Copyright © 2020, Vlad Ispas, licensed via EyeEm Mobile GmbH

Bedrag op spaarboekjes bereikt record van 300 miljard euro: loont sparen nog? En wat gebeurt er met al dat geld?

Het totale bedrag dat bij de Belgische banken op spaarrekeningen staat is in december opgelopen tot een record van 300 miljard euro. Dat blijkt uit cijfers van de Nationale Bank. Maar wat gebeurt er met al dat spaargeld? En is dat dan ook echt "slapend" geld?

300.573.727.000 euro om precies te zijn staat er op alle Belgische gereglementeerde spaarrekeningen samen. Het bedrag is in 15 jaar tijd verdubbeld en dat is voor u misschien geen verrassing. Want Belgen kregen jarenlang te horen dat ze sterke spaarders waren. En als verklaring werd verwezen naar de hoge schuldgraad van ons land. Belgen zouden doorhebben dat daar later belastingen tegenover kunnen staan en daarom leggen ze een appeltje voor de dorst aan. We zouden dus meer sparen omdat de overheidsfinanciën er niet goed voorstaan.

"Maar een echt bewijs voor de verklaring is er niet", zegt econoom Hans Bevers van Degroof Petercam. "Bovendien is de Belg als goede spaarder een verhaal uit het verleden." Begin jaren 2000 waren we samen met de Duitsers de beste spaarders van de Europese klas. Tot 18 procent van het inkomen werd opzijgezet. "Maar sinds de financieel-economische crisis van 2008-2009 is de zogeheten spaarquote alsmaar gedaald. We zaten in 2018 met 12 procent zelfs onder het gemiddelde van de eurozone." De spaarquote is het percentage van het beschikbaar inkomen van een huishouden dat niet besteed wordt aan consumptie. Het houdt dus veel meer in dan geld op een spaarrekening zetten, het gaat ook om de aankoop van beleggingen zoals aandelen en obligaties, en investeringen in nieuwbouw of renovatie.

"De Belgische huishoudens zijn de afgelopen decennia geëvolueerd van spaarkampioen naar een Europese middenmoter", zegt Johan Van Gompel,  econoom bij KBC. "De daling van de rente de afgelopen 10 jaar heeft de rente-inkomsten die gezinnen halen uit hun vermogen, fors doen slinken. En omdat het vooral die rente-inkomsten zijn die ze sparen - de inkomsten uit werk worden vooral geconsumeerd - is er een pak minder gespaard. En doordat het gemiddeld vermogen per huishouden in België tot het hoogste van de wereld behoort, had de daling van die vermogensinkomsten een relatief grote impact op de spaarquote."

Maar ook demografische evoluties verklaren waarom Belgen alsmaar minder sparen. Tussen de leeftijd van 30 en 50 legt de gemiddelde Belg een financieel vermogen aan en stijgt de spaarquote. Tussen 55 en 65 gaat die wat minder sparen. En gepensioneerden sparen gemiddeld niet meer. "Door de vergrijzing van de bevolking nam de verhouding tussen het aantal spaarders (de bevolking op leeftijd 30+ tot aan de pensioenleeftijd) en het aantal ontspaarders (de gepensioneerden) de afgelopen jaren stelselmatig af en zijn we dus minder gaan sparen", zegt Van Gompel.

Geparkeerd?

Al vele jaren zeggen politici dat er ontzettend veel geld op onze spaarboekjes geparkeerd staat en dat ze maatregelen willen nemen om dat slapende geld te activeren. "Maar dat geld wordt wel degelijk geactiveerd voor de economie", zegt Geert Gielens, directeur Economische Zaken bij bankenkoepel Febelfin. 

Een klein stuk van het spaargeld - 1 procent - moet als buffer aangehouden worden bij de Europese Centrale Bank. Maar de rest gebruiken de banken om hypothecaire leningen te geven aan gezinnen, om kredieten te verschaffen aan bedrijven of om de overheid te financieren via staatsobligaties. "Banken hebben er ook alle belang bij. Want overtollig spaargeld - geld dat niet wordt omgezet in kredieten - moeten banken ook bij de ECB plaatsen. En daar betalen ze nu een strafrente op van een halve procent. Met die strafrente wil de ECB sinds 2014 banken zo veel mogelijk stimuleren om leningen te geven. Spaargeld niet in kredieten omzetten, wordt dus de facto door de ECB afgestraft."

De Belg als goede spaarder is een verhaal uit het verleden. We zaten in 2018 zelfs onder  het gemiddelde van de eurozone

Hans Bevers, hoofdeconoom Degroof Petercam

Maar zelfs zonder die strafrente doen banken er goed aan om het spaargeld te gebruiken. "Want spaargeld is eigenlijk geld dat de bank geleend heeft. En de bank moet daarop zelf rente betalen aan de klant. Dus als je dat niet gebruikt, heb je geen inkomsten maar wel uitgaven. En dat is slecht voor de rendabiliteit van de bank."

Spaaroverschot?

Het Belgische spaargeld wordt ook grotendeels omgezet in kredieten. Er is dus geen structureel spaaroverschot in ons land. Al heeft de coronacrisis die situatie tijdelijk veranderd. "De vraag naar kredieten is  daardoor wat teruggevallen, investeringen worden wat uitgesteld", verduidelijkt Gielens. "En mensen konden minder uitgeven door de lockdown terwijl gemiddeld genomen het inkomen op peil is gebleven. Dat verklaart ook waarom de spaarquote vorig jaar weer even gestegen is, tot een piek van 25,9 procent." Er werd dus veel meer geld op de spaar- en zichtrekeningen geplaatst. En die grote toevloed aan geld krijgen banken niet allemaal omgezet in kredieten. Op dat overtollig geld betalen banken dus strafrente bij de ECB.

(Lees verder onder de foto)

Foto: EyeEm Mobile

Door de lage rente laten we alsmaar meer spaargeld  op zichtrekeningen staan. De kaap van 300 miljard op zichtrekeningen werd in februari 2021 al genomen. Een spaarrekening met de wettelijke minimumrente van 0,11 procent brengt nauwelijks iets meer op dan een zichtrekening. Veel mensen doen dan ook geen moeite meer om geld over te schrijven van de zicht- naar de spaarrekening. 

Maar met het geld op zichtrekeningen kunnen banken minder doen. "Omdat geld op zichtrekeningen snel afgehaald wordt, kunnen banken dat maar beperkt gebruiken om leningen op lange termijn te geven", zegt Gielens. "Een hypotheeklening heeft vaak een looptijd van 20 jaar. Dan moet de bank ook geld hebben dat beschikbaar is gedurende 20 jaar. Het probleem dat de klant zijn geld voortijdig kan terugvragen - zeker bij zichtrekeningen - moet dan ook door de bank beheerd worden."

Spaargeld niet in kredieten omzetten, wordt de facto door de ECB afgestraft

Geert Gielens, directeur Economische Zaken Febelfin

Maar ook de spaarrekeningen blijven we spijzen, gemiddeld met zo'n 10 miljard per jaar. En het volume zou nog groter geweest zijn dan 300 miljard als de banken niet allerlei sluipwegen hadden gevonden om aan de wettelijke minimumrente van 0,11 procent te ontsnappen. Zo hebben bijvoorbeeld KBC en ING de voorbije jaren alle gereglementeerde spaarrekeningen op naam een bedrijf omgezet in een niet-gereglementeerde spaarrekening. De wettelijke minimumrente van 0,11 procent (een basisrente van 0,01 procent en een getrouwheidspremie van 0,10 procent) geldt namelijk alleen voor gereglementeerde spaarrekeningen. 

Triodos Bank biedt zelfs sinds december 2020 particulieren niet langer het gereglementeerde spaarboekje aan. Klanten kunnen hun spaargeld alleen maar kwijt op een niet-gereglementeerde rekening die geen rente oplevert. Voor zo'n niet-gereglementeerde rekening geldt ook geen fiscale voorkeursbehandeling: van de basisrentevoet moet u nog 30 procent roerende voorheffing aftrekken, al doet dat er niet toe als u sowieso geen rente krijgt.

(Lees verder onder de foto)

Copyright 2017, Sawitree Pamee, licensed via EyeEm Mobile GmbH

Ook op andere manieren proberen banken aan de wettelijke minimumrente te ontsnappen. ING, ABN Amro, Puilaetco en ook Triodos leggen sinds enige tijd een maximaal spaarbedrag vast. Bij ING bijvoorbeeld geldt een strafrente van 0,5 procent op zichtrekeningen vanaf 250.000 euro, het bedrag op een spaarrekening wordt beperkt tot 250.000 euro. Bij Triodos wordt een strafrente van 0,5 procent aangerekend vanaf 500.000 euro.

ECB laat rente ongewijzigd en verwacht dat inflatie dit jaar zal dalen 

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft vanmiddag aangekondigd dat de rente ongewijzigd blijft, ondanks de piekende inflatie. Ook aan de overige maatregelen uit de monetaire gereedschapskist sleutelden de centrale bankiers van de eurozone en de ECB-toplui donderdag niet. Europees centraal bankier Christine Lagarde herhaalde de verwachting dat de inflatie in de loop van 2022 zal dalen, al erkende ze dat die momenteel langer dan verwacht verhoogd blijft. Een renteverhoging dit jaar sloot ze niet meer expliciet uit.

De belangrijkste rente in de eurozone staat al sinds maart 2016 op nul. Banken die overtollig geld willen parkeren bij de ECB, moeten daarvoor zelfs een strafrente van 0,5 procent betalen. De ongewijzigde rentetarieven zijn niet meteen een verrassing. Lagarde liet eerder al verstaan dat ze geen renteverhoging ziet in 2022.

Rentemarge

Dat banken alsmaar vaker een strafrente aanrekenen, heeft niet alleen te maken met de strafrente die ze moeten betalen aan de ECB. De historisch lage rente knabbelt al een hele tijd aan het klassieke verdienmodel van banken. Dat houdt in dat een bank geld verdient door kortlopend spaargeld van de klanten om te zetten in langlopende kredieten, bijvoorbeeld  aan bedrijven of gezinnen. De rentemarge - het verschil tussen de rente die banken betalen op spaardeposito's en de rente die ze verdienen op die leningen - is de voorbije jaren gedaald. 

Dat maakt dat banken op zoek zijn naar andere inkomsten. Niet toevallig worden de tarieven voor rekeningformules en bijhorende bankkaarten opgetrokken. Tegelijk proberen ze commissie-inkomsten te verhogen, door aan klanten meer beleggingsproducten te verkopen.

Verliesboekje

Door de hoge inflatie levert een spaarboekje minder dan ooit op. Met een huidige inflatie van 7,59 procent is 10.000 euro op een spaarboekje op een jaar tijd al snel 700 euro minder waard. Of beter gezegd: je kan met die 10.011 euro - de rente van 0,11 procent erbij gerekend - veel minder kopen.

Maar veel mensen nemen liever geen risico's met hun geld. Vaak weten ze ook niet hoe ze aan beleggen moeten beginnen. Cijfers van de beurswaakhond FSMA geven aan dat 830.000 Belgen de voorbije drie jaar gehandeld hebben op de beurs, dat is één op de tien volwassenen. Het aantal is ook fors gestegen sinds de coronacrisis. De vrije val van de aandelen in maart 2020 was voor velen een perfect instapmoment.

Meest gelezen