Direct naar artikelinhoud
Vijf vragenJill Coene

Armoede in 30 jaar niet gedaald: ‘Jobs gaan naar gezinnen waar al iemand werkt’

‘Een van de verklaringen is demografisch. Er zijn steeds meer eenoudergezinnen’, zegt Jill Coene.Beeld Shutterstock / Halfpoint

In 30 jaar tijd is het risico op armoede in België stabiel gebleven en dat betreurt Jill Coene, onderzoeker aan de UA, die het onderzocht voor het jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting. Hoe kan dit en wat moet er gebeuren?

Een op de zeven Belgen leeft in een gezin met een inkomen onder de armoederisicogrens. Waarom daalt de armoede niet in ons land? 

Coene: “Een van de verklaringen is demografisch. Er zijn steeds meer eenoudergezinnen. Bovendien ging de groei van de tewerkstelling niet naar de juiste plaatsen. Bijkomende jobs gingen vooral naar gezinnen waar al iemand werkte. Dat heeft te maken met het kwetsbare profiel van gezinnen waar niemand werkt: laaggeschoolden, oudere koppels, eenoudergezinnen en mensen met gezondheidsproblemen. 

“Hét probleem in België is werkintensiteit. Er zijn te veel gezinnen waar niemand werkt – wat dat betreft zijn we bij de slechtste presteerders van Europa. En dan moet je vaststellen dat er bij deze werkarme gezinnen steeds meer mensen zijn met de minimum werkloosheidsuitkering, die onder de armoededrempel ligt.”

Onderzoeker Jill Coene.Beeld RV

Het armoederisico in België blijft stabiel in economisch goede en slechte tijden. Je zou het dus ook positief kunnen bekijken, als de verdienste van ons sociaal vangnet? Dat dan een remmend effect heeft in economisch goede tijden?

“Daarnet op het colloquium wees socioloog Wim Van Lancker van de KU Leuven er nog op dat onze sociale zekerheid een belangrijke dempende rol speelt om erger te voorkomen. Maar er vallen ook gaten in dit vangnet. Ik zou dus niet zeggen dat onze sociale zekerheid een rem is voor mensen om uit armoede te geraken. Het is juist nodig dat een uitkering hoog genoeg is, zodat mensen de ruimte hebben om te zoeken naar werk of om hun gezondheidsproblemen aan te pakken.” 

Wat moet er dringend gebeuren?

“We moeten inzetten op structurele maatregelen. Nu zijn er heel veel kleine projecten, maar structureel moet er iets gebeuren aan de inkomens, zodat mensen waardige minimumuitkeringen krijgen. De werkintensiteit moet toenemen door een voldoende groot aanbod van degelijke jobs. We zien een evolutie naar flexi-jobs, maar het werk moet voldoende perspectief bieden. Voor zwakkere groepen die moeilijk aan de slag kunnen, zijn investeringen nodig in de sociale economie.”

Vooropgestelde doelstellingen om de armoede tegen 2020 te doen dalen zijn niet gehaald. Zien politici het belang er niet van in?  

“In plaats van een staatssecretaris hebben we nu een minister van armoedebestrijding. Dat wijst er toch op dat de politiek het belangrijk vindt. Maar er is nog te weinig overleg tussen beleidsniveaus. De halfjaarlijkse interministeriële conferentie rond armoede is al sinds 2013 geen enkele keer meer samengekomen. Als ministers van verschillende beleidsniveaus kunnen overleggen voor corona, waarom dan niet voor armoede?”

Over corona gesproken, wat is de impact van deze coronacrisis op de armoede in ons land?

“De cijfers komen met vertraging, maar de eerste bevindingen tonen de bescherming van onze sociale zekerheid. Veel mensen konden een beroep doen op tijdelijke werkloosheid en de regeringen hebben maatregelen getroffen om de ergste klappen op te vangen. De vraag is wat er gebeurt als deze maatregelen wegvallen. 

“Volgens de ene simulatie blijft de armoede stabiel, volgens de andere neemt ze toe. Dat de coronacrisis blijft aanslepen, maakt het waarschijnlijker dat de armoede zal toenemen. De inflatie doet vooral de energieprijzen stijgen. Mensen in armoede wonen vaker in slecht geïsoleerde woningen en zullen dat dus harder voelen in hun beperkter budget.”