Direct naar artikelinhoud
ReportageWatersnood Duitsland

In Sinzig verdronken 12 bewoners met een beperking in hun kamer bij de watersnood: ‘Het water kón hier niet komen, dachten we’

Burgemeester Andreas Geron kijkt over de Ahr. ‘In de nacht van de ramp was deze rivier 900 meter breed!’Beeld Sander van Mersbergen

Niet alleen in België maakte de watersnood van juli 2021 veel dodelijke slachtoffers. In een tehuis voor mensen met een beperking in het Duitse stadje Sinzig verdronken twaalf bewoners. Ze werden in hun slaap verrast. Hoe kom je zo’n tragedie ooit te boven? Een verslag vanuit het Ahrdal, waar de wond nog vers is. ‘Het is gewoon te veel.’ 

Het is stil aan de Pestalozzistrasse, een ruim opgezette en wat kleurloze straat, iets buiten het centrum van Sinzig. Rechts van de weg staan verlaten huizen, de ruiten nog steeds kapot. Maar wie weet wat hier deze zomer gebeurd is, kijkt automatisch naar links. Daar staat het Lebenshilfehaus, een instelling waar nog niet zo lang geleden 37 mensen met een verstandelijke beperking  woonden. 

Het gebouw heeft witte muren en een rood pannendak. Als je door je wimpers naar de gevel kijkt, kun je je wel ongeveer voorstellen hoe het hier op een normale dag geweest moet zijn.  ’s Ochtends vertrokken de bewoners te voet naar hun werk bij Caritas, een kilometer of anderhalf verderop. Even zwaaien naar de buren, vrolijk kletsend met elkaar. 

Het Lebenshilfehaus in Sinzig.Beeld Sander van Mersbergen

Bij de sociale werkplaats deden ze brieven in enveloppen, of pakten ze spullen in. ’s Avonds na thuiskomst kookten en aten ze samen.  Aan de Pestalozzistrasse, zegt voorzitter Ulrich van Bebber, heerste warmte en gemeenschapszin. De bewoners hadden niet veel, maar ze hadden elkaar en een thuis. 

Nu staat het Lebenshilfehaus leeg. Voor de ingang staan kruiwagens vol puin en een paar lege bierflessen. De benedenverdieping is ontdaan van zijn buitenmuur. Achter de ramen is het donker, bruin en vies. Op de muren, weet Ulrich, is nog goed de lijn te zien die toont hoe hoog het water deze zomer steeg. 

Hij komt er niet graag.

In een perkje voor het gebouw is een geïmproviseerde herdenkingsplek ingericht met windlichten en linten. Ook liggen er twee schilderijtjes en een sjaal van voetbalclub 1. FC Köln. Veel persoonlijke herinneringen zijn hier niet meer. Een klein deel is meegenomen door familieleden, de rest is verzwolgen door het water van de Ahr.

Dat is eigenlijk een riviertje van niks. Hij ontspringt nota bene in een kelder, tachtig kilometer verderop in de Eifel. Even voorbij Sinzig mondt de Ahr uit in de Rijn. Op deze koude decemberdag stroomt hij kalm door zijn bedding, onder de brug waar burgemeester Andreas Geron zijn verhaal doet. 

Unfassbar, dat is het woord dat bij Geron en andere betrokkenen het vaakst over de lippen komt, als het gaat over de dramatische gebeurtenissen in de nacht van 14 op 15 juli - niet te bevatten. Stel je voor, zegt Geron, terwijl hij naar het noorden wijst. Het water kwam helemaal tot waar die laatste auto nu rijdt. En daar, zegt hij, met zijn vinger wijzend naar het zuiden, kwam het tot voorbij de verkeerslichten. 

De Ahr was niet 10, maar 900 meter breed. Unfassbar.

Ook in Duitsland vielen tijdens de watersnood die bij ons 41 levens eiste meer dan 170 doden. Tienduizenden mensen raakten hun huis kwijt. Er viel historisch veel regen, op sommige plaatsen meer dan 150 liter per vierkante meter in één etmaal, een hoeveelheid die maar eens per honderd of zelfs duizend jaar voorkomt. 

De ravage in Schuld, aangericht op 14 juli.Beeld AP

Ook boven de Eifel gooide de hemel alle remmen los. De regen die oostelijk in het berggebied viel, verzamelde zich in de Ahr en transformeerde zich tot een stroom met verwoestende kracht. Het was geen hoogwater, zegt Geron. Het was een vloedgolf. Het water nam auto’s mee, containers, bomen. Complete huizen zelfs. In Schuld  werd de volledige dorpskern weggevaagd. In Bad Neuenahr-Ahrweiler,  het kuuroord dat als economisch en toeristisch centrum van de regio fungeert, vielen 68 doden. 

Eén nachtbewaker

Drie dagen voor de ramp fietste Van Bebber toevallig langs de Ahr, waar toen nog een fietspad lag.  Wat is het hier toch lieflijk, mijmerde hij. Die wijnranken tegen de heuvels, de witte huizen, de lommerrijke rivier. Kitscherig bijna. 

Op 14 juli volgt Van Bebber net als alle bewoners van de Eifel het nieuws. Geen moment houdt hij er rekening mee dat ook de Lebenshilfe, waarvan hij op vrijwillige basis voorzitter is, kan worden getroffen. In 2016 was er ook hoogwater, de Ahr bereikte het hoogste punt in een eeuw tijd. Maar het water kwam niet bij de drempel van het tehuis, bij lange na niet. Van Bebber gaat naar bed. 

Aan de Pestalozzistrasse verlaat de dagploeg om 22 uur het pand. Eén medewerker blijft - de nachtwacht. Hij slaapt op de eerste verdieping.  

Een door het water meegesleurde auto is achtergebleven op een begraafplaats in Bad Neuenahr-Ahrweiler.Beeld EPA

De watermassa, die eerder die dag veel schade aanrichtte in Schuld en Bad Neuenahr, nadert het stroomopwaarts gelegen Sinzig. Om 23.27 roepen de autoriteiten ook hier de noodtoestand uit. Wie binnen vijftig meter van de rivier woont, moet evacueren. 

De Lebenshilfe ligt ver buiten die grens, op 240 meter van de Ahr. Tegen elven krijgt de instelling wel bezoek van een brandweerman, blijkt uit reconstructies in Duitse media. Over wat de brandweerman precies zei, lopen de lezingen uiteen. Volgens de lokale autoriteiten gaf hij een serieuze waarschuwing, volgens het tehuis niet.

De meeste bewoners delen een tweepersoonskamer. Dertien mensen slapen beneden, zestien op de eerste verdieping en acht in een bijgebouw,  iets dichter bij de Ahr.  Als de watervloed Sinzig bereikt, slapen ze.

Om 02.10 uur ’s nachts komt de brandweer weer langs. Dit keer is het menens. De nachtwacht krijgt de opdracht de bewoners van het bijgebouw naar het hoofdgebouw te halen. Hij brengt de eerste vier cliënten boven en stapt weer de tuin in. Daar beseft hij dat het mis is. Het water komt tot aan zijn knieën en stijgt snel. Hij kan niet meer naar het bijgebouw, en ook niet terug naar het hoofdgebouw. De man brengt zichzelf in veiligheid.

Vanaf een hoger gelegen stuk grond ziet hij het water verder stijgen. Bewoners op de eerste verdieping, die gewekt zijn door alle consternatie, bellen in paniek naar hun begeleiders, die dan thuis zijn. Een van hen arriveert om 02.50 uur. Ook zij kan alleen maar toekijken. Tot hun ontsteltenis zien de medewerkers hoe de ramen van de benedenverdieping langzaam onder het wateroppervlak verdwijnen.

De Lebenshilfe na de ramp, die ‘s nachts plaatsvond. Op de muur is te zien hoe hoog het water is gekomen.Beeld Peter Christmann

Daar, achter dat glas, slaapt Alfons met zijn geliefde Brunhilde. Andy heeft er zijn bed, net als Anke, Annelore en Annemarie, die bang is voor water. Christian, Kerstin, Peter en Petra. En Phillip, Steve en Thomas. De jongste 30, de oudste 67. De medewerkers weten precies wie achter welk raam slaapt. Dat besef heeft zo veel pijn gedaan, zegt Van Bebber. Een paar uur eerder zaten ze nog naast hen, aan de eettafel. Nu liggen ze daar. Lieve, kwetsbare mensen, helemaal op zichzelf aangewezen.

Christian is de sterkste van het stel. Hij vlucht via een raam, en klemt zich vast aan het gebouw. Help, horen buren hem roepen. Ik kan niet zwemmen! Ik wil niet dood! Hou vol!, roepen zij terug. Na een paar angstige uren wordt Christian gered. 

Oorlogsgebied

De andere twaalf verdrinken. De politie vindt hun levenloze lichamen later die dag in hun kamers. Sliepen ze toen het water hen overviel? Of maakten ze het vollopen van hun slaapkamers bewust mee? Hebben ze geroepen? Niemand weet het. 

De bewoners van de bovenverdieping zijn compleet van slag. In de loop van de nacht worden ze door de brandweer en medewerkers uit het pand gehaald. 

Een beeld uit het tehuis in Sinzig.Beeld Peter Christmann

Van Bebber hoort pas uren later dat het mis is. De stroom is uitgevallen, het telefoonverkeer ligt plat, en ook de media hebben geen weet van de tragedie aan de Pestalozzistrasse. Als hij rond de middag gealarmeerd wordt, stapt hij op de fiets en baant zich via veldweggetjes een weg naar de instelling Lebenshilfe. Daar treft hij de totale ontreddering. 

Ook nu, bijna een half jaar later, kost het moeite om de beelden een plek te geven. Hij is van zichzelf een rasoptimist, zegt hij. Maar na de ramp lukt het hem niet de moed er in te houden. Het is gewoon te veel.

Dat gevoel proef je overal, in het zwaar getroffen Ahrdal. Natuurlijk, de mensen moeten door. Overal staan bouwkranen en betonmolens. De Duitse regering maakte ruim 15 miljard euro vrij voor herstel. Maar tegelijk is de wond nog zo vers.

Een wandeling door Bad Neuenahr-Ahrweiler voelt als een expeditie door oorlogsgebied. Het kuurgebied, met badhuizen, casino’s, hotels en patriciërshuizen, ligt volledig in puin. In het centrum zijn alle winkels dicht, leeg en beschadigd. Ramen zijn gebroken of dichtgespijkerd. Veel straten hebben geen verharding meer. Tussen de gebouwen liggen bergen puin. Daar een lampenkap, daar een bankstel, en daar een archiefkast. 

Het centrum van Bad Neuenahr-Ahrweiler, vijf maanden na de ramp.Beeld Sander van Mersbergen

Als je omhoog kijkt, zie je op de muren een horizontale lijn, die precies aangeeft tot waar het water kwam. Daaronder slaan muren bruin uit. Bij de trapopgang van een verlaten appartementencomplex aan de Ahr hangt een rij besmeurde, ooit witte brievenbussen. Hier woonden de families Schmitt, Lademann en Atey, verraden de naambordjes. Nu zijn ze hun huis kwijt. 

Buiten de stad zijn de rivieroevers verworden tot een kerkhof van spullen. Autobanden, hout en vooral veel grond. Bruggen zijn stuk, wegen abrupt afgebroken. Op sommige stukken van de B257, de weg die richting Schuld voert, is maar één rijstrook begaanbaar. De begroeiing langs de Ahr is goeddeels verdwenen. Met wortel en al uit de grond gerukt. Zelfs de loop van de rivier is niet meer dezelfde, zeggen streekbewoners.

Als je Schuld vanuit het oosten binnenwandelt, ligt het vroegere dorpsplein onder je in het dal. Nu is het één bruine vlakte. De huizen die er stonden, zijn gesloopt. Er is een kerstfeest aan de gang.  Rond een verlichte kerstboom drinken bewoners glühwein. Feliz Navidad galmt door het hele dal. ‘I wish you a merry Christmas....’

Op de moddervlakte kijkt Joseph Weber, een zeventiger, wat verdwaasd om zich heen. Het is moeilijk kerst vieren in een rampgebied, vertelt hij, in de wetenschap dat dorpsgenoten hun huis kwijt zijn, hun werk, of allebei.

Tegelijk geniet hij van alle bekende gezichten, waarop eindelijk weer een lach te bespeuren is. Vanuit alle windstreken is het dorp overladen met kerstcadeautjes, vertelt Dara Kursten, die naast hem staat. Het waren er eigenlijk te veel, verklapt de tiener. En vandaag trekt een optocht van tractoren door het dorp. Allemaal boeren uit de regio, die de bewoners van Schuld laten zien dat ze er niet alleen voor staan. 

Een geïmproviseerd kerstfeest in Schuld, waar het complete dorpsplein sneuvelde. Alleen een transformatorhuis doorstond de ramp.Beeld Sander van Mersbergen

De trekkers zijn versierd met kerstlichtjes, het zijn er honderden. Het levert een schitterend schouwspel op, bij het vallen van de avond. Een eindeloze ketting van licht, meanderend door het dal. Symbool van hoop in donkere tijden. Het gaat misschien nog tien jaar duren, zegt Weber, met een waterige blik in zijn ogen. Maar zijn dorp komt er wel weer bovenop.

Ook in Sinzig lichten te midden van de modder en de autowrakken de eerste voorzichtige sprankjes hoop weer op. Er zijn enkele tientallen tiny houses gebouwd. Martha Wahlberg (66) ziet haar minuscule nieuwe onderkomen vandaag voor het eerst.  Het hout ruikt nog vers. Ze gaat hier met haar zoon wonen, en vindt het wunderbar. Eindelijk weer een huis voor zichzelf, al is het maar klein. Martha woonde vlak bij de Ahr. Het huis staat nog overeind, maar ze wil er niet meer heen. Het is gewoon te veel. 

Martha Wahlberg (links) bezoekt met haar dochter het tiny house waar ze gaat wonen. Tijdens de overstromingen raakte ze haar huis kwijt.Beeld Sander van Mersbergen

Sommige mensen zijn na de overstromingen vertrokken uit de streek, vertelt burgemeester Andreas Geron. Die vinden het te gevaarlijk, en vrezen het veranderende klimaat. De burgemeester belooft echter dat er gewerkt wordt aan maatregelen om een nieuw drama in de toekomst te voorkomen. Het water moet beter worden opgevangen, en anders verdeeld. Het mag niet opnieuw allemaal tegelijk deze kant uit stromen. 

Aan de Pestalozzistrasse komt van vooruitkijken ondertussen nog weinig terecht. Er lopen verschillende onderzoeken naar de ramp in de instelling, zowel politiek als strafrechtelijk. Wat is er gebeurd? Waarom is er niet veel eerder gehandeld? Veel vragen liggen nog open. Zolang dat het geval is, zegt Van Bebber, kunnen betrokkenen het gebeurde maar moeilijk verwerken.

Zelf vraagt hij zich ook af of hij meer had kunnen doen. Maar wat? Had hij al die kwetsbare bewoners uit voorzorg moeten evacueren, om de volgende dag te concluderen dat het voor niks was? De mensen zouden zich afvragen of hij wel goed bij zijn hoofd was. 

Alleen maar deemoedig zijn

In 2016, bij het vorige hoogwater, was de waterstand 3,70 meter. Hij dacht dat het misschien weer zoiets zou worden. Vier meter misschien, heel misschien vijf. Dan had het water aan de Pestalozzistraat tot hier gestaan, zegt Van Bebber, terwijl hij achterover leunt in zijn stoel en zijn voeten een halve meter boven de vloer optilt. Maar tien meter? Dat tart elk voorstellingsvermogen. 

In de nacht na de ramp keek hij thuis uren op YouTube naar beelden van de op hol geslagen Ahr. Niet dat hij niet geloofde wat er gebeurd was, maar hij begreep het gewoon niet. Zijn vaste overtuiging was dat je in Duitsland gewaarschuwd wordt bij dergelijk gevaar. Daar zijn systemen voor, afspraken, wetten. 

Zelfs de Duitse gründlichkeit bleek echter geen partij voor moeder natuur. Dat is voor burgemeester Geron de belangrijkste les, vertelt hij, terwijl hij uitkijkt over de Ahr. De mens is niet almachtig. We denken dat we alles in de greep hebben, met ons digitale vernuft, onze wetenschap. Maar dan komt het water, en ben je op jezelf aangewezen en op elkaar. Dan kun je alleen maar deemoedig zijn.

Van Bebber zegt dat er voor de overleden bewoners nog een permanent monument komt. Het is er door alle praktische rompslomp alleen nog niet van gekomen. Die rompslomp begon meteen toen de overlevenden uit het tehuis waren gered. Ze moesten avondeten hebben, kleren en een tijdelijk onderkomen. Dat werd gevonden, buiten de stad. 

Het is de bedoeling dat de Lebenshilfe binnen twee jaar terugkeert naar Sinzig, al is nog niet bekend waar. De Pestalozzistrasse wordt het in elk geval niet. Daar wil niemand meer wonen. 

De straten van Schuld na de rampBeeld AFP