De Wever: ‘Ik zag een politieke opportuniteit, daarom wilde ik communiceren over PFOS’

Bart De Wever moest zich vrijdagnamiddag voor de onderzoekscommissie PFAS-PFOS van het Vlaams Parlement verantwoorden voor zijn aandeel in de beslissing om niet te communiceren over de vervuiling. De Wever houdt vol dat er toen geen sprake was van een ‘humaan risico’. Hij zag in de communicatie vooral een ‘politieke opportuniteit’, zo zei hij in een verhitte ondervraging.

Bij zijn komst voor de parlementaire commissie die zich over de PFOS-vervuiling buigt, zette Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) meteen de aanval in. Hij verweet commissie­voorzitter Hannes Anaf (Vooruit) en Mieke Schauvliege (Groen) dat ze beschuldigende uitspraken hadden gedaan in een interview met Humo nog voor de betrokken personen gehoord werden. ‘Het is nog nooit gebeurd dat een commissievoorzitter zo uit zijn rol valt’, foeterde De Wever. Anaf liet zich niet uit zijn lood slaan en gaf het woord aan de commissieleden.

De commissie hoopt via De Wever inzicht te krijgen in de beslissing om niet te communiceren over de PFOS-vervuiling. In 2017 was hij aanwezig op een politiek stuurcomité waarop de Vlaamse regering geïnformeerd werd over verontreinigde grond. Van De Wever willen ze specifiek weten waarom hij zich neerlegde bij die beslissing, aangezien hij na het barsten van de buil meermaals liet weten dat hij voorstander was van communicatie naar de brede bevolking toe.

Mobiliteit én milieu, een opportuniteit

‘Mijn behoefte om te communiceren kwam niet vanuit het risico voor de volksgezondheid, maar omdat ik een politieke opportuniteit zag’, verduidelijkte De Wever in zijn antwoord. Hij houdt vol dat er op dat moment geen aanleiding was tot bezorgdheid over de volks­gezondheid. Ovam had Lantis geïnformeerd dat er geen humaan risico aan de vervuiling verbonden was.

Een politieke opportuniteit dus, waarbij De Wever naar eigen zeggen ‘het nuttige aan het nuttige’ zou kunnen koppelen. ‘Behalve mobiliteit was Oosterweel nu ook een milieuproject. We konden er een sanering aan koppelen’ en zo ‘een historische vervuiling aanpakken’. Zo dacht de Antwerpse burgemeester te vermijden dat de groenen het Oosterweelproject zouden neerhalen. Groen levert de burgemeester in Zwijndrecht en stelde zich zeer kritisch op tegenover het project.

De betrokken kabinetten en diensten besloten uiteindelijk om niet te communiceren, omdat dat ‘te veel vragen’ zou oproepen, aldus De Wever. Vragen waarop ze nog geen afdoende antwoorden konden formuleren, aldus Ovam. ‘Je maakt iets los en weet niet hoe je dat weer moet vastmaken’, vatte De Wever die conclusie toen samen. De Wever had daar begrip voor, maar geeft toe dat het achteraf gezien ‘een grote fout’ is gebleken.

Tweede reden

De Antwerpse burgemeester geeft nog een tweede reden waarom hij niet doorduwde op de kwestie. De Wever verwees naar het groene bestuur in Zwijndrecht, waarvan hij verwachtte dat het de kastanjes uit het vuur zou halen, omdat het volgens hem op de hoogte was van de vervuiling. Jan Van Rensbergen, ex-ceo van Lantis, stuurde een e-mail naar de administratie waarin hij liet weten dat de gemeente op de hoogte zou worden gebracht. De betrokkenen konden deze informatie niet bevestigen aan De Standaard. Er volgde geen communicatie naar de brede bevolking. Opnieuw legde De Wever zich daarbij neer.

De komende twee weken moeten verschillende politici zich verantwoorden voor hun rol in de PFOS-affaire. In de lente bleek dat de grond die voor de werken aan Oosterweel verzet werd, vervuild is met de chemische stof PFOS. De parlementaire onderzoekscommissie bestudeert de PFOS-vervuiling en moet politieke verantwoordelijkheid vaststellen. Behalve De Wever wordt er vooral uitgekeken naar de komst van Joke Schauvliege (CD&V) en Ben Weyts (N-VA).

(Max De Moor, Lisa De Bode)