Prins Harry schakelt gerecht in om politiebescherming te krijgen in VK: "Anders kan hij niet terugkeren naar thuisland"

Begin 2020 lieten de Britse prins Harry en zijn echtgenote Meghan weten dat ze afstand zouden doen van hun koninklijke dotaties, taken en verplichtingen. In diezelfde periode zou Harry hebben  voorgesteld om in het VK voortaan zelf te betalen voor zijn politiebescherming en die van zijn gezin, zo laat een woordvoerder weten. Het doel: ervan verzekerd zijn dat zij veilig zijn. Ook in de VS, waar ze momenteel wonen, betalen Harry en Meghan voor hun eigen beveiliging.

Die vraag is toen afgewezen, ook na pogingen tot onderhandelingen die daarop volgden. In september vorig jaar heeft Harry daarop een "rechterlijke toetsing" gevraagd van die beslissing, "in de hoop dat die zou kunnen worden geherevalueerd".

In een persmededeling argumenteert de woordvoerder dat Harry en zijn gezin de voorbije jaren het voorwerp waren van "goed gedocumenteerde neonazi- en extremistische dreigementen". "Zijn rol binnen het koningshuis is veranderd, maar zijn profiel als lid van de koninklijke familie is dat niet. Ook de bedreigingen aan zijn adres en aan dat van zijn familie zijn niet veranderd."

Bij zijn laatste bezoek aan het VK, in juli 2021, zouden er  bij gebrek aan politiebescherming effectief veiligheidsproblemen zijn ontstaan, stelt het communiqué. "Het VK zal altijd de thuis zijn van prins Harry en het land waar hij wil dat zijn vrouw en kinderen veilig zijn. Zonder politiebescherming is dat persoonlijke risico te groot." Of zoals een andere zin in de tekst het nog explicieter samenvat: "Zonder politiebescherming kunnen prins Harry en zijn gezin niet terugkeren naar zijn thuisland."