Direct naar artikelinhoud
InterviewJohan Tollenaere

‘De politie stak 22.000 manuren in de zaak-Conings, aangevuld met militairen. De kosten voor de samenleving zijn haast niet te becijferen’

Johan Tollenaere.Beeld Mine Dalemans

Zijn stad telt slechts 25.000 inwoners, maar toch speelde Johan Tollenaere (Open Vld) deze zomer als burgemeester van Maaseik een sleutelrol in twee nationale crisissituaties. In juni vond hij het lichaam van Jürgen Conings, een kleine maand later beschermde hij het Maasland tegen het apocalyptische noodweer. 

Johan Tollenaere: “Het was een bewogen zomer, waarin ik soms echt geleefd werd. Gelukkig was er toen net weer wat ademruimte tussen de lockdowns door. Want ook de coronaperiode is moeilijk geweest, zeker hier in de grensstreek.”

Op 20 juni vond u het lichaam van Jürgen Conings. In hoeverre was u daarvóór al betrokken bij de zoektocht?

“Vrijwel niet. Al was ik wel bezorgd, natuurlijk. Het ging tenslotte om iemand die met oorlogswapens op pad was. Vooral zijn link met extreemrechts baarde me zorgen, omdat we hier een kleine Marokkaanse gemeenschap hebben. Er zijn meteen veiligheidsmaatregelen genomen, zoals permanente politiebewaking bij de moskee. 

“De zoektocht naar Conings was een volledig federale operatie. Ik heb vernomen dat de politie in totaal 22.000 manuren heeft geïnvesteerd in de zaak, aangevuld met militairen. De kosten voor de samenleving zijn haast niet te becijferen.”

Wat is er precies gebeurd op die bewuste dag dat u hem hebt gevonden?

“Ik ging ’s ochtends mountainbiken met een groepje van vijf jonge gasten. Op een bepaald moment volgde er een serieuze klim op een smal pad in het bos. Ik ben zo’n 15 jaar ouder en 30 kilo zwaarder dan de rest, dus ik raakte wat achterop. Bovenop de heuvel rook ik plots een sterke lijkgeur. Ik riep naar de vriend die voor me reed dat ik even wilde gaan kijken. Ik reed een stukje terug tot ik de geur op een bepaalde plaats heel sterk rook. Ik ben bewust niet in het struikgewas gaan kijken, omdat ik onmiddellijk aan Jürgen Conings dacht. Er hadden boobytraps kunnen liggen – zoals hij ook in zijn auto had achtergelaten – maar ik vreesde ook voor het beeld dat ik had kunnen zien.

“Daarna ben ik weer teruggereden naar de groep die onderaan de heuvel stond te wachten. We noteerden de GPS-coördinaten, die ik even later aan de politie doorspeelde. Een interventieploeg van onze zone is ter plaatse gaan kijken en kwam er toen ook de jager tegen, Nard Houben. Niet veel later belde de korpschef om te bevestigen dat het om Conings ging. ‘O ja,’ zei hij, ‘de pers is ook al op de hoogte.’ Meteen daarna begon de stroom van telefoontjes: een stuk of honderd oproepen, uren aan een stuk.”

Volgens grapjassen op het internet moeten we bij grootschalige zoekacties vaker een beroep op u doen. Vertel eens, burgemeester, waar blijft dat verloren paneel van het Lam Gods?

(lacht) Ik moet toegeven dat ik erg heb moeten lachen om een aantal van die memes. Helaas verschenen online ook commentaren die er serieus over waren. Ik kreeg zelfs berichten en telefoontjes met bedreigingen. Op een gegeven moment ben ik volledig gestopt met communiceren over de zaak. Ik heb alle interviews en uitnodigingen van praatprogramma’s geweigerd, zelfs uit het buitenland.”

Er zijn sindsdien heel wat complottheorieën ontstaan. Nard Houben zei in Humo dat het lichaam daar is neergelegd om het op zelfmoord te doen lijken.

“Heel snel na de vondst ontstonden die theorieën al: ‘Het is opgezet spel!’ ‘U zult nu wel minister worden!’ ‘Hoeveel hebben ze u betaald?’ Onvoorstelbaar. Mensen, bijna zonder uitzondering van extreemrechtse signatuur, zagen mij ineens als lid van een groot complot dat de hele wereld bestuurt. Ze denken dat ik de marionet ben van Bill Gates, of dat Joe Biden mij rechtstreeks opdrachten geeft. Het is angstaanjagend dat die mensen dat oprecht geloven.

“Maar het ís ook bijna niet te geloven wat er gebeurd is. Ik sta er zelf nog steeds van versteld hoe toevallig het was dat ik het lichaam heb ontdekt, nadat er zó intensief naar hem is gezocht. Hij lag niet eens zo ver van waar hij zijn auto had achtergelaten.

“Achteraf heeft een dame uit mijn stad contact met me opgenomen, omdat ze enkele dagen voor mij in het bos had gelopen en toen ook een vieze geur had geroken. Ze heeft me haar Strava-gegevens doorgestuurd: zij was ook vlakbij de vindplaats geweest. Hetzelfde verhaal met enkele jonge gasten die er op zaterdag zijn gepasseerd. Als ik hem dus niet had gevonden, was het wel iemand anders geweest. Dat paadje is alleen zo smal en steil dat er weinig volk passeert. Je moet al een serieuze mountainbiker zijn om boven te raken. Ik kon het bijvoorbeeld al niet. (lacht)

Wordt er nog onderzoek gevoerd naar wat er precies gebeurd is?

“Ik hoop van wel. Er zijn nu nog heel wat vragen onbeantwoord, waardoor het mysterie blijft. In de streek hebben we bijvoorbeeld te kampen met een ware everzwijnenplaag. Het is luguber, maar everzwijnen eten stoffelijke resten van mensen. Soms graven ze zelfs in kerkhoven lijken op. Sommige inwoners vragen zich daarom af hoe het kan dat een lijk daar zoveel weken heeft gelegen. Daar heb ik ook geen antwoord op. Maar goed, als de wetsdokters en experts zeggen dat Conings zelfmoord heeft gepleegd, dan vertrouw ik daarop.”

Kunt u begrijpen dat zoveel mensen Conings steunden?

“Een groot deel van hen heeft het lastig met de coronamaatregelen. Ze zagen in Conings een soort held die het durfde op te nemen tegen de virologen. Ik vind dat politici begrip moeten tonen voor de angst van die mensen. Zelf was ik ook erg kritisch voor het coronabeleid, vooral de manier waarop de ministeriële besluiten werden gebruikt. Het is wel jammer hoe extreemrechts die angst heeft gerecupereerd. Sommige mensen zijn makkelijk te manipuleren en gaan in die retoriek mee: ze radicaliseren en denken niet meer zelf na.”

Is de vindplaats nog steeds een trekpleister?

“Ik hoor dat er nu niet veel beweging meer is. Er liggen op de plaats nog wel wat zaken om de mens Jürgen te herdenken, wat ik ook begrijp, en er hangen nog wat Vlaamse leeuwen met zwarte klauwen. Maar het pad is niet aangeduid, dus je vindt het niet zomaar.”

Joachim Coens zei eerder in Humo: ‘Je kunt als politicus wel een pispaal zijn, maar ze moeten je niet omverpissen’. Doet u uw job nog graag?

“Ja, dat wel. Als burgemeester kun je nog echt het verschil maken. Maar de job is zeker moeilijker geworden. Eenmaal achter hun computer denken mensen soms niet meer na, ze hebben nul komma nul respect. Als er in hun straat iets niet in orde is, hoe klein ook, krijg ik op Facebook meteen de wind van voren. Ik reageer af en toe wel op online haat. Soms ga ik in debat, hoewel het vaak niet helpt. ‘Reddeloos verloren’, schrijf ik dan. (lacht)

“Ik maak me daar wel zorgen over: je moet nog mensen kunnen vinden die aan politiek willen doen om de juiste redenen. De meesten doen het uit idealisme. Zelf heb ik mijn job opgegeven om voltijds burgemeester te zijn, ook al verdien ik nu veel minder. En ik werk dubbel zoveel, zo’n 70 tot 80 uur per week. Het vergt toch een zekere moed en overtuiging om je nog aan de kiezer te willen presenteren, want voor sommigen zijn we allemaal leugenaars en zakkenvullers.”

‘De politie stak 22.000 manuren in de zaak-Conings, aangevuld met militairen. De kosten voor de samenleving zijn haast niet te becijferen’
Beeld BELGA

In juli kreeg u ook nog eens te maken met hevig noodweer.

“Het Maasland is toen aan een catastrofe ontsnapt. De veiligheidsdiensten en vrijwilligers hebben schitterend werk geleverd. Op een bepaald moment ging het water over de dubbele rij zandzakken heen, maar net toen stopte het met stijgen. De reeds verruimde winterbedding en de verhoogde dijken hebben standgehouden. Gelukkig, want anders had de Maas onze stad met een verwoestende kracht overspoeld.”

Door de opwarming van de aarde zullen we vaker met dit soort noodweer te maken krijgen. Zijn er plannen om het Maasland in de toekomst nog beter te beschermen?

“Toevallig hadden we daar de week vóór het noodweer nog een overleg over. In Maaseik willen we een doorgang maken waarlangs de Maas bij hoogwaterstand kan aflopen naar de Heerenlaakplas, waardoor de stroming en kracht afnemen. Aan Nederlandse zijde wil men ook nog de beddingen verruimen.

“Overheden zullen de komende jaren sowieso astronomische bedragen moeten investeren in infrastructuur om het hoofd te bieden aan klimaatverandering. Anderzijds zullen burgers ook niet zomaar overal meer kunnen bouwen. Mensen zullen dat moeten begrijpen.”

Tot slot nog wat goed nieuws voor Maaseik, want Max Verstappen werd onlangs wereldkampioen Formule 1. Hij is een Nederlander, maar heeft een bijzondere band met uw stad.

“Jazeker, hij is hier opgegroeid en naar school geweest. Zijn moeder is een Belgische. Zijn ouders zijn gescheiden, maar wonen nog in onze stad. Max is hier dus geregeld te vinden, al respecteren we uiteraard zijn privacy. Veel mensen kennen hem hier, zijn overwinning leeft ook sterk. Hij racet dan wel onder de Nederlandse vlag, voor de Maaseikenaren is hij toch ook een beetje van ons.”

© Humo