Wereldbank maakt 280 miljoen vrij voor medische hulp en voedsel voor Afghanistan
Het wederopbouwfonds voor Afghanistan van de Wereldbank (ARTF) maakt nog dit jaar 280 miljoen dollar (247 miljoen euro) vrij voor medische hulp en voedselvoorziening aan het land. De Wereldbank zei vrijdag dat het geld overgemaakt wordt naar Unicef en het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties. De Wereldbank had eind augustus de hulp aan Afghanistan opgeschort nadat de taliban opnieuw de macht hadden gegrepen.
Sinds de oprichting van het wederopbouwfonds in 2002 hebben donorlanden meer dan 12 miljard dollar beschikbaar gesteld voor hulp aan Afghanistan. Bij de besteding van het geld werkte het Afghanistan Reconstruction Trust Fund in het verleden nauw samen met de Afghaanse regering. Maar sinds de machtsovername door de radicaalislamitische Taliban deze zomer werd het geld bevroren. En dat terwijl het land, dat zich toch al in een diepe economische crisis bevindt, volgens cijfers van de Wereldbank voor 43 procent teert op buitenlands hulpgeld.
Door corruptie zou overigens veel van het buitenlandse hulpgeld de afgelopen jaren niet zijn terechtgekomen bij het Afghaanse volk, maar grotendeels zijn verdwenen in de zakken van de machthebbers. De Wereldbank noemt de beslissing van vrijdag een eerste belangrijke stap om de fondsen “een nieuwe bestemming te geven”. Van de 280 miljoen dollar die beschikbaar komt gaat 100 miljoen naar Unicef voor medische hulp en 180 miljoen naar het Wereldvoedselprogramma.
Volgens de Verenigde Naties heeft 93 procent van de Afghaanse huishoudens te weinig te eten en krijgen 22 miljoen mensen deze winter met een acuut voedseltekort te maken. Ook zijn naar schatting 3,5 miljoen mensen ontheemd in het land.