Direct naar artikelinhoud
Belangrijk nieuwsEconomie

Inflatie duwt loonkosten fors omhoog: ‘Dit is ongezien in de geschiedenis’

Inflatie duwt loonkosten fors omhoog: ‘Dit is ongezien in de geschiedenis’
Beeld Photo News

Volgens de prognoses van de Nationale Bank van België (NBB) zou de Belgische economie fors vertragen om vanaf de lente volgend jaar weer op te veren. De hoge inflatie zorgt voor een nooit geziene stijging van de loonkosten.

Door aanbodproblemen, stijgende (energie)prijzen en een verslechterende gezondheidssituatie zou de Belgische economie in de komende maanden nog amper groeien. Maar die tegenwind zou vanaf de lente van volgend jaar wegebben en zorgen voor een sterkere groei. De oververhitte arbeidsmarkt zou daardoor ook wel wat afkoelen, om net als de economie op langere termijn positief te evolueren. De werkgelegenheid blijft wel groeien en de stopzetting van de steunmaatregelen verhindert niet dat er gemiddeld nog bijna 10.000 arbeidsplaatsen per kwartaal bij komen.

Zoals we allemaal al konden merken aan de gestegen consumentenprijzen is de inflatie in de afgelopen maanden sterk gestegen. De oplopende energiekosten stuwen die inflatie en daar zal niet meteen een einde aan komen. NBB-gouverneur Pierre Wunsch ziet de inflatie pas eind 2022 weer onder de 2 procent duiken. Die tijdelijk erg hoge prijzen vertalen zich via onze Belgische indexeringsmechanismen in een sterke toename van de loonkosten. Vanaf 2022 zou er een loonkostenspiraal op gang komen die zich laat voelen: de loonkosten stijgen met 4,5 procent in 2022 en 2,8 procent in 2023, om in 2024 te matigen tot 1,8 procent.

Lees ook

Bedrijven zijn bezorgd om de snel stijgende salarissen: ‘We gaan niet anders kunnen dan samenzitten met onze klanten.’

Een vooruitblik op de energieprijzen in 2022: er is goed en slecht nieuws voor u.

Uw koopkracht is aan het wegsmelten terwijl u erbij staat: dit kunt u er zelf aan doen.

‘Ongezien in de geschiedenis’

“In drie jaar tijd een stijging van zowat 9 procent is ongezien in de geschiedenis”, zegt de NBB. Dat zorgt voor een loonkostenhandicap voor de bedrijven ten opzichte van onze voornaamste buurlanden. Maar volgens de prognoses van de NBB zien ook Duitsland, Frankrijk en Nederland - zij het met enige vertraging - hun loonkosten toenemen. Waardoor het verlies aan concurrentiekracht toch eerder een tijdelijk fenomeen zou zijn.

Voor de gezinnen ziet het beeld er iets rooskleuriger uit. Door de loonindexering zou onze koopkracht er in de komende drie jaar met zo’n 6 procent op vooruit moeten gaan. Op korte termijn spenderen we met zijn allen wel iets minder, omwille van de gestegen prijzen en de onzekerheden door de aanhoudende coronacrisis. Maar op middellange termijn wordt de gezinsconsumptie de voornaamste groeimotor van de economie. Ons spaargedrag zou weer wat normaliseren. Tijdens 2020 lag het spaarquotum op een record van 20 procent, wat resulteerde in een opgeblazen spaarboekje en zowat 23 miljard euro extra spaarcenten. Het spaargedrag zou in de komende jaren terugvallen tot een normaal quotum van zo’n 13 procent.

De opgepotte centen zouden we - ondanks de verwachtingen - niet zomaar uitgeven. Aanvankelijk werd verwacht dat er een consumptiegolf zou ontstaan, met termen als ‘roaring twenties’, een verwijzing naar de jaren twintig van de 20ste eeuw, een periode van onder meer uitbundig en extravagant consumeren. Maar dat lijkt niet het geval, zegt de NBB. De overheid ziet haar begrotingstekort iets verbeteren maar het blijft hoger dan 4 procent van het bruto binnenlands product. Ook de overheidsschuld bevindt zich op een stijgend traject.