Proces aanslagen Parijs hervat met ondervraging van ‘man met het hoedje’: “Alle moslims hebben de taak om de jihad te doen”

Het proces lag twee weken stil omdat de voornaamste beschuldigde, Salah Abdeslam, corona had opgelopen. Een medische tegenexpertise had Abdeslam vorige week genezen verklaard. Het was van eind november geleden dat hij het proces fysiek had bijgewoond, maar dinsdag was hij weer aanwezig. Zijn ondervraging staat gepland voor 20 en 21 januari.

In deze eerste fase van ondervragingen, vier maanden na de start van het proces, zullen de vragen enkel gaan over de feiten tot en met de zomer van 2015.

Abrini, ook bekend als de man met het hoedje, is een jeugdvriend van Abdeslam en staat terecht voor medeplichtigheid aan moord, omdat hij mee auto’s en appartementen huurde die het terreurcommando gebruikte. Volgens de speurders moet zijn rol nog opgehelderd worden. Wel is duidelijk dat hij in de zomer van 2015 in Syrië Abdelhamid Abaaoud en Najim Laachraoui ontmoette.

Zijn radicalisering startte in 2014, na de dood van een broer in Syrië, al wilde hij dat nuanceren. “Voor u is dat radicaal, voor mij is dat de normale islam”, klonk het. Zijn broer maakte deel uit van een terreurgroep die bekend stond voor zijn wreedheid, ook tegen burgers. “In de oorlog gaat dat zo. Alle moslims hebben de taak om de jihad te doen.” Voor Abrini betekent dat ook mensen op een terras of in een concertzaal doden. “De smerige zaken gebeuren niet uit één enkel kamp.”

Hij gaf wel aan zelf zulke zaken niet te kunnen doen. Zoals bekend zag hij ervan af om zich bij de aanslagen in Brussel tot ontploffing te brengen.

Een andere beschuldigde, Osama Krayem, weigert te verschijnen. Hij gaf aan beslist te hebben zich tot het einde van de debatten niet meer te zullen uitspreken.