Direct naar artikelinhoud
PortretNirmal Purja

‘Ik ben geen Einstein of Usain Bolt. Maar zij zijn mij niet’: de beste bergbeklimmer ter wereld

Nirmal Purja: ‘Ik kan niet langer dan een uur op een strand liggen.’Beeld Netflix

De Nepalees Nirmal Purja (38) beklom in wereldrecordtijd alle veertien bergtoppen boven 8.000 meter, of hij nu een kater had of niet. Wie is deze in armoede opgegroeide ex-militair wiens verhaal nu op Netflix is te zien? ‘Ik kan Albert Einstein of Usain Bolt niet zijn, maar zij zijn ook mij niet.’

Aan een tafel tussen de wolken wacht ik op een jongensheld. Nirmal ‘Nims’ Purja is een voormalige soldaat bij de Britse Special Forces, een veteraan van talloze vuurgevechten, voor wie parachutespringen, skieën of duiken geen geheimen meer kent. Sinds hij in 2019 het leger de rug toekeerde, baande hij zich een weg naar ’s werelds hoogste bergtoppen op een manier die zelfs de meest geharde bergbeklimmers met verstomming sloeg.

Eerst beklom hij alle achtduizend-meter-toppers van de wereld in een tijdsspanne waarin hij het vorige record van meer dan zeven jaar naar minder dan zeven maanden terugbracht. Daarna bedwong hij begin dit jaar de K2, ‘de wilde berg’, in volle winter. Herhaalde pogingen in de jongste 33 jaar mislukten telkens. Ondanks stormen met windsnelheden tot 120 km/u en temperaturen die zakten tot -60° Celsius slaagde hij al bij zijn eerste poging en dat zonder zuurstofflessen.

Om eerlijk te zijn is dit genoeg om je met een zeker gevoel van mannelijke ontoereikendheid op te zadelen, vooral omdat ik met rugpijn kamp en enkele uren geleden nog nauwelijks mijn sokken kon optrekken. Purja verschijnt stipt op tijd. Hij is helemaal in het zwart gekleed en geeft me een stevige handdruk. Ik sta op om hem te groeten, in een ongemakkelijke houding. “Wat scheelt er, brother?”, vraagt hij bezorgd. Hij kreeg een medische opleiding in het leger en was een specialist in de evacuatie van slachtoffers op het slagveld. Een rugletsel dat ik bij het stofzuigen heb opgelopen, beken ik.

Omvang van biceps

Purja daarentegen is in prima vorm. Een week eerder stond de 38-jarige op de top van de Ama Dablam, de zogenaamde Matterhorn van de Himalaya, een 6.812 meter hoge piek in de schaduw van de Everest. Daarna spurtte hij naar het basiskamp, nam de helikopter naar Kathmandu en nam de vlucht naar New York voor de première van zijn film, 14 Peaks: Nothing Is Impossible. Om 6 uur deze morgen landde hij weer op Heathrow en nu ontmoeten we elkaar in Sushi Samba, het hoogste restaurant in Londen, op de 39ste verdieping van de Salesforce Tower.

Ik vraag hem of hij tevreden was over de première. “Man, ik moet wel vijf keer hebben gehuild”, antwoordt hij, waardoor hij onmiddellijk de vrees wegneemt dat hij beantwoordt aan het Special Forces-stereotype met een hart van graniet en een stijve bovenlip. Het wordt zelfs al meteen duidelijk dat Purja allesbehalve zwijgzaam is. Hij loopt over van enthousiasme en mijn transcriptie-app is totaal niet in staat om hem bij te houden.

Het moet gezegd, een zeker niveau van bravoure is hem niet vreemd. Tijdens onze lunch omschrijft hij zichzelf als “de echte James Bond”, heeft hij het over zijn missie om “de wereld te inspireren” en trekt hij zijn T-shirt op, die bedrukt is met zijn eigen logo, om de omvang van zijn biceps te laten zien.

De film vertelt het verhaal van Purja’s ‘Project Possible’, zijn bliksemsnelle beklimming van ’s werelds veertien toppen boven 8.000 meter. Normaal zou een beklimming van een van deze reuzen een expeditie van twee maanden vergen. “Ze allemaal binnen zeven maanden doen is een uniek statement in de historie van het bergbeklimmen”, zegt Reinhold Messner, de peetvader van het klimmen op grote hoogte en de eerste man die alle achtduizend-meter-toppen bedwong. Het is een spannend verhaal, maar slechts een deel van een misschien nog wel opmerkelijker reis van de armoede in Dana, een dorp in Midden-Nepal, naar een huldiging op een New Yorkse filmpremière.

Te roekeloos voor broer

“We leefden in een klein huisje waar de hele bovenverdieping voor de kippen was voorbehouden”, zegt Purja. “Het was vier dagen stappen tot aan de dichtstbijzijnde weg.” Toen hij vijf was, verhuisde de familie naar Chitwan in het tropische zuiden van het land, ver weg van de bergen. “Ik rende voor de anderen uit en toen ik bij de weg kwam, zag ik voor het eerst een vrachtwagen. Ik rende terug het pad op en schreeuwde: “Moeder, er beweegt daar een huis! Het komt op ons af!”’

Nirmal 'Nims' Purja op 5 januari 2021, vlak voor zijn 'winteraanval' op de K2 in de Himalaya. Zonder zuurstofflessen.Beeld NIMSDAI/RED BULL CONTENT POOL

Purja’s vader en zijn twee oudere broers waren in dienst bij de Gurkha’s, een eenheid van het Britse leger die uit Nepalese soldaten bestond. Toen Purja opgroeide, was zijn enige streefdoel in hun voetsporen te treden. In 2002 slaagde hij voor de uitgebreide selectietesten. In een daarvan moest hij met een rieten mand vol zand door de uitlopers van de Himalaya lopen. Het jaar daarop verhuisde hij op twintigjarige leeftijd naar het Verenigd Koninkrijk.

In een tijd waarin andere topsporters hun skills zouden hebben aangescherpt en gecoacht zouden zijn om alles uit hun mogelijkheden te halen, verbleef Purja in het Infantry Training Centre van het leger in Catterick, Yorkshire, om aan regen en wind te wennen en leverde hij verbeten inspanningen om de diverse accenten van de Britse rekruten te begrijpen. Daarna bracht een training bij de Gurkha Ingenieurs hem naar Chatham in Kent, waar hij zich negen maanden lang als stukadoor bekwaamde.

Pas op zijn negenentwintigste kwamen de bergen in zijn leven. Tegen die tijd had hij met succes een intensieve selectieprocedure doorlopen om als eerste Gurkha toegang te krijgen tot het elitekorps van de Special Boat Service (SBS). Met een paar weken verlof voor de boeg regelde hij een trekking naar het Everest Base Camp. Deze eerste belangrijke stap was niet zozeer ingegeven door een diepe innerlijke roeping, maar door een licht gevoel van schaamte. “Als je zegt dat je uit Nepal komt, vragen mensen je altijd of je de Everest al hebt gezien. En ik moest telkens neen zeggen. Ik vond dat ik dit moest doen voor mijn geestelijke gezondheid.”

De trekking was een openbaring. “Op het pad vanuit Namche Bazaar klim je hoger en zie je die grote berg, de Ama Dablam. Wauw!, dacht ik, hoe zou het voelen om bovenop die berg te staan? Wat zou je niet allemaal kunnen zien?” Hij overtuigde zijn gids om hem mee te nemen naar een nabijgelegen, makkelijke top. Toen hij de top bereikte, kwamen ineens een hele reeks nieuwe mogelijkheden in het vizier.

Vanaf toen nam hij elke gelegenheid te baat om bergen te beklimmen, zowel in het leger als tijdens zijn verlof. Nauwelijks achttien maanden na die eerste klim, bereikte hij de top van de Dhaulagiri, ’s werelds zevende hoogste top. Twee jaar later kreeg hij een extra week verlof voor hij voor een nieuwe opdracht naar Afghanistan zou worden teruggestuurd. Hij annuleerde de geplande strandvakantie met zijn vrouw aan de Middellandse Zee, leende 15.000 Britse pond (17.500 euro) en veinsde dat het voor een wagen was. Daarna vertrok hij om de Everest op zijn eentje te beklimmen. “Eerlijk, ik kan echt niet langer dan een uur op het strand liggen.”

Een deel van Purja’s missie bestaat erin om Nepalese klimmers als atleten te promoten.Beeld Netflix

Hoe meer hij klom, hoe meer hij zich bewust werd van zijn talent om te acclimatiseren en van zijn ‘superpower’ op grote hoogte, wat des te verrassender is omdat hij geen deel uitmaakt van de Sherpa, de etnische groep die zich heeft aangepast aan het leven in hun hoge habitat in de Himalaya. Vaak effende hij het pad door de diepe sneeuw en moest hij wachten op het team dat in zijn spoor volgde.

Hij kwam met het idee van een Project Possible en verliet in 2019 het leger om er zich aan te wijden. Daarbij zag hij af van zijn pensioen dat nauwelijks zes jaar verwijderd was en wees hij een aanbod van de SAS (Special Air Service) af voor een promotie van drie rangen inclusief verlof naar hartenlust voor het klimmen.

Zelfs nu spreekt hij over die beslissing met een geestdrift die hij niet kan verstoppen: “Ik kan Albert Einstein of Usain Bolt niet zijn, maar zij kunnen ook mij niet zijn. Op het terrein waarop ik de sterkste ben, wilde ik het record verbrijzelen en tonen tot wat de mens in staat is.” Zijn oudere broer vond het plan zo roekeloos dat ze drie maanden lang niet met elkaar spraken.

Sluipschutter

We kiezen uit het Japans-Zuid-Amerikaanse fusiemenu: Wagyu gyoza, neo Tokyo samba rolls en Tonijn nigiri. Purja lijkt weinig geïnteresseerd in het eten. “Ik eet absoluut alles”, zegt hij, maar hij accepteert het aanbod van de kelner voor meer champagne.

Hoewel hij voor de viering van zijn selectie bij de SBS op 26-jarige leeftijd nog nooit had gedronken, lijkt hij die verloren tijd nu te willen inhalen. Nadat ze de Anapurna en de Dhaulagiri, de eerste twee toppen van de Project Possible Challenge hadden beklommen, keerden Purja en zijn team Sherpa’s naar Kathmandu terug, feestten de hele nacht door en vlogen ’s morgens per helikopter naar het basiskamp van de Kanchenjunga, hun volgende doelwit.

Gewoonlijk overnachten klimmers vier maal in kampen op de Kanchenjunga voor ze een poging naar de top wagen. Purja en zijn team namen hun ontbijt in het basiskamp en zetten toen meteen koers naar de top. “Nims die in één trek van het basiskamp naar de top van de Kanchenjunga klimt … met een kater?”, zegt Jimmy Chin, de gevierde Amerikaanse alpinist. “Ik weet niet wat ik daarvan moet denken. Het is volkomen absurd.”

Purja kan klimmen in de Himalaya makkelijk laten lijken, maar drie klimmers van andere expedities stierven die nacht op de Kanchenjunga. Purja gaf zijn zuurstof aan één van hen op 8.450 meter hoogte en hielp later een getroffen klimmer in veiligheid. Kort daarna kwam hij tijdens de klim van de Lhotse voorbij nog drie bevroren lijken.

Purja zegt dat hij de dood niet vreest als hij klimt. Zijn houding tegenover risico is vermoedelijk schatplichtig aan de jaren die hij in oorlogsgebieden doorbracht. Op een missie in Afghanistan lag hij op zijn buik op een dak, toen hij werd aangeschoten en op de grond viel. Een sluipschutter had op zijn nek gericht, maar de kogel trof de kolf van zijn geweer. “Een paar centimeters meer naar links of rechts en ik was dood geweest.” Had hij wat tijd nodig om er bovenop te komen? “Nee, ik bleef maar vechten.” De bergen mogen dan gevaarlijk zijn, er is tenminste niemand die je probeert neer te schieten.

Zijn dip kwam er kort nadat hij was teruggekeerd naar het burgerleven, afgepeigerd als hij was door de sleur van het pendelen tussen zijn huis in Hampshire en Londen voor een reeks vruchteloze fundraisingprojecten om zijn Project Possible van de grond te krijgen. De stress bezorgde hem hoofdpijn en een zenuwtrek aan zijn oog. “Toen reed ik op de M3 (Motorway 3) en ik kreeg de tranen in de ogen”, zei hij. “Als je zo erg je best doet en er gebeurt niets, dan komt dat hard aan. Ik moest van de weg af om me te herpakken.”

Purja: ‘Als je zegt dat je uit Nepal komt, vragen mensen altijd of je de Everest al hebt gezien. Ik moest telkens neen zeggen.’Beeld Netflix

Uiteindelijk moest hij een hogere hypotheek op zijn huis nemen en kon hij maar vertrekken met 15 procent van het budget dat hij nodig had. Sponsors vonden het project te vergezocht, vreesden dat het zou mislukken of eindigen met Purja’s dood. Toen hij, nadat hij zijn project succesvol had afgewerkt, journalisten te woord stond op de luchthaven van Kathmandu, wond hij er geen doekjes om: “Laten we eerlijk zijn, als dit een onderneming van een Europese of een westerse klimmer was geweest, zou het nieuws tien keer groter zijn geweest.”

De schaduw van het kolonialisme is lang boven het bergbeklimmen in de Himalaya blijven hangen. Buitenlanders werden er beroemd terwijl hun Nepalese helpers geen aandacht kregen. “Vanaf het begin waren we altijd al de sterkste, weet je, maar we kregen er nooit de credits voor.”

Een deel van zijn missie bestaat erin om Nepalese klimmers zelf als atleten te promoten, een punt dat hij benadrukte met de winterbeklimming van de K2 in januari van dit jaar. Toen ze bij de berg aankwamen als onderdeel van drie expeditieteams, sloegen Purja en negen Sherpaklimmers de handen in elkaar en trokken samen naar de top. Een video die op grote schaal werd gedeeld op sociale media toont hen terwijl ze hand in hand het Nepalese volkslied zingend samen naar de top stappen, terwijl achter hen de zon ondergaat boven de Karakorum.

Kritiek

Of dit het effect is van de hoogte op de 39ste verdieping, mijn pijnstillers of zijn jetlag, er hangt een opmerkelijke opgewekte stemming wanneer we ons tweede glas Taittinger achteroverslaan. Purja pauzeert regelmatig voor een vuistje of een high five, noemt me al die tijd ‘brother’ en lacht veel. Zijn onverwoestbaar positivisme op Instagram – ‘Geloof altijd dat je een verschil kan maken!’ – kan als branie overkomen, vooral omdat hij het vaak illustreert met selfies van zijn gespierde lichaam. Maar in levende lijve is het enthousiasme duidelijk niet gespeeld, jongensachtig en schattig. Ik voel mijn cynisme verdampen.

Hij geeft ook blijk van een zekere kwetsbaarheid. Vaak benadrukt hij dat “hij aan niemand iets hoeft te bewijzen”, maar je kunt moeilijk ontkennen dat dit een prikkel is voor zijn intense gedrevenheid. Hij kan het zelfs niet laten om mij te vertellen dat hij als beste uit de stukadoorscursus kwam.

Soms keert hij zich ongevraagd tegen zijn critici. Sommigen minimaliseren zijn snelheidsrecord omdat hij zuurstof en een team Sherpa’s gebruikte en zich in een helikopter van het ene naar het andere basiskamp haastte. Verschillende oudere bergbeklimmers suggereerden dat hij zijn talent beter zou gebruiken om nieuwe routes op onbeklommen bergen te zoeken in plaats van op standaardpaden tegen de klok te racen. Een foto die hij nam waarop menigten staan aan te schuiven op de Hillary Step van de Mount Everest, haalde wereldwijd de voorpagina en zette sommigen ertoe aan om de commercialisering en het massatoerisme op het dak van de wereld op de korrel te nemen.

“Het is iets menselijks om anderen er slecht te laten uitzien en zo proberen zelf beter voor te komen”, zegt hij. “Je zit hier in je mooie, comfortabele huis diegenen te bekritiseren die de daad bij het woord voegen en naar de hoogste toppen klimmen?”

‘Laten we eerlijk zijn: als dit een onderneming van een westerse klimmer was geweest, zou het nieuws tien keer groter geweest zijn.’Beeld Netflix

Misschien is het sneren onvermijdelijk als je ziet hoezeer hij de normen van de klimmerswereld heeft ontwricht. Klimmers die voordien hele boeken en causerieën vulden met de succesvolle beklimming van één top van 8.000 meter, zullen het nu ongetwijfeld moelijker hebben om hun prestaties te vermarkten. “Daarom haten ze me allemaal”, zegt hij lachend.

Purja lijkt allerminst op de traditionele bergbeklimmer van de afgelopen decennia. Hij wordt zelden gezien zonder baseballpet en verkoopt zijn eigen T-shirts en hoodies, sommige met zijn motiverende motto’s erop gedrukt: ‘Opgeven zit niet in het bloed!’. Zijn rug zit onder een gigantische tatoeage van Himalaya-pieken. Op een gegeven ogenblik is hij in zijn film bij het ochtendgloren in open zee zichtbaar terwijl hij met krachtige vlinderslag door de golven heen naar Durdle Door in Dorset zwemt, en dat, om welke reden ook, poedelnaakt.

Het personage van de actieheld is misschien een gruwel voor de meer terughoudende, cerebrale zielen van de klimwereld, maar als het om het bereiken en inspireren van een nieuw en wereldwijd publiek gaat, dan werkt het. Op Instagram heeft hij 450.000 volgers (Messner zelf heeft er 100.000).

De film zal hem waarschijnlijk meer mainstream-bekendheid geven. Hij heeft grote sponsors en krijgt tal van uitnodigingen om in bedrijven te spreken, maar vooralsnog focust hij op zijn eigen gidsbedrijf, Elite Expeditions. Purja is nu een Britse staatsburger, maar is zelden in Hampshire te zien. In 2022 brengt hij veel meer tijd door al gidsend in Nepal en Pakistan, de Kaukasus en Zuid-Amerika.

In zekere zin lapt zijn bedrijf ook het regelboek en de orthodoxie aan zijn laars dat klanten eerst hun sporen moeten verdienen op gemakkelijkere, lagere pieken voor ze op hogere uitdagingen mogen gradueren. “Op Ama Dablam hadden we vorige week drie modellen die naar het basiskamp trokken, maar toen opeens zeiden ‘Nims, we willen klimmen’. De vrouwen waren fit, maar hadden weinig klimervaring. Wie ben ik om te zeggen dat ze dat niet mogen doen? Ik ben het beu dat mensen zeggen dat dingen onmogelijk zijn. Ik heb ze specifieke training gegeven voor deze missie en ze hebben met zijn allen de top bereikt.”

Onze lunch loopt naar zijn einde. Een auto wacht hem beneden aan de lift op om hem nog voor de vertoning van zijn film vanavond naar een paar afspraken te brengen. Er komt een andere première in Kathmandu en maandag staat hij op Ant­arctica om klanten de Mount Vinson op te gidsen. Ik wacht even met het betalen van de rekening om nog heel even van het uitzicht vanaf deze hoogte te genieten. Als die modellen dat kunnen, is het misschien niet te laat om mijn fantasieën in vervulling te laten gaan en iets groots in de Himalaya te beklimmen? Dan sta ik op, huiver even en herinner me dat ik een afspraak bij de chiropractor heb.

14 Peaks: Nothing Is Impossible, nu te zien op Netflix.

.