Jerome Powell: “Hoge inflatie en sterkere arbeidsmarkt kunnen een sneller dan geplande afbouw van het opkoopprogramma rechtvaardigen”

Tijdens een toespraak voor het Senate Banking Committee merkte Jerome Powell, voorzitter van de Federal Reserve, op dat de toezichthouder eventueel enkele maanden vroeger dan verwacht het opkoopprogramma zou kunnen stopzetten.

Waarom is dit belangrijk?

De Federal Reserve streeft naar een inflatie van gemiddeld 2 procent. Om die doelstelling te halen, beschikt de Amerikaanse centrale bank over een aantal tools, waaronder de mogelijkheid om schuldpapier op te kopen en de optie om de belangrijkste rentetarieven te wijzigen. Op dit moment koopt de Fed nog maandelijks obligaties op om zo de langetermijnrente laag te houden en hanteert het uitzonderlijk lage rentetarieven.

Powell kondigde begin deze maand al aan, na een vergadering met de bestuursleden van de Federal Reserve, dat de Amerikaanse centrale bank het maandelijkse opkoopprogramma (ten belope van 120 miljard dollar per maand) in november en december zal afzwakken met 15 miljard dollar per maand. Als de toezichthouder dit tempo aanhoudt, loopt het programma volledig af in juni. Pas daarna wil de centrale bank de rentetarieven verhogen.

Powell neemt niet langer “tijdelijk hoge inflatie” in de mond

De voorzitter van de Federal Reserve sluit weliswaar niet uit dat het opkoopprogramma “enkele maanden eerder dan verwacht zal kunnen aflopen.” Hij verwees daarbij naar de hoge inflatiedruk en de snelle verbeteringen op de arbeidsmarkt.

Met die uitspraak sluit Powell zich aan bij een handvol Fed-functionarissen die onlangs zeiden dat zij er voorstander van waren om tijdens de Fed-vergadering van 14-15 december na te gaan of het afbouwen van het opkoopprogramma versneld moet worden. Indien het opkoopprograma na december wordt afgezwakt met 30 miljard dollar per maand, lopen de obligatieaankopen al af in maart.

Voorts liet Powell weten dat het wellicht goed is om niet langer te spreken van een “tijdelijk” hoge inflatie. De inflatie in de Verenigde Staten kwam in oktober uit op 6,2 procent. De Fed beschikt volgens Powell echter over de middelen om als nodig in te grijpen als de inflatie lang hoog blijft. Hij voegde er wel aan toe dat hij nog steeds verwacht dat de inflatie zal afnemen, “omdat veel prijsstijgingen kunnen worden herleid tot onevenwichtigheden in vraag en aanbod die rechtstreeks het gevolg zijn van de pandemie.”

Omikronvariant

“Maar het is ook zo dat de prijsstijgingen zich de afgelopen maanden veel breder hebben verspreid”, vervolgde hij. Powell wees op stijgende energieprijzen, stijgende huurprijzen en forse loonstijgingen als andere factoren die de inflatie hoog kunnen houden. “Maar de aanhoudende aanbodbeperkingen blijven moeilijk te voorspellen en het ziet er nu naar uit dat de inflatieverhogende factoren tot ver in 2022 zullen aanhouden”, zei hij.

Tot slot had Powell ook aandacht voor de omikronvariant van het coronavirus. Volgens hem kan de nieuwe variant de verstoringen in de leveringsketen, die hebben geleid tot een forse opleving van de inflatie, verergeren.

“De recente stijging van het aantal coronabesmettingen en de opkomst van de omikronvariant zorgen voor neerwaartse risico’s voor de werkgelegenheid, de economie en leiden tot meer onzekerheid voor de inflatie”, aldus Powell. “Toenemende zorgen over het virus kunnen ertoe leiden dat werknemers minder geneigd zijn om naar het werk te gaan, hetgeen het herstel van de arbeidsmarkt zal vertragen en de verstoringen in de aanvoerketen zal verergeren.” Powell hoopt tegen de volgende rentevergadering meer info te hebben over de omikronvariant.

(jvdh)

Meer