Direct naar artikelinhoud
ReportageOlympische Winterspelen

Op straat in Peking lijken de Winterspelen heel ver weg

IJsfietsen op een ijsbaan in een stadspark in Peking eind januari.Beeld Getty

Ze kijken ernaar uit, naar de Winterspelen in hun stad, zeggen de inwoners van Peking die in het Chaoyang-park ijsvertier komen zoeken stuk voor stuk. Maar door de coronamaatregelen zijn olympisch en niet-olympisch Peking gescheiden werelden. 

Natuurlijk zijn ze enthousiast over de Winterspelen. En natuurlijk gaan ze alle wedstrijden op tv kijken. Dat is, in een notendop, het antwoord van de bezoekers van Chaoyang-park in Peking, als ze worden gevraagd naar de Spelen die vrijdag beginnen. Het is weekend en rond de schaatsvijver van Chaoyang-park is het aanschuiven om schaatsen of een ijsfiets te huren, of van de ijsglijbaan te roetsjen. Voor veel Pekingers is dit de favoriete plek voor een middagje ijsplezier.

“We hebben fantastische sporters, we gaan heel veel medailles winnen”, zeggen drie jongens, van 12 tot 14 jaar, die net van de schaatsvijver komen. Ze lopen langs kramen met bingtanghulu, gekonfijt fruit op een stokje, een populaire Chinese wintersnack. Maar als hun gevraagd wordt een paar namen te noemen van sporters die kans maken op goud, blijft het stil. Ze blijken geen enkele Chinese wintersporter te kennen.

‘Heel anders dan in 2008’

Het is tekenend voor de sfeer in Peking: als je inwoners naar de Winterspelen vraagt, reageren ze enthousiast, maar in de praktijk blijken ze er niet echt mee bezig. De Spelen mogen in hun eigen stad plaatsvinden, door de strenge covidrestricties lijken ze tegelijk heel veraf. De inwoners mogen geen wedstrijden bijwonen (tenzij ze van hogerhand aangeduid worden als publiek), en de sporters mogen de stad niet in. Olympisch en niet-olympisch Peking zijn twee gescheiden werelden.

“Het is heel anders dan in 2008", zegt Xie Qi (29), die in de buurt van Chaoyang-park woont, en samen met een vriendin komt schaatsen. “Toen was het de eerste keer dat we Olympische Spelen organiseerden en voelden mensen een heel sterk enthousiasme. Ik zat nog op school en in de les hadden we het er voortdurend over. In de media hoorde je ook heel veel verhalen over sporters. Dat heb je nu veel minder.”

Curling met pompoenen in Guang’an in de provincie Szechuan vorige week. Om in de stemming te komen voor de Spelen in Peking werd er een evenement met olympische wintersporten gehouden, maar dan zonder ijs.Beeld Getty

De inwoners van Peking zijn niet negatief over de Spelen. Ze maken zich geen zorgen over extra besmettingen door de komst van buitenlandse sporters. De Chinese overheid heeft het virus onder controle, klinkt het. Uiteraard is openlijk kritiek geven op een prestigeproject niet evident in een land als China, maar het enthousiasme lijkt gemeend. “Wij Chinezen staan erg open voor zulke evenementen”, zegt Xie Qi. “We heten iedereen welkom, we willen goede gastheren zijn.”

Onbekende atleten

Tegelijk is de interesse van de Pekingers voor de Winterspelen beperkt: wintersport is niet populair in China en kent geen grote idolen. Dat blijkt ook als we bij wijze van experiment enkele mensen in het park vragen om aan een quiz deel te nemen. We tonen vijf foto’s van China’s populairste atleten op de Zomerspelen in Tokio en vijf van China’s bekendste sporters op de Winterspelen. De reacties zijn veelzeggend.

Bij de foto’s van de zomeratleten – tafeltennissers Ma Long en Liu Shiwen, schoonspringer Quan Hongchan, schutter Yang Qian en zwemmer Zhang Yufei – kunnen de meeste mensen moeiteloos vier of vijf namen noemen en beginnen ze spontaan over sportprestaties of roddels. Liu Shiwen won zilver in Pyeongchang en heeft een spannend liefdesleven, klinkt het. Quan Hongchan was nog maar 14 toen ze olympisch goud won.

Bij de wintersporters – shorttrackers Wu Dajing en Zhou Yang, schaatser Gao Tingyu, freestyleskiër Gu Eileen en kunstschaatser Jin Boyang – blijft het vooral stil. Alleen Gu Eileen is bij iedereen bekend: een Amerikaanse topskiër die in 2019 de Chinese nationaliteit aannam en geregeld de covers van Chinese modebladen haalt. Een enkeling herkent ook Wu Dajing, die goud won in Pyeongchang, en één man die fanatiek ijshockey speelt, herkent ze alle vijf: de uitzondering die de regel bevestigt.

Om een hotel in Peking wordt een hek opgetrokken om de gasten af te schermen van de inwoners van de stad, een van de vele coronamaatregelen voor de Winterspelen.Beeld Getty

“Misschien is het een kwestie van gewoonte”, zegt Yong Cong (25), die uit de Zuid-Chinese stad Guangzhou komt, maar voor zijn werk in Peking is komen wonen. “Iedereen is het gewend om naar de Zomerspelen te kijken, maar voor de Winterspelen hebben we die gewoonte nog niet.”

‘Voor wintersporten is de drempel hoger’

“We weten ook weinig over wintersport”, zegt hij. “Tafeltennis of badminton, dat kent iedereen in China. En er is geen geografische beperking: ook in het zuiden van China kun je die sporten spelen. Voor wintersporten als schaatsen, ijshockey of skiën ligt de drempel veel hoger. In mijn geboortestad zijn wel overdekte ijsbanen, maar de kaartjes zijn duur.”

Wat ook niet helpt, is dat in het straatbeeld van Peking weinig publiciteit wordt gemaakt voor de Winterspelen. Rond de schaatsvijver van Chaoyangpark hangen vlagjes van Peking 2022 en staan borden met uitleg over de olympische wintersporten. In het centrum van Peking staat een tent van sponsor Samsung. Verder is de stad vooral versierd voor Chinees Nieuwjaar. Voor een overheid die gespecialiseerd is in propaganda en die in 2008 heel Peking olympisch tooide, is dat opmerkelijk.

Misschien wil de Chinese overheid haar bevolking niet al te veel herinneren aan wat ze moeten missen. De meeste Pekingers mogen weinig van wintersport kennen, ze hadden graag een wedstrijd bijgewoond. Maar half januari werd beslist dat publiek van hogerhand zou worden aangeduid. “Het is jammer”, zegt Cheng Lina (40). “In 2008 heb ik op de Zomerspelen een wedstrijd basketbal gezien, dat was heel opwindend. Als ik de kans had gekregen, was ik zeker weer gegaan.”

Ze is van plan om de wedstrijden thuis op tv te kijken. “Als je me die foto’s na de Spelen nog eens toont, herken ik ze vast allemaal.”