Direct naar artikelinhoud
InterviewRemco Evenepoel en Yari Verschaeren

Anderlecht-vrienden Evenepoel en Verschaeren: ‘Op woensdag gingen we naar de Quick. Dat schept een band’

Remco Evenepoel en Yari Verschaeren in Wemmel.Beeld Jan De Meuleneir / Photo News

Remco Evenepoel is zondag eregast in Anderlecht, waar zijn voormalige ploegmaat Yari Verschaeren een publiekslieveling is. ‘Vijf uur op een fiets zitten, dat is toch saai?’

en

“Ik kom tegen Zulte Waregem de aftrap geven”, port Remco Evenepoel (21) zijn maatje Yari Verschaeren (20) aan bij aankomst in Wemmel. “Je kunt zien dat je start.” En ook: “Hopelijk regent het niet te hard. Anders sta ik daar schoon.” De toon is onmiddellijk gezet. De jeugdvrienden, die voor elkaar een shirt hebben meegebracht, hebben er zin in. “Het is eens iets anders. Altijd diezelfde vragen…”

Neem ons even mee naar het moment dat jullie elkaar voor het eerst hebben ontmoet.

Evenepoel: “Echt kennismaken, dat moet op een training bij Anderlecht zijn geweest. Mijn eerste na mijn vertrek bij PSV, terwijl het bij Yari de eerste bij Anderlecht zelf was.”

Verschaeren: (kijkt bedenkelijk) “Nee neen. We hadden voordien al even samengespeeld. Ik zal jullie vertellen hoe het is gegaan. Bij de U10 maakte ik de overstap van Beveren naar Anderlecht. Omdat ik met een busje helemaal vanuit Oost-Vlaanderen naar Neerpede moest rijden, kon ik niet op tijd aansluiten bij de trainingen van mijn leeftijdsgenoten. Daarom mocht ik bij de oudere groep meedoen. En daar zat Remco.”

Was er meteen een klik tussen jullie?

Evenepoel: “Op die leeftijd praten slechts weinigen Nederland en Frans, waardoor je automatisch de jongens opzoekt die jouw taal spreken. Ik heb me als aanvoerder een beetje over Yari ontfermd, al was dat eigenlijk niet nodig. De integratie verliep vlot, Yari was joviaal. En hij had talent. Dan word je snel aanvaard.”

Verschaeren: “We werden wel pas closer toen Remco terugkwam van PSV. Toen trokken wij veel met elkaar op, we gingen ook naar dezelfde school. We hadden een goede tijd samen. Dat is de basis om een vriendschapsband op te bouwen. Qua karakter verschillen we nochtans. Remco is iets meer uitgesproken.”

Evenepoel: “Ik ben nooit anders geweest. Ik was de kapitein, ik moest iemand zijn die – om het cru te zeggen – zijn bek opendeed. Ik moest het opnemen voor mijn ploegmaats. Dat is vandaag niet anders bij Anderlecht; Van Crombrugge zwijgt ook niet. Die eigenschap is er bij mij nooit uitgegaan.”

Remco Evenepoel als jeugdspeler van Anderlecht.Beeld GEERT TRESIGNIE

Welk soort voetballer schuilde er in Remco?

Verschaeren: “Hij leek een beetje op mij. Remco was creatief, had een goede passeerbeweging in huis en zijn schot met zijn linker was zeer krachtig.”

Evenepoel: “Ik was wel minder vinnig dan Yari, hij kan kort wegdraaien. Je ziet dat nu ook op de fiets: ik ben niet zo explosief. Vandaar dat ik als voetballer jaar na jaar achteruit werd geschoven op het veld. Ik begon als spelmaker, werd vervolgens defensieve middenvelder en op het einde was ik verdediger. Ik stond vaak op links, daar kon ik mijn fysiek wel benutten.”

Naar verluidt houden jouw fysieke records van bij de jeugd nog altijd stand op Anderlecht.

Evenepoel: “Dat heb ik ook gehoord.”

Verschaeren: “We hielden beebtests (waarbij de sporter steeds een traject rennend moet afleggen voordat een piepsignaal klinkt, red.). Remco liep die cd volledig uit. Ik pushte mezelf een heel jaar om in de buurt te komen, maar dat was onmogelijk.”

Evenepoel: “Zo sta ik er toch nog in de geschiedenisboeken. Dat vind ik fijn, want de liefde voor Anderlecht is overeind gebleven. Ik ben misschien een andere weg opgegaan, Anderlecht heeft me wel gevormd. Ik zal de club daar altijd dankbaar voor zijn: ik ben mauve.”

Verschaeren: “Voor mij is het niet anders. Als spelertje van Kruibeke had ik al sympathie voor Anderlecht. Toen zij een paar jaar later belangstelling toonden was ik door het dolle heen. Ik wou het zo graag.”

Evenepoel: “Ik heb me lange tijd thuis gevoeld op Anderlecht. Tot op het einde: ik kreeg geen speelkansen meer, maar heb nooit een deftige uitleg gekregen. Dat was zwaar om te dragen.”

Verschaeren: “Remco zag daarvan af, ik ook. Het is niet plezant om je vriend zo te zien sukkelen. We bleven wel samen optrekken.”

Evenepoel: “Op woensdag gingen we af en toe naar de Quick. Dat soort dingen schept een band. Ik had het moeilijk, maar bij de vriendengroep was dat niet te merken.”

Was het schrikken toen Remco ineens stopte met voetballen?

Verschaeren: “Wij vonden het verschrikkelijk jammer, des te meer omdat Remco veel in zijn mars had. Het was een teleurstelling om hem te zien afhaken. Ik vond dat een drastische keuze, want Remco werd beschouwd als een toptalent, niet als een meeloper. Ik had niet in zijn schoenen willen staan.”

Evenepoel: “Het was niet evident om de knoop door te hakken. KV Mechelen stond op het punt om mij een profcontract aan te bieden, maar dan moest ik nog zes maanden geduld oefenen. Dat leek ver weg in wat voor mij een mentaal moeilijke periode was, waardoor ik plots ‘foert’ heb gezegd tegen het voetbal.”

Hallo, wielerwereld!

Verschaeren: “Remco had weer een doel en dat deed ons als vrienden deugd. Zeker toen we zagen hoe goed hij het deed in zijn eerste koersen. Het was precies alsof hij al twintig jaar in het peloton meedraaide.”

Evenepoel: “Het is supersnel gegaan. Dat maakte het ergens niet makkelijk. Ik wilde me gewoon weer amuseren na de ontgoochelingen in het voetbal, maar ik werd in de kranten ‘de nieuwe Merckx’ genoemd omdat ik met minuten voorsprong won. Er was druk, alles werd heel serieus, wat oorspronkelijk niet de bedoeling was. Anderzijds had ik eindelijk weer een passie.”

Kijk jij naar de koers, Yari?

Verschaeren: “Als ik weet dat Remco rijdt wel. Speciaal voor hem. Maar ik kan mezelf geen grote koersfanaat noemen.”

Evenepoel: “Vijf uur koers kijken is lang, hé. Zo’n voetbalmatch is makkelijker verteerbaar.”

Yari Verschaeren tijdens de bekermatch in Seraing, deze week.Beeld Photo News

Stel dat je zelf in Remco’s situatie was beland: had jij een B-plan klaar?

Verschaeren: “Je denkt daar pas over na op het moment dat het slecht begint te gaan. Zoiets heb ik niet meegemaakt, dus had ik daar ook geen nood aan. In het andere geval kan ik me voorstellen dat je op zoek gaat naar iets waar je opnieuw plezier in vindt. Voor Remco is dat de koers geweest.”

Evenepoel: “Ik twijfelde over atletiek. Mijn looptests bij Anderlecht waren goed en als ik op zaterdag niet mocht spelen trok ik op zondag steevast het bos van Gaasbeek in voor een looptraining. Ik had er zeker aanleg voor. Langs de andere kant had ik al genoeg gelopen en wilde ik iets totaal anders doen, zonder goed te weten wat en zonder echte profambities want ik liep nog school. Het werd dus wielrennen en in mijn laatste jaar middelbaar werd ik dan tóch prof. Zeker geen evidente combinatie op mijn achttiende. Tja, basket was geen optie. Ik ben maar 1,71 meter.”

Verschaeren: “Ik heb op jonge leeftijd getennist. Ik deed dat supergraag en heel goed. Maar voetbal liep altijd prima.”

Nooit overwogen om Remco eens te vergezellen op training?

Verschaeren: “Niet echt, neen. (tot Remco) Hoe doe jij dat, zo vijf uur op een fiets zitten? Ik snap dat niet. Dat is in mijn ogen saai. Ik kan me niet voorstellen dat ik vijf uur op een voetbalveld zou moeten staan."

Evenepoel: “Soms denk ik weleens: verdorie, al die trainingen en opofferingen, had ik maar doorgebeten als voetballer. In de koers kruipen meer pure trainingsuren, maar voetbal is dan weer belastender voor je lichaam. Je raakt veel sneller geblesseerd. Elke wedstrijd krijg je wel een trap tegen je scheenbeen of is er een bot dat pijn doet. Op de fiets word je enkel musculair belast. Het is anders. Eerlijk: na anderhalf tot twee uur voetballen was ik echt wel kapot.”

De Tour of de Giro rijden is échte sport, wordt weleens beweerd. In tegenstelling tot het voetbal, waar ze acht schwalbes uitvoeren en vijf keer doorrollen na een overtreding.

Evenepoel: “Ik ben het daar niet mee eens. Mijn voetbaltrainingen waren destijds al zeer lastig. Dus kan ik me voorstellen dat het er op profniveau nog harder aan toegaat. Wat dat tijdrekken en zo betreft, dat hoort erbij. Ik heb dat ook moeten doen bij de jeugd. Akkoord, er zijn spelers die overdrijven. Maar ‘de echte’ spelen het spel altijd zo correct mogelijk. Yari is zo iemand.”

Qua blessures hebben jullie allebei al jullie deel gehad. Wat dacht je bijvoorbeeld toen Remco in de Ronde van Lombardije in het ravijn dook?

Verschaeren: “We hadden training, dus heb ik het niet live gezien. Maar toen ik in de kleedkamer kwam, mijn smartphone nam en al die artikels over Remco zag passeren, dat was wel even slikken. Ik stuurde hem meteen een berichtje.”

Evenepoel: “We hebben elkaar tijdens onze revalidatie nog gekruist in de praktijk van Lieven Maesschalck.”

Verschaeren: “Klopt. Met mijn enkelblessure.”

Truitjes wisselen voor het interview.Beeld Jan De Meuleneir / Photo News

Zie je Yari graag spelen?

Evenepoel: “Het zal wel zijn. Niks tegen Vincent Kompany hoor, maar ik vind dat er soms heel veel wordt gewisseld.”

Verschaeren: (lacht) Dat is Remco, hé.”

Evenepoel: “Ik wil trainer worden, ik wil trainer worden! Neen, het is echt een ploeg met supersterke jonge gasten, van wie ik er nog ken van in mijn voetbaljeugd. Zirkzee, bijvoorbeeld, heb ik nog gekruist toen ik bij PSV zat. Geef die jongens tijd. Het is een zoekproces. Vergelijk het met mijn eerste profjaar. Het heeft ook driekwart seizoen geduurd voor ik een beetje mijn draai vond. Dat is de normale gang van zaken. Maar ik weet het zeker: vroeg of laat gaan ze de competitie opnieuw domineren en worden ze kampioen.”

Maar jij vindt dus eigenlijk dat Yari te weinig minuten krijgt?

Evenepoel: “Ik vind vooral dat hij, telkens wanneer hij invalt, een bepalende rol opeist of belangrijke acties doet die de ploeg vooruitstuwen. Zoals tegen Charleroi, toen hij een penalty afdwong. Ik zou hem dus liever wat meer zien spelen, ja. Maar de concurrentie is groot. Het is niet makkelijk.”

Verschaeren: “Als voetballer wil je altijd zoveel mogelijk spelen. Liefst alles. Maar er zijn nu eenmaal mindere momenten. Daar moet ik ook door.”

Evenepoel: “Zoals de club in haar geheel. Het is niet meer zoals tien jaar geleden, maar Anderlecht blijft Anderlecht. Als je in het buitenland vraagt om een paar ploegen uit de Belgische competitie op te noemen krijg je steevast Anderlecht en Club Brugge als antwoord. Dan is het natuurlijk jammer dat een ploeg als Anderlecht Europees niet doorstoot. Dat doet pijn aan het hart. Ze hebben de kwaliteiten om Champions League te spelen of op zijn minst de zestiende of achtste finales van de Europa League te bereiken.”

Verwacht jij dat Remco de eerstvolgende Belgische Tour-winnaar of wereldkampioen wordt?

Verschaeren: “Ja. Zeker, zeker.”

Evenepoel: “Ja, tijd om te af te ronden.”

Verschaeren: “Het is toch waar jij ook naar streeft? Hij heeft nog superveel tijd en progressiemarge. Dus ja, er is een grote kans dat hij nog heel veel zal bereiken in het wielrennen. Ik voer de druk op. Het is voor jonge sporters niet altijd gezond, maar als je daar op de juiste manier mee omgaat, zoals Remco, valt alles steeds in de juiste plooi.”

Wat wensen jullie elkaar toe voor 2022?

Verschaeren: “Een superbegin van het nieuwe seizoen. Dat hij mag presteren op de grote momenten, veel op het podium mag staan en liefst op het hoogste schavot. Dat hij gezond blijft en zo weinig mogelijk blessures oploopt. Iets specifieks? Ik ken niet alle wedstrijden van buiten. De Tour? Nee, dat is nog niet voor 2022. De Ronde van Vlaanderen? Ook niet.”

Evenepoel: “Zeg gewoon: een monument. Dat is goed. Luik.”

Verschaeren: “Ja, Luik-Bastenaken-Luik.”

Evenepoel: “Voor jou: een seizoen zonder problemen, blessures, persoonlijke tegenslagen. Voor Anderlecht: dat het altijd maar beter mag gaan. En de titel, hé. En de beker. Voilà. En o ja: meer minuten voor jou, Yari. Maar dat regel ik zondag wel.”