Klinische proef met medicijn tegen covid in woonzorgcentra

 ©  Katrijn Van Giel

Nog deze maand zullen cra-artsen een nieuw medicijn tegen covid kunnen inzetten in woonzorgcentra die met een grote covid-uitbraak worden geconfronteerd. Het betreft een klinische proef. Ook huisartsen kunnen er vanaf maart risicopatiënten mee behandelen.

Veerle Beel

Het betreft de molecule molnupiravir, die door de firma MSD verkocht wordt onder de naam Lagevrio. Het middel is nog niet geautoriseerd in Europa. Deze molecule introduceert fouten in het virus-mrna, en mag niet toegediend worden aan zwangere vrouwen of kinderen. Ze moet dus heel gecontroleerd worden ingezet.

Ons land heeft 10.000 dosissen gekocht, die wellicht nog deze maand in woonzorgcentra kunnen worden toegediend, om uitbraken in te dammen. Cra-artsen krijgen hierover een brief.

Vanaf maart zullen ook huisartsen hun risicopatiënten ermee kunnen behandelen, wanneer die covid krijgen. Het middel moet opgestart worden in de virale fase, dus binnen de vijf dagen na besmetting.

In Oxford loopt een grote studie naar de effectiviteit van dit middel. De Belgische gegevens zullen daaraan worden toegevoegd. Dat is zaterdagmiddag gezegd op een persconferentie van de taskforce vaccinatie en de taskforce behandelingen - die laatste in pas in december opgestart.

Klinische studies zijn belangrijk om vooruitgang te boeken in de strijd tegen het covidvirus, zegt Frank Hulstaert, onderzoeker aan het federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE). Hij roept patiënten die tot de doelgroep behoren op om mee te werken. ‘We stellen vast dat het de jongste tijd moeilijker is geworden om mensen te motiveren om deel te nemen aan klinische studies. Die zijn nochtans onontbeerlijk.’

Ernstige ziekte

Sinds november loopt er al een andere klinische studie in de ziekenhuizen, waar het middel Xevudy van de firma GSK wordt ingezet. Het betreft de molecule sotrovinab, die intraveneus wordt toegediend. Ons land heeft recent 20.000 extra dosissen gekocht, omdat uit tests in vitro blijkt dat het ook enige werking behoudt in de strijd tegen de nieuwe omikronvariant.

Met het bedrijf Pfizer zijn onderhandelingen bezig over de aankoop van 10.000 dossissen van Poxlavid, dat twee molecules bevat. De ene remt de replicatie van het virus in het lichaam, de andere voorkomt dat de eerste molecule snel afbreekt. Helaas breekt die tweede molecule ook sommige andere geneesmiddelen af, zoals bepaalde statines. Er is nog niet beslist hoe dit medicijn in België zal worden verspreid.

Ondertussen maakt de omikronvarant 85 procent van de besmettingen uit - geen 100 procent zoals in december was voorspeld. Omikron is minder ziekmakend dan delta, maar dat betekent niet dat er geen patiënten met omikron in het ziekenhuis liggen. Ze maken er zelfs de meerderheid uit, nu de besmettingen zo hoog zijn.

De derde vaccinatie, of boosterprik, beschermt nog steeds tegen ernstige ziektesymptomen en opname op de intensieve afdeling. Met die booster gaat het hard, zegt Dirk Ramaekers van de taskforce. ‘De voorbije week werd een record aantal derde prikken gezet’.

In Vlaanderen kreeg 69 procent van de 18-plussers al een derde prik en 56 procent van de totale bevolking. Voor België is dat 61 en 49 procent.

Brussel loopt achter. Daar kreeg maar 35 procent van de volwassenen een derde prik en 27 procent als je het over de totale bevolking bekijkt.

Er zijn intussen ook 30.228 kinderen tussen vijf en elf jaar gevaccineeerd, van wie er 27.722 in Vlaanderen wonen.