“Belgische spaarders verloren ruim 20 miljard euro aan koopkracht op jaar tijd”

De combinatie van lage rentevoeten op de spaarboekjes en een torenhoge inflatie heeft het spaargeld in de eurozone fors aan koopkracht doen verliezen. De Belgische spaarders waren bij de zwaarst getroffenen: zij zagen sinds november 2020 iets meer dan 20 miljard euro aan koopkracht verdampen. Dat berekende econoom Eric Dor van de Franse zakenschool IESEG.

Het geld op de gereglementeerde spaarboekjes brengt amper 0,11 procent op, terwijl de consumentenprijzen op een jaar tijd met gemiddeld 7,1 procent zijn gestegen volgens het Europese statistiekbureau Eurostat.

“De reële rente op de spaarboekjes was dus eigenlijk -7 procent”, aldus Dor. “Of met andere woorden: op een jaar tijd hebben de houders van een spaarboekje 7 procent koopkracht verloren op hun geld. Ze kunnen nu nog maar 93 procent kopen van wat ze een jaar geleden met hetzelfde bedrag konden kopen.”

Koopkrachtverlies

In november 2020 stond er 293 miljard euro op de Belgische gereglementeerde spaarboekjes. Dat betekent, zegt Dor, dat het verlies aan koopkracht 20,5 miljard euro bedraagt. In 2021 flirtten de spaarboekjes zelfs met de grens van 300 miljard euro.

Enkel in Estland (-7,7 procent) was het koopkrachtverlies op het spaargeld nog groter. De inflatie wordt vooral gestuwd door de hoge energieprijzen. “De gemiddelde energieprijzen stegen met 55 procent in België, veel meer dan in de buurlanden”, noteert Dor.

Meer