Direct naar artikelinhoud
InterviewJan Rotmans

‘We zitten in de chaos die voorafgaat aan een nieuw tijdperk’: Nederlandse hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans

Jan Rotmans: "Het is bon ton om te zeggen dat minder vlees eten en vliegen niets uitmaken als niet eerst de grote spelers veranderen. Dat is quatsch. Wie dat zegt, begrijpt weinig van transities.'Beeld Rias Immink

De klimaattop eindigde in mineur, de wereld lijkt permanent in crisis en velen kampen ook met innerlijke onrust. ‘Niet toevallig’, zegt de Nederlandse transitieprofessor Jan Rotmans (Erasmus Universiteit Rotterdam). ‘Mislukking en tegenslag zijn inherent aan grote transities. Maar al struikelend komen we verder.’

De onrust die we voelen en zien, van steekvlamgevechten in de politiek tot klimaatactivisten, Capitool-bestormers en coronaprotesten, zijn goed nieuws. Eigenlijk is er geld genoeg en we zijn op weg naar een veel aangenamere, meer menselijke, gezondere maatschappij. Mocht hij geen internationaal gerenommeerd wetenschapper zijn, je zou denken dat de Rotterdamse professor transitiemanagement en duurzaamheidsactivist Jan Rotmans met een glaasje te veel op in een glazen bol staarde toen hij zijn nieuwe boek Omarm de chaos schreef (samen met journalist Misha Verheiden). Een glaasje whisky, bijvoorbeeld. Daar heeft hij een kelder vol van omdat hij zo vaak weddenschappen wint over waar het naartoe gaat met de wereld.

En het is op basis van wetenschappelijke inzichten dat Rotmans uitlegt hoe de wereld in een erg turbulente periode zit die onomkeerbaar uitmondt in een nieuw tijdperk waarin heel veel beter zal zijn. Onder andere de democratie, het financiële systeem, energie, zorg, onderwijs, economie, industriële productie en landbouw kraken in hun voegen en worden hertekend tot versies die de mens en de natuur centraal stellen, schrijft hij.

Waren we niet op weg naar groeiende ongelijkheid, extreem weer en autoritaire leiders?

(lacht) “Dat zie je als je kort en oppervlakkig kijkt. Als transitie-expert kijk ik naar de onderstroom. Daar is al een hele tijd duidelijk dat er tien fundamentele veranderingsprocessen aan de gang zijn. Er was bijvoorbeeld wel Trump die met alle aandacht ging lopen met zijn antiklimaatbeleid, maar ondertussen zijn nog meer bedrijven, steden, wijken, samenwerkingsverbanden, individuen CO2-reducerende beslissingen gaan nemen. Ook als het gaat over onder andere onderwijs, zorg, democratie en landbouw lopen er duizenden experimenten met meer duurzame en menselijke varianten op de bekende recept van winstmaximalisatie en top-downbeleid.”

Zijn dat geen druppels op een hete plaat?

“Dat lijkt zo, maar het zijn in totaal honderden miljoenen mensen die actief aan een nieuwe wereld werken. En het gaat allemaal over de grote nood aan meer inspraak en minder roofbouw op mensen, grondstoffen en natuur. Die onderstroom is op termijn heel bepalend en niet meer te stoppen. Ook niet door figuren als Trump. Zijn houding gaf de trekkers van klimaatactie net een boost.”

Maar de CO2-uitstoot stijgt en de 26ste VN-klimaatconferentie leverde alweer onvoldoende op.

“COP-26 bracht wat ik had verwacht. Een stap voorwaarts, maar geen doorbraak. Dat is vrijwel onmogelijk als je bijna 200 landen op één lijn moet krijgen die er zo uiteenlopend in staan. Het verschil tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden is enorm en de kloof tussen koplopers, peloton en achterblijvers groeit.

“Toch zijn die toppen nuttig en belangrijk als politiek ritueel. Tussen 1992 en 1995 zat ik als lid van het VN-klimaatpanel mee aan tafel. We bereidden het Kyotoprotocol voor, het eerste klimaatverdrag. Dat mikte op vijf à tien procent minder CO2-uitstoot voor de industrielanden. Toen was dat al heel wat. Er was een basistekst waar duizenden amendementen op kwamen en we eindigden met ongeveer dezelfde tekst als die waarmee we begonnen (zucht). De politiek zag het evenwel als een groot succes, ook omdat we Rusland meekregen dankzij nachtelijk en met wodka overgoten overleg (lacht). Maar zo’n top is niet zaligmakend. Op langere termijn zijn het vooral bedrijven en burgers die doorbraken realiseren. En de indirecte impact van een klimaattop is vaak veel groter dan de directe.”

Hoezo?

“Het zet het klimaat weer hoog op de agenda. Dat inspireert miljoen, maakt boos, zet ondernemers aan om tempo te maken, wetenschappers om verder te zoeken. Velen zullen wellicht teleurgesteld zijn over de uitkomst van deze top, maar dat stimuleert om er nog harder tegenaan te gaan.

“Zo is ook de klimaatzaak ontstaan die we met Urgenda (Rotmans is mede-oprichter van deze milieuorganisatie, BDB) wonnen tegen de Nederlandse overheid. Die kwam er uit frustratie en had grote indirecte effecten. In zes jaar tijd is het aantal vergelijkbare zaken geëxplodeerd tot zo’n tweeduizend. Grote transities hebben vaak een spiraalvorm. Ze beginnen klein en er zijn tegenslagen en mislukkingen, maar de uiteindelijke richting is omhoog. Al struikelend komen we verder.”

En conflict maakt deel uit van dat proces?

“Ja. We leven in een tijdperk van protestbewegingen en hebben het gevoel dat politici geen grip meer op de zaak hebben. Ook voelen we ons zelf rusteloos. Maar vanuit de complexe systeemleer weten we dat zo’n woelige periode altijd aan grote omwentelingen vooraf gaat. De boel raakt uit evenwicht, alles ligt weer open en kan alle kanten op. Dat leidt tot hoogoplopende emoties, want hoe dichter je bij echte verandering komt, hoe meer je de kern raakt. Toen ik in de jaren tachtig waarschuwde voor de opwarming was de reactie totale desinteresse. Vandaag raakt het aan jouw belangen, vakantie, salaris, baan, huis. Mensen worden kwaad of angstig. Dat zal nog verder toenemen en dat is niet leuk, maar wel onvermijdelijk richting een systeemdoorbraak. Zonder chaos en frictie gebeurt dat niet. Dan blijf je steken in oppervlakkige optimalisatie. Op vlak van energie, maar ook in de financiële wereld en de andere acht transities die zijn ingezet, zijn net fundamentele omschakelingen nodig, te vergelijken met de industriële revolutie.”

In welke zin?

“De economie gaat van vervuilend en verspillend naar schoon en circulair en van winstgedreven naar waardengedreven. De samenleving krijgt een andere basis, van hokjes naar vloeibaar, van verticaal naar horizontaal en van exclusief naar inclusief, met gelijke kansen voor iedereen. De laatste keer dat zo’n totale ommekeer van economie en samenleving gelijktijdig plaatsvond, was tijdens de industriële revolutie. De roofbaronnen van toen, de handelaars in staal, olie en kolen, zijn nu Amazon, Google en Facebook. Die moeten overheden nu ook opknippen. Ook toen was er protest omdat de armsten hun jobs verloren. Maar er werden vakbonden, scholen, ziekenhuizen en woningcorporaties opgericht. Uiteindelijk werd het veel beter.”

Vergt grote verandering niet eerst een groot draagvlak?

“Nee, dat is een groot misverstand. Radicale verandering komt nooit vanuit een breed draagvlak omdat je dan meteen veel te veel weerstand krijgt. Een klein maar diep gedragen draagvlak is het beste begin. Daarna haken de koplopers van het peloton aan, vervolgens het peloton zelf en ten slotte de achterblijvers. Je hebt ook geen meerderheid nodig om een kantelpunt te realiseren. Het kantelpunt bereik je wanneer je ongeveer een kwart van de bevolking mee hebt. Dan kan het plots snel gaan.”

Kun je als gewone burger wel impact hebben?

“Absoluut. Velen hebben last van de illusie van de machteloosheid. Want het is bon ton om te zeggen dat minder vlees eten en vliegen niets uitmaken als niet eerst de grote spelers veranderen. Dat is quatsch. Wie dat zegt, begrijpt weinig van transities. Met elke keuze die wij maken, beïnvloeden we onze omgeving.

“Ik heb een paar jaar samengewerkt met Shell. Vroeger was wie daar werkte trots. Nu heeft Shell grote moeite om jonge mensen aan te werven en mag een Shell-medewerker niet in het bestuur van de hockeyvereniging omdat hij voor een ‘slecht’ bedrijf werkt. Paul Polman, de ex-ceo van Unilever, heeft terecht gezegd dat een willekeurige groep consumenten binnen de dag zijn bedrijf kan platleggen, bijvoorbeeld door massaal bepaalde producten niet meer te kopen. Wij zijn het systeem. We hebben het gemaakt en kunnen het dus veranderen. En net in deze tijd kun je als individu meer impact hebben dan ooit.”

Waarom?

“Omdat alles in periodes van chaos instabiel wordt. De rechtszaak tegen Shell had twintig jaar geleden niet gekund. Het bedrijf stond toen nog heel stevig. Maar nu kan zo’n zaak de nekslag zijn. Of kijk naar de impact van Greta Thunberg of Tesla. Tien jaar lang werden ze niet serieus genomen. Tesla zet de autowereld vandaag op zijn kop. Of de studenten van het Swarthmore College in Pennsylvania, dat in 2010 in opstand kwam omdat een steenkoolproducent een grote sponsor van hun universiteit bleek te zijn. Desinvesteer in vuile energie en investeer in schone, was hun eis. Die divestment movement heeft ondertussen in 75 landen voor elkaar gekregen dat vijf triljoen dollar niet in fossiele energie is geïnvesteerd.”

Grote transities vereisen doortastende politici. Maar in woelige tijden zijn toch eerder patsers in trek?

“Dat is de klassieke reflex. Maar de coronacrisis toont mooi hoe de Trumps, Poetins en Bolsonaro’s tekort schieten. Zij zijn niet in staat complexe crisissen aan te pakken, want daarvoor moet je met onzekerheden kunnen omgaan en kunnen leren van je fouten. Het betekent constant bijsturen terwijl je nog aan het leren bent. Die enorme ego’s kunnen dat niet.”

Wat zegt u tegen een politicus die klaagt dat hij niet herverkozen raakt als hij klimaatbeleid voert?

“Dat we nu voor enorme sociaal-economische en milieu-uitdagingen staan en leiders nodig hebben die niet bezig zijn met herverkozen raken. Moderne leiders maken zich dienstbaar voor het grotere doel en aanvaarden dat niet zij maar wat ze in gang zetten voorop staat.”

Maak dat eens concreet?

“In Nederland hebben we veel boeren en boerenland maar we verdienen er steeds minder geld mee en landbouw zorgt voor steeds meer vervuiling. Het landbouwbestand moet dus zwaar afgebouwd en deels geheroriënteerd worden. De weerstand is enorm. Maar je moet nu ingrijpen, anders sta je als overheid elk jaar voor de rechter. Dan zijn politici nodig die durven doorvoeren wat pijn doet. Dat is echt leiderschap. Rechtop blijven staan als het stormt.”

Wat zegt u tegen die boeren of de gele hesjes? Omarm de chaos?

(lacht) “Die vraag doet me denken aan De Telegraaf (Nederlandse krant, BDB) die mij op de voorpagina afbeeldde als groene draak met als bijschrift ‘De man die Nederland op kosten jaagt’. Sindsdien krijg ik allerlei bedreigingen. Maar de gele hesjes hebben een punt. Bij grote transities zijn de meest kwetsbaren de klos en worden de sterken sterker. De klimaatverandering is dus een sociaal verdelingsvraagstuk. Je moet zorgen dat de pijn bij de kwetsbaren zo goed mogelijk verdeeld en deels betaald wordt door de rijken. Daar pleit ik al heel lang voor, maar dat wordt enorm onderschat, wat tot conflict en zelfs oorlog kan leiden.”

Raakt u niet ontmoedigd door grote stappen achteruit, zoals de coronaherstelplannen die veel minder groen zijn dan verhoopt?

“Mocht tien procent van die miljarden aan herstelfondsen naar verduurzaming zijn gegaan, dan stonden we al veel verder met het klimaat. De beslissing bedrijven waar we beter afscheid van nemen nog in de lucht te houden is dus dom. Het is een typische reflex bij paniek en een gemiste kans, maar daarom geen streep door de rekening.”

Wat met de vaststelling van Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman die zegt dat wij psychologisch niet in staat zijn om complexe problemen op lange termijn aan te pakken?

“Ook dat doet mij niet wanhopen (lacht). Want we kunnen het wel leren. En wat Kahneman niet behandelt, is hoe het onder druk heel snel kan gaan. Zo heeft de pandemie de tijd vijftien jaar vooruit gehaald. Plots kon het wel, digitaal en flexibel werken en lesgeven. Omdat er hoe dan ook een nieuwe crisis komt, of het nu een digitale, financiële of klimatologische is, acht ik de kans erg groot dat we op nog grotere schaal en versneld al onze capaciteiten en vindingrijkheid zullen moeten inzetten. Dat duwt ons pas echt vooruit.

“Maar ik begrijp waar het doemdenken vandaan komt. Mijn advies is om uit te zoomen. Als ik 35 jaar geleden geopperd had dat miljoenen mensen op straat zouden komen voor een beter klimaatbeleid of dat klimaat een van de belangrijkste politieke thema’s zou worden, dan was ik uitgelachen. Het klimaatprobleem bestond toen niet. Ik kreeg voor mijn proefschrift geen cum laude omdat men niet geloofde dat de aarde opwarmde en dat ons in de problemen zou brengen. Qua bewustwording, maatregelen, attitude is er dus ontzettend veel veranderd. Alleen wordt het verschil tussen wat nodig is en wat gebeurt nu steeds groter. Maar iedereen kan zeker nu een verschil maken. Denk groot, handel klein. Zo zijn revoluties begonnen.”