Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDon't Look Up

‘Zo voelt het dus om vandaag klimaatwetenschapper te zijn’: wetenschap lacht met ‘Don’t Look Up’, al is het zuur

‘Zo voelt het dus om vandaag klimaatwetenschapper te zijn’: wetenschap lacht met ‘Don’t Look Up’, al is het zuur
Beeld NIKO TAVERNISE/NETFLIX

Wat te doen als een meteoor de aarde dreigt te vernietigen? Niets. Gewoon wegkijken. Klimaatwetenschappers herkennen zich perfect in de satire van Don’t Look Up. Al kan niet elke wetenschapper er ook om lachen.

“Are we not being clear? We’re all 100 percent for sure gonna fucking die!” Er is een scène in Don’t Look Up waarin het ongeloof Kate Dibiasky te veel wordt. In een televisiestudio roept ze het dan ook uit dat de mensheid eraan gaat, als er niet snel actie wordt ondernomen tegen de meteoor. Maar de astronomiestudente, die samen met haar doctoraatsbegeleider het gevaarte heeft ontdekt, komt vooral over als een gekkin.

Don’t Look Up is dan wel satire, maar voor veel klimaatwetenschappers komt de realiteit in die scène akelig dichtbij. “Ik kan me daar perfect in terugvinden”, schrijft de gerenommeerde NASA-wetenschapper en auteur Peter Kalmus in The Guardian. “Zo voelt het dus om vandaag een klimaatwetenschapper te zijn.”

In de film krijgen de wetenschappers het ook niet uitgelegd. Dibiasky – gespeeld door Jennifer Lawrence – en haar promotor, Leonardo DiCaprio, hebben becijferd dat de inslag van de meteoor de hele wereldbevolking zal wegvagen. De impact gebeurt volgens hun voorspelling over zes maanden. 

Maar als ze hun bevinding willen uitleggen in de tv-studio gaat er meer aandacht naar de break-up van twee celebrity’s. De Amerikaanse president (Meryl Streep) ligt dan weer wakker van de tussentijdse verkiezingen. 

‘Zo voelt het dus om vandaag klimaatwetenschapper te zijn’: wetenschap lacht met ‘Don’t Look Up’, al is het zuur
Beeld AP

Als het gevaarte zo dicht komt dat mensen het kunnen zien, komt er een tegenbeweging op gang, die gewoon wegkijkt. ‘Don’t Look Up.’ “Ze willen dat u naar boven kijkt, zodat zij op u neer kunnen kijken”, klinkt het dan.

Don’t Look Up-syndroom

De wetenschappers zijn in de film dus kop van Jut. Zij zien het als hun plicht om hun bevindingen te delen. Maar overal waar ze komen, worden ze uitgelachen of genegeerd. Pijnlijk herkenbaar, vinden klimaatwetenschappers dat. Maar net daarom “briljant”, zo zegt onder meer de Australische oceaanonderzoeker Matthew England. “Ik hou ervan en ik hoor dat veel klimaatwetenschappers dezelfde mening zijn toegedaan.”

Ook VUB-klimatoloog Wim Thiery, die meeschreef aan rapporten van het internationale klimaatpanel IPCC, zit met die frustratie. Hij is erg teleurgesteld over de voorbije COP26-top in Glasgow. “Het doel was om de opwarming te beperken tot 1,5 graden tegen het einde van de eeuw”, zegt Thiery. “Maar als je nagaat wat de landen nu beloven, dan komen uit op ongeveer 2,4 graden. Als wetenschapper denk je: als ik maar genoeg informatie geef, dan zal de samenleving wel volgen. Maar dan krijg je dus het Don’t Look Up-syndroom.”

Lees ook

Vier belangrijke trends die in 2022 het tij in de strijd tegen klimaatverandering zullen keren

‘Don’t Look Up’: een niet bepaald subtiele, maar haast ondraaglijk accurate satire ★★★★☆

DM Zapt: ‘Don’t Look Up’ houdt ons allemaal een duistere lachspiegel voor: het is lachen en buikpijn krijgen tegelijk

VUB-wetenschappers lanceren website die persoonlijke klimaattoekomst toont

In Sinzig verdronken 12 bewoners met een beperking in hun kamer bij de watersnood: ‘Het water kón hier niet komen, dachten we’

Recensenten werden nochtans – komt-ie – minder warm van de film. Grote kranten als The Wall Street Journal hadden het zelfs over een “kosmische ramp”, omdat de humor van de prent veel te flauw zou zijn. De sterrencast met ook Cate Blanchett en Timothée Chalamet kon dus niet overtuigen. 

Maar nu de film uit is op Netflix reageert het publiek helemaal omgekeerd. De prent van regisseur Adam McKay, die onder meer The Big Short (2015) op zijn naam heeft staan, is momenteel de meest bekeken film op Netflix.

De Nederlands site De Speld maakte vervolgens satire over de satire. “Wetenschappers waarschuwen voor versplinterde ijsplaat, maar iedereen zit Don’t Look Up te kijken.”

Vijf sterren zou Sara Vicca, die klimaatonderzoek doet aan de UAntwerpen, niet aan de film geven. Maar zij kon hem “wel appreciëren”. “Dat afwachten, minimaliseren en niets doen, is toch wel een duidelijk parallel”, zegt Vicca. “Er zitten nog andere herkenbare elementen in de film. Vaak schieten mensen liever op de boodschapper dan dat ze zijn boodschap serieus nemen.”

Daar kunnen Belgische klimaatwetenschappers helaas van meepraten. Ze kunnen geen interview geven in de media of Twitter gaat los met haatreacties en de bedreigingen komen binnen in de mailbox.

“Meestal kijk ik er bewust niet naar”, zegt Vicca. “Ik weet dat die reacties van een kleine minderheid komen met een grote mond. Soms wil ik weten wat er bij hen leeft en kijk ik toch. Dan denk ik ook: hoe meer trolls er reageren, hoe meer impact.”

Rire jaune

Wie alvast wel blij is met de lof van de klimaatwetenschappers en met de discussie die de film op gang brengt, is de regisseur. Al denkt hij ook dat de boodschap niet bij iedereen zal aankomen. Sommigen zullen zich volgens hem gedragen als “robots die naar een liefdesfilm kijken”.

Rire jaune
Beeld RV

Klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele (UCLouvain), die al ondervoorzitter is geweest van het IPCC, was ‘not amused’ door de film. Hij heeft wel enkele keren gegniffeld, maar het was eerder een “rire jaune”, zuur lachen. “Iedereen kent de frustraties van klimaatwetenschappers”, zegt hij. “Ik vraag me af wat het opbrengt voor de klimaatbeweging om daar een film over te maken. Kan je zo mensen mobiliseren?”

Kalmus vraagt zich in The Guardian ook af of het niet tijd is om meer te doen met fictie om mensen aan de slag te krijgen. Hollywood heeft al rampenfilms gemaakt rond klimaat zoals The Day After Tomorrow (2004). Maar is het geen tijd om eens een film te maken over hoe mensen door samen te werken iets aan de klimaatopwarming doen?

Van Ypersele vindt dat een goede suggestie. Maar wil eerst weten of deze film ook onder het grote publiek een debat op gang brengt. “Het is aan sociale wetenschappers om dat te bestuderen”, zegt hij. “Ik ben alvast benieuwd naar de studies die het effect van de film tonen.”