Direct naar artikelinhoud
GetuigenisDie ene patiënt

Een huisarts over die ene patiënt: ‘De beelden van de oorlog gingen niet meer weg. Hij kon alleen nog huilen en schreeuwen’

Een huisarts over die ene patiënt: ‘De beelden van de oorlog gingen niet meer weg. Hij kon alleen nog huilen en schreeuwen’
Beeld Tzenko Stoyanov

Artsen en verpleegkundigen vertellen over de patiënt die hun leven voor altijd veranderde. Deze week: huisarts Selma Mogendorff.

“Het was zo’n man die ik nauwelijks op mijn spreekuur zag, een grote, sterke kerel die nooit wat mankeerde, een bouwvakker die hooguit langskwam als hij tijdens zijn werk een knie had verdraaid of een hand bezeerd. Altijd optimistisch, een tikje ondeugend ook, en duidelijk aanwezig. Alles gaat vanzelf over, zei hij altijd, en als dat niet zo is, dan is het je tijd. Hij werkte zeker tot zijn zeventigste door, in zijn eigen bedrijf. Ik vroeg hem weleens of dat niet te zwaar was, of hij het niet eng vond, op zo’n bouwsteiger. Welnee, antwoordde hij dan. Hij bracht eens een bos bloemen mee omdat ik niks aan hem verdiende.

“Ooit had hij me verteld, vrij achteloos, dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog als jonge jongen in Duitsland tewerk was gesteld. Ik kreeg niet de indruk dat hij daar verder wat over kwijt wilde, dus ik vroeg niet door. Totdat hij ernstig ziek werd en ik regelmatig thuis bij hem langsging. Hij was inmiddels aan het dementeren, in zijn hoofd keerde hij terug naar zijn jeugd: de beelden van toen lieten zich niet meer wegdringen. Daar zat hij, in zijn stoel achter het raam, een breekbare tachtigjarige, en hij kon alleen maar huilen en schreeuwen. Een soort oerkreten waren het. O God, wat erg, dit kan niet waar zijn, riep hij dan. Of: het zijn geen mensen maar lijken, dit is mensonwaardig, jongens, wat moeten we doen?

“Wie weet wat hij allemaal heeft gezien. Misschien werkte hij in de fabrieken samen met mensen uit concentratiekampen? Het is vijftien jaar geleden, maar ik herinner me dat ik hem soms al hoorde jammeren als ik de voordeur binnenstapte. Het was hartverscheurend, er kwam zoveel verdriet naar boven. En ook schuldgevoel, denk ik. Hij had kennelijk willen ingrijpen, maar wat had hij kunnen doen als jongen van achttien?

‘Hij zat een hele dag in de oorlog’

“Het lukte me niet meer om met hem in gesprek te komen. Op de vragen die ik stelde kwam geen coherent antwoord, hij riep steeds hetzelfde, hoe erg het was en hoeveel pijn het hem deed. Als ik het verleden samen met hem op een rijtje had kunnen zetten, had ik hem mogelijk tot rust kunnen laten komen. Maar ik kon hem niet meer bereiken. Hij zat als het ware de hele dag in de oorlog. Ik zag het en ik kon niets doen. Ik voelde me zo onmachtig.

“Zijn vrouw vertelde me dat hij er tegen haar nooit iets over had gezegd. Ze waren zelfs op vakantie geweest naar Duitsland. Al die jaren had hij het verleden weggestopt, verborgen onder een lading lolbroekerij. Dat was zijn overlevingsstrategie. Maar nu had hij geen keuze meer, de herinneringen kwamen en hij kon ze niet meer tegenhouden.

“Had ik eerder maar een kleine aanwijzing gehad dat hij ergens mee zat, dan had ik vragen gesteld. Ik vermoed dat hij er heel lang niet aan toe was om zijn oorlogservaringen te bespreken. Nu besef ik dat patiënten niet altijd hun ware gezicht tonen, dat hun gedrag sterke emoties kan verhullen. Onder een laag van vrolijkheid kan veel pijn schuilgaan, maar ook vervelend gedrag kan een teken zijn van angst of verdriet. Ik ben daar sindsdien meer op bedacht, stel mezelf vaker de vraag: waarom doet de ander zo?

“Hij is uiteindelijk na een paar maanden overleden en ik was blij voor hem. Hij moet een angstige laatste levensfase hebben gehad. Al die beelden, zo lang geleden maar toch zo aanwezig. Als ik me dat probeer voor te stellen, word ik nog altijd verdrietig.”

De getuigenissen in deze reeks komen uit het boek Die ene patiënt van journaliste Ellen de Visser.