Meer kans voor onderzoekers om na pensioen voort te doen

Minister Crevits. ©  DBA

Om te beletten dat topwetenschappers na hun emeritaat naar het buitenland trekken, heeft minister Crevits de regels aangepast en 5 miljoen vrijgemaakt.

Tom Ysebaert

Wetenschappers krijgen wat meer mogelijkheden om hun onderzoek ook na hun pensioenleeftijd voort te zetten in Vlaanderen. Hilde Crevits (CD&V), de Vlaamse minister van Wetenschapsbeleid en Innovatie, heeft daartoe een oplossing uitgewerkt, in samenspraak met de universiteiten en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).

Wetenschappers hebben het er soms moeilijk dat ze verplicht op 65 jaar met emeritaat – het academische pensioen – gestuurd worden. Sommigen van hen trokken noodgedwongen naar het buitenland, waar ze nog wel welkom zijn en financiering vinden. Onlangs was dat het geval met kankeronderzoeker Peter Carmeliet (KU Leuven), die naar Denemarken verkast. In 2011 trok econoom Paul De Grauwe van Leuven naar Londen.

Om die export van grijze hersencellen in te dammen, liet minister Crevits het reglement voor steun aan fundamentele onderzoeksprojecten aanpassen. Het FWO lanceert dit jaar een oproep waarbij onderzoekers, ondanks hun pensioenleeftijd, financiering kunnen aanvragen voor hun onderzoeksproject.

Alleen topprofielen zullen in aanmerking komen voor steun. Bovendien moet de pensioengerechtigde kandidaat altijd een project indienen in samenwerking met een beloftevolle jonge onderzoeker om die zo verder te begeleiden in zijn of haar onderzoekscarrière.

De selectie gebeurt volgens de regels die het FWO vandaag al hanteert voor de senior onderzoeksprojecten fundamenteel onderzoek. Ze zullen de toetsing door internationale vakgenoten moeten doorstaan.

Er zullen een tiental projecten per aanvraagronde mogelijk zijn, die elk vier jaar zullen lopen. Crevits trekt er jaarlijks 5 miljoen euro voor uit via het FWO. ‘We hopen dat we zo topwetenschappers met hun kennis in Vlaanderen kunnen houden’, zegt ze.