Direct naar artikelinhoud
NieuwsKunst

De machtigste in de kunstwereld is geen kunstenaar of curator, maar ‘ERC-721’

Beeples collage ‘Everydays: The First 5,000 Days’ werd in maart 2021 als NFT geveild bij veilinghuis Christie’s. Het hoogste bod was 50 miljoen euro.Beeld AP

Wie heeft de meeste macht in de kunstwereld? Jaarlijks zet internationaal kunsttijdschrift ArtReview dat in een ranglijst in de ‘Power 100’. Maar in de lijst die vandaag wordt gepresenteerd, prijkt bovenaan geen ‘wie’ maar een ‘wat’. Geen kunstenaar, curator of museumdirecteuren voert de 20ste editie aan, maar ‘ERC-721’. Wat?

Wat deze ranglijst laat zien, is dat ondanks dat musea maandenlang dicht waren, de virtuele kunstmarkt niet heeft stilgezeten. ERC-721 staat voor een onmisbaar stuk techniek dat het verhandelen van NFT’s mogelijk maakt. En NFT’s zijn virtuele eigendomscertificaten van, bijvoorbeeld, virtuele kunstwerken. ERC-721 is een standaard waardoor dat kunstwerk wordt gekoppeld aan een slim contract. Daarin kan bijvoorbeeld ook worden vastgelegd dat bij doorverkoop de oorspronkelijke kunstenaar commissie krijgt.

ERC-721 is al begin 2018 ontwikkeld, maar dit jaar nam het handelen in NFT’s een hoge vlucht. In maart leverde een virtueel kunstwerk van Beeple (artiestennaam van Mike Winkelmann) bij een online veiling 50 miljoen euro op. Beeple zelf schopte het overigens niet tot de lijst. 

De hoogst genoteerde kunstenaar, op plek 4, is de Amerikaanse, sociaal geëngageerde kunstenaar Theaster Gates (48), die momenteel twee tentoonstellingen in Londen heeft. “De mannelijke Kaukasische wereld die we kennen, is voorbij”, verkondigde hij een aantal jaar geleden tegen The Guardian. Hij had de cryptokunstkoorts duidelijk niet zien aankomen, waarin witte nerds als Winkelmann de dienst uitmaken. Ook Meta-topman Mark Zuckerberg staat trouwens in de lijst, op nummer 100.

Theaster Gates staat op nummer 4 als hoogste beeldend kunstenaar op de lijst.Beeld Sara Pooley/White Cube, London

De ranglijst laat meer dan voorgaande jaren de gespleten identiteit van de internationale kunstwereld zien. Aan de ene kant het geld (zoals investeren in cryptokunst), aan de andere kant de geëngageerde kunstenaars en theoretici. Die tweede kant is, ondanks de topnotering voor ERC-721, het best vertegenwoordigd. Er staan veel feministen en antropologen op de lijst, zoals de Amerikaanse antropoloog Anna Tsing (op 2) en het Indonesisch activistisch kunstcollectief Ruangrupa (op 3).

Die trend van activisme is al langer te zien in de Power 100, zo stond vorig jaar ‘Black Lives Matter’ op 1. Dit jaar wordt de antiracismebeweging niet meer expliciet genoemd, maar zijn kunstenaars van kleur zeer goed vertegenwoordigd. Hierbinnen lijkt ook een nieuwe trend zich af te tekenen. In de lijst staan verschillende kunstenaars en curatoren die zich in hun werk laten inspireren door hun afkomst als oorspronkelijke inwoner van bijvoorbeeld Canada, Australië of Mexico.

De verliezers van 2021 waren, misschien geen verrassing, de museumdirecteuren. Opvallendst is dat Glenn D. Lowry, de directeur van het MoMA in New York die al twintig jaar hoog in de ranglijst staat, plots is verdwenen. In 2019 stond hij nog bovenaan. Ook Maria Balshaw, directeur van het Britse museumimperium Tate, is niet meer in de lijst te vinden.