Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronavirus

Wat u nog niet wist over omikron: ‘De besmettelijkheid lijkt vergelijkbaar met delta, maar de variant haalt zijn voordeel uit iets anders’

Wat u nog niet wist over omikron: ‘De besmettelijkheid lijkt vergelijkbaar met delta, maar de variant haalt zijn voordeel uit iets anders’
Beeld Sven Franzen

Sinds wetenschappers uit Botswana en Zuid-Afrika zo’n drie weken terug de wereld alarmeerden over een nieuwe variant van dat dekselse coronavirus, stuiterde het nieuws alle kanten op. Wat moeten we weten over omikron, net voor de echte aanval?

Hoe goed boert omikron?

Ondanks inderhaast afgekondigde reisverboden is omikron inmiddels gesignaleerd in 75 landen, waarvan 25 in de Europese Unie. Op verschillende plaatsen verovert omikron razendsnel marktaandeel. In Zuid-Afrika werd de variant in enkele weken dominant, op veel plaatsen staat hij op het punt het te worden. Bij ons groeide het aandeel in een paar weken van minder dan 0,5 naar zo’n 8 procent. 

In verschillende landen laat omikron een R-waarde optekenen van rond de drie, wat betekent dat elke geïnfecteerde drie anderen aansteekt en het aantal besmettingen ongeveer elke twee à drie dagen verdubbelt. Volgens biostatisticus Tom Wenseleers (KU Leuven) zou dat betekenen dat omikron bij ons nog voor eind december meer dan 90 procent van de besmettingen veroorzaakt.

Waaraan dankt deze ‘supermutant’ zijn succes?

Een snelle verspreiding kan in principe aan twee factoren te wijten zijn. De variant kan besmettelijker zijn – bijvoorbeeld doordat geïnfecteerden meer of langere tijd virus verspreiden – of in staat zijn onze immuniteit te omzeilen. “De huidige gegevens wijzen erop dat de besmettelijkheid vergelijkbaar is met die van delta en dat omikron zijn voordeel vooral haalt uit zijn vermogen om onze immuniteit te verschalken,” zegt Wenseleers, “en dat zowel voor immuniteit na infectie als na vaccinatie. Dit blijkt uit het feit dat de variant het even snel van delta overneemt in landen met een hoge natuurlijke immuniteit, zoals Zuid-Afrika, als in landen met hoge vaccinatiegraad.”

Al bij een eerste aanblik werd duidelijk dat omikron geen lieverdje was. Het gaat volgens viroloog Kevin Ariën (Instituut voor Tropische Geneeskunde) om een ‘supermutant’ met maar liefst 34 mutaties in het stekeleiwit dat cruciaal is om onze cellen te infecteren en waarop onze antilichamen zich binden. Een groot deel van deze mutaties bevindt zich dan nog eens specifiek in de regio’s waarop onze antilichamen zich vastklampen. Virologen vermoedden daardoor meteen dat de variant dankzij zijn tapijtbombardement aan mutaties een taaie klant zou zijn voor ons immuunsysteem. 

Ter vergelijking: de deltavariant maakt het ons met ‘amper’ negen mutaties in het stekeleiwit al knap lastig.

Is omikron zo leep als gevreesd?

Omikron is snel, maar de wetenschappers doen het ook niet slecht. Onderzoekers wereldwijd haastten zich om het virus uit geïnfecteerden te isoleren, het op te kweken en er in het lab antilichamen van geïnfecteerden en gevaccineerden op los te laten. Zij willen zo nagaan hoe goed de antilichamen in staat zijn infecties in celculturen te voorkomen. Elke dag lopen nieuwe resultaten binnen die bevestigen dat onze antilichamen een taaie klant aan omikron hebben.

Stilaan ontstaat een helder beeld, hoewel de precieze cijfers wat kunnen verschillen. Antilichamen na twee prikken zijn twintig tot veertig keer minder goed in staat om omikron te neutraliseren, in vergelijking met het originele virus uit Wuhan. Ten opzichte van delta scheelt het ongeveer een factor tien. “Beter dan verwacht”, volgens Alex Sigal (Africa Health Research Institute), die als een van de eersten met resultaten kwam. Dat omikron onze afweer niet volledig omzeilt, impliceert dat we wellicht niet volledig machteloos zijn met onze huidige wapens. 

Wat is het effect van een derde prik?

De eerste data uit het lab leren niet alleen dat omikron een deuk in onze afweer slaat, maar ook dat een derde prik die afweer gevoelig opkrikt. Een boosterprik versterkt het vermogen van onze antilichamen om een infectie in een celkweekje te voorkomen, volgens enkele recente studies soms met meer dan een factor honderd. Dat is zelfs meer dan het effect na twee prikken op de oorspronkelijke Wuhan-variant, merken de onderzoekers op.

Ook hier tekent zich stilaan een constante af: twee prikken volstaan wellicht niet om een omikroninfectie te voorkomen, drie mogelijk wel. “Het verschil is echt groot”, zegt Ariën. “Van nauwelijks een verweer gaat het naar veel neutraliserende antilichamen. De vraag zal wel zijn hoe lang deze sterke buffer aanhoudt. Dat weten we nu nog niet.”

De boodschap is volgens immunoloog Geert Leroux-Roels (UGent) duidelijk. “Zo snel mogelijk de derde prik zetten, zoals in het Verenigd Koninkrijk.”

Ik ben nog lang niet aan de beurt voor een derde prik, maar raakte wel besmet. Is dat ook goed?

Uit verschillende laboratoriumstudies blijkt dat de antilichamen van wie geïnfecteerd raakte voor vaccinatie of van wie na vaccinatie nog een infectie opliep, ook goed of zelfs beter in staat zijn omikron te neutraliseren. 

Mogelijk heeft het positieve effect van de combinatie te maken met het feit dat het immuunsysteem is geconfronteerd met het volledige coronavirus en niet enkel met het stekeleiwit dat de vaccins aanbieden. “Dat is interessant omdat er ook in ons land heel wat mensen zijn die voor of na vaccinatie besmet zijn geraakt”, zegt Ariën. “Mensen met dit soort hybride immuniteit blijken volgens de eerste data een hogere neutraliserende capaciteit te hebben tegen omikron: dit is een lichtpuntje.”

Beschermt een derde prik tegen ernstige ziekte?

Antistoffen in een petrischaaltje zijn goed, gegevens over patiënten zijn beter. Britse experts, die al wat meer gevallen zagen, besluiten dat de bescherming tegen symptomatische infectie in de periode kort na de derde vaccindosis 70 à 75 procent bedraagt. Bij vorige varianten beschermde vaccinatie beter tegen ernstige ziekte en hospitalisatie dan louter tegen een symptomatische infectie. Of dat in dit geval ook zo zal zijn, is nog niet duidelijk. Hoelang het effect zal aanhouden evenmin.

Is een aangepast vaccin nodig?

Vaccinproducenten werken aan een update van de mRNA-vaccins. Die kan er volgens Pfizer-CEO Albert Bourla in maart liggen, als dat nodig blijkt. “Om op de nakende golf nog een effect te hebben zal het sowieso te laat zijn”, zegt epidemioloog Brecht Ingelbeen (Instituut voor Tropische Geneeskunde).

Tegen die tijd zullen we wel meer weten over de impact van de derde prik. Viroloog Johan Neyts (KU Leuven) wijst erop dat de voorlopige Britse data gebaseerd zijn op bovengemiddeld jonge patiënten. “Bij ouderen kan de bescherming minder zijn en het effect kan mettertijd afnemen. Ik denk dat een aanpassing nodig blijft.”

“Een effectiviteit van 70 à 75 procent is op zich al niet om over naar huis te schrijven”, vindt Wenseleers. “Het is vergelijkbaar met de afgenomen bescherming die we na twee prikken  tegen delta zien. In zo’n scenario krijgen we mogelijk toch te veel doorbraakinfecties bij ouderen.”

Wat u nog niet wist over omikron: ‘De besmettelijkheid lijkt vergelijkbaar met delta, maar de variant haalt zijn voordeel uit iets anders’
Beeld Sven Franzen

Hoe ziek maakt omikron dan?

Dat is dé grote vraag waarop nog niemand een antwoord heeft, om verschillende redenen. De data uit de labproeven leren niets over hoe ziek omikron maakt. De antilichamen zijn een eerste verdedigingslinie. Breekt het virus daardoor, dan wachten nog T-cellen die kunnen helpen een infectie onder controle te houden en ernstige ziekte te vermijden.

In Zuid-Afrika, waar af en toe hoopgevende berichten weerklinken over een milder ziekteverloop, circuleert het virus nog vooral onder het jongere deel van de bevolking. “Om betrouwbare conclusies te kunnen trekken moet je enkele weken wachten tot het virus onder voldoende oudere mensen circuleert, die het grootste risico op ernstige ziekte lopen”, zegt Ingelbeen. “En dan duurt het ook nog een paar weken voor je weet hoe een infectie afloopt.” 

Ook de Europese data zijn nog beperkt. Een vrijdag gepubliceerd rapport van Imperial College London besluit dat er in de UK tot dusver geen bewijs is dat omikron minder ziek maakt.

Is deze variant gevaarlijker voor kinderen?

Uit Zuid-Afrika kwamen verontrustende berichten over een stijgend aantal kinderen dat in het ziekenhuis belandde. Dat zou op zijn minst deels te wijten zijn aan opnames van kinderen mét, maar niet omwille van een covidinfectie. Ook hier waarschuwen experts voor voorbarige conclusies op basis van te weinig gegevens. Eerdere varianten voedden eveneens de ongerustheid om een grotere impact op kinderen, onterecht zo bleek na verloop van tijd.

Wat is de mogelijke impact op de zorg en de ziekenhuizen?

Cruciaal hiervoor is de vraag hoe ziek de variant maakt, al zou de snelheid waarmee omikron oprukt weleens de doorslaggevende factor kunnen zijn. “Mijn grootste vrees is dat te veel mensen gaan geloven dat een variant die zich sneller verspreidt en minder vaak ernstig ziek maakt, minder problemen veroorzaakt”, zegt viroloog Emmanuel André (KU Leuven). “Want dat is fout.” 

Zelfs een variant die slechts een klein percentage van de geïnfecteerden in het ziekenhuis doet belanden, maar zich heel snel verspreidt, kan toch de zorgsector met een sterk stijgend aantal hospitalisaties overspoelen. “Het beste lijkt mij om nu scenario’s uit te werken die rekening houden met verschillende niveaus van virulentie en er veiligheidshalve van uit te gaan dat deze vergelijkbaar zijn met delta”, zegt Ingelbeen. “Dat kan snel tot veel hospitalisaties leiden.”

Dat in de landen waar het aantal omikronbesmettingen snel stijgt ook het aantal hospitalisaties toeneemt, doet vermoeden dat omikron in elk geval niet de geheel onschuldige ‘snotvalling’ is waar velen op hadden gehoopt. “De eerste tekenen zijn verontrustend”, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt en KU Leuven). “We mogen ons niet rijk rekenen met het idee dat dit slechts een verkoudheid zal zijn.”

Valt een vijfde golf te vermijden?

Vooralsnog dalen de besmettingscijfers nog steeds, terwijl omikron snel een groter deel van de koek claimt. Maar onder de waterlijn broeit volgens Wenseleers iets dat nog veel explosiever kan zijn dan wat we tijdens de eerdere golven zagen.

Vlaanderen maakt zich sterk om tegen eind januari minstens iedereen uitgenodigd te hebben voor de derde prik. Lukt dat? En hoe zit dat in de rest van het land? Hoe goed houdt de door de derde prik opgeworpen verdediging stand? En hoever springen we met de nu geldende maatregelen? 

“Blijkt dat allemaal samen niet te volstaan om het aantal besmettingen onder controle te houden, dan moeten er misschien bijkomende maatregelen komen”, zegt viroloog Steven Van Gucht (Sciensano). “Dit blijft een coronavirus. We weten wat we nog kunnen doen om de contacten verder te beperken, maar ik hoop dat het niet nodig is.”

Zeg maar dag tegen delta?

Niet zo snel. Dat omikron delta van het veld speelt, is mogelijk, maar de Amerikaanse viroloog Trevor Bedford (Fred Hutchinson Cancer Research Center) wijst erop dat delta en omikron ook broederlijk naast elkaar kunnen blijven bestaan of elkaar kunnen afwisselen. “Dat is wat je verwacht wanneer de immuniteit opgewekt door de deltavariant weinig effect heeft op omikron en vice versa”, zegt Wenseleers. “Een mogelijk scenario is dat je dan alternerende golven van beide varianten krijgt. Zoals ook sommige influenzavirussen elkaar afwisselen.” In dat geval is het volgens Wenseleers nodig om in te zetten op snelle aanpassing van de vaccins, of op vaccins die antilichamen tegen beide varianten opwekken.

Wat kan dit virus nog allemaal uit zijn mouw schudden?

Dat het virus zichzelf zou heruitvinden, verbaasde wetenschappers niet, wel de doortastendheid waarmee het dat deed. “Wij werpen dammen op en het virus past zich daaraan aan”, zegt Ariën. “We zien hier virale evolutie in actie.” Erg boeiend allemaal, maar ook een tikje vervelend, vooral omdat het virus nog lang niet aan het einde van zijn Latijn (en het Griekse alfabet) zit.

In het begin van een epidemie, wanneer een virus een volledig vatbare mensenmassa treft, zijn varianten die inzetten op snelheid in het voordeel. Dat is precies wat een variant zoals alfa deed. Naarmate de immuniteit toeneemt, na infectie of vaccinatie, liggen er kansen voor varianten die deze immuniteit weten te omzeilen.

De hoop is dat SARS-CoV-2 uiteindelijk evolueert tot een virus dat ons misschien nog wel kan besmetten, maar amper ziek maakt. Een virus dat zijn gastheer niet al te veel schade berokkent, kan zich immers ongehinderd verspreiden. Maar dat hoeft niet noodzakelijk zo te zijn, merken verschillende experts in toekomstverkenning op in het vakblad Nature. Alle opties liggen volgens deze analyse nog op tafel, van een virus dat amper nog problemen veroorzaakt tot een steeds terugkerende vijand die blijft muteren en waartegen bijkomende vaccinatie nodig is. 

“Het virus kan nog alle richtingen uit”, zegt viroloog Andrew Rambaut (University of Edinburgh) aan Nature. “En het lost daarover nog niets.”