteerde bedrijven samen in handen is van BlackRock, Vanguard en State Street, de drie grootste passieve indexfondsen. 

In België loopt het zo’n vaart nog niet. Uit een studie van Euronext, de uitbater van de Brusselse beurs, blijkt dat de familiale investeerders bij de Bel-20-bedrijven nog altijd de hoofdmoot uitmaken met bijna 50 procent van de aandelen. De zogenaamde passieve investeerders zitten voorlopig nog ‘maar’ aan 23 procent.

Maar hoe meer geld er vloeit naar deze fondsen – uit studies blijkt dat het intussen over 80 procent van het investeringsgeld gaat – hoe meer dat nog zal toenemen.

Zo komt Larry Fink er stilaan niet meer mee weg om de sociale verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Na de schietpartij in een school in Parkland in 2018, waarbij zeventien doden vielen, riepen een aantal scholieren op om BlackRock en Vanguard te boycotten omdat ze ook in wapenfabrikanten investeerden. Het simpele antwoord van Fink was voordien altijd dat hij niet anders kon omdat anders de hele theorie achter passieve fondsen in elkaar stuikt. Als hij zich zou terugtrekken uit sommige bedrijven die in een bepaalde index zitten, zou hij de markt niet meer perfect volgen en dan zou dat leiden tot minder efficiëntie en dus tot lagere winsten voor zijn klanten. Hij hield zich dan ook veelal afzijdig in alle maatschappelijk discussies.

Maar in 2019 zag Fink dan toch plots het licht. Toen hij in augustus met collega’s en vrienden in Alaska ging vissen, was het er de warmste juli ooit met tal van bosbranden als gevolg. Even later trok hij in Botswana met zijn vrouw Lori op safari en werd hij door de extreme temperaturen geconfronteerd met dode olifanten en afgestorven bomen en planten. In zijn jaarlijkse nieuwjaarsbrief aan de aandeelhouders, waarnaar wordt uitgekeken door de hele financiële wereld, hanteerde Fink in 2020 voor het eerst een moraliserende toon. Ook BlackRock zou vanaf dan meer toezicht gaan houden op zijn morele verantwoordelijkheid.

Voordien werd het stemrecht in de bedrijven die het in portefeuille heeft, overgelaten aan gespecialiseerde bedrijven om zo de kosten nog meer te kunnen drukken. Het was omzeggens routine geworden, van controle van het management was bijna geen sprake.

Kartelvorming

BlackRock geeft dat ook duidelijk aan bij elke gelegenheid. Dat bleek onder andere toen het aandelen verwierf in de Belgische vastgoedvennootschap Cofinimmo, dat zich de afgelopen jaren vooral richt op het aankopen en weer verhuren van rusthuizen. “Toen we de transparantieverklaring over Blackrocks positie kregen, contacteerden we ze voor een gesprek”, vertelde Ellen Grauls, woordvoerder bij Cofinimmo, drie jaar geleden in Trends. “Ze maakten meteen duidelijk dat het voor hen geen strategische positie is en ze daarom geen contact wilden.”

Een andere kritiek die steeds luider klinkt, is dat deze indexfondsen de concurrentie in de kiem smoren. Omdat ze steeds meer aandelen in handen hebben van rivaliserende bedrijven, kunnen deze aan kartelvorming gaan denken. Als je toch gedeeltelijk in dezelfde handen bent, waarom elkaar dan nog de duivel aandoen door zwaar te gaan inzetten op lagere prijzen of een betere kwaliteit van de producten? De dividenden vloeien sowieso naar dezelfde personen. En daarvan zou de consument in de eerste plaats de dupe zijn. Fink zelf heeft al voorgesteld om zijn bedrijf op te delen in kleinere eenheden met elk een eigen managementstructuur: “En toch zou ik nog altijd de nodige transparantie, het gemak en de lage prijzen kunnen aanbieden.”

Wat er in de toekomst ook gebeurt, het is duidelijk dat Fink is uitgegroeid tot een van de machtigste mensen in de financiële wereld. Presidenten en ministers luisteren naar hem. Hij heeft via een duidelijke strategische visie van BlackRock de grootste geldmachine aller tijden gemaakt. “Larry is gewoonweg fantastisch in de details die hij allemaal kent. Ik heb hem niet graag, maar hij is een ongelooflijke zakenman en hij leeft echt voor BlackRock”, vertelde een van zijn ex-bestuurders anoniem aan Wigglesworth. “Zijn vertrek zou te vergelijken zijn met dat van Alex Ferguson bij Manchester United… Het is onmogelijk om te overschatten hoe de groei van BlackRock toe te schrijven is aan één enkele man.” 

Die man is intussen 69 jaar, maar aan afbouwen denkt Larry Fink niet. De ‘King of Wall Street’ wil graag nog even op zijn troon blijven zitten.