Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenVastgoed

‘Ik ging gisteren naar een bezichtiging van een huisje. Blijkbaar hadden negentig mensen zich ingeschreven’

Simon Van Roosbroeck (27) zoekt een woning in het Antwerpse. ‘De prijzen zijn echt waanzinnig hoog.’Beeld Tim Dirven

Vastgoedprijzen stijgen niet enkel in de stadscentra, ook de groene rand daarrond moet er steeds meer aan geloven, zo leert de nieuwe Notarisbarometer. Daardoor vallen jonge kopers af. Zij moeten hun blikveld noodgedwongen verruimen. ‘Moet ik een auto kopen om mijn leven in de stad te onderhouden?’

, en

“Op het appartement dat ik voor corona kocht, kon ik nog afdingen van de prijs. Dat is nu totaal niet meer aan de orde.” Simon Van Roosbroeck (27) ondervindt het aan den lijve: het gaat hard op de vastgoedmarkt tegenwoordig.

Sinds kort zoekt hij samen met zijn vriend een nieuw huis buiten de Antwerpse ring. Maar dat is geen makkelijke zoektocht. “De prijzen zijn echt waanzinnig hoog”, zegt de communicatiemedewerker. “Bovendien is er gewoon niet veel te koop. Je moet al geluk hebben dat je kan langsgaan op een huisbezoek. Kunnen we dan toch gaan, dan werken verkopers met een gesloten omslag of via een biedingssite als Biddit. Dat zijn allemaal zaken die een hogere prijs in de hand werken.”

Van Roosbroecks verhaal bevestigt wat ook notarissen zien in hun praktijk. Uit de Notarisbarometer van Fednot blijkt dat de prijzen voor huizen in de Vlaamse provinciehoofdsteden in 2021 gemiddeld met 8,4 procent stegen.

Naast de stijgende prijzen voor bouwmaterialen ziet vastgoedeconoom Geert Goeyvaerts (KU Leuven) een grote verklaring in de lage interestvoeten voor leningen de afgelopen jaren. “Daardoor konden mensen plots grotere leningen aangaan. Met een budget van 1.200 euro leen je vandaag bijvoorbeeld veel meer dan tien jaar geleden. Het probleem is alleen dat het woningaanbod nauwelijks of niet reageert op die prijsschokken. Stel je voor dat morgen iedereen sportschoenen wil kopen, dan zullen Adidas en Nike hun productiecapaciteit opdrijven. Op de vastgoedmarkt zorgen de regelgeving en het not in my backyard-syndroom ervoor dat er weinig woningen worden bijgebouwd.”

Dat beamen verschillende van de mensen die we spreken: het aanbod blijft steken. “Er komt gewoon niets te koop”, zegt Anna M. (30), die ook in de Antwerpse rand zoekt. “Gebeurt dat wel, dan springt iedereen daar meteen op. Gisteren nog ging ik naar een bezichtiging van een huisje. Blijkbaar hadden negentig mensen zich ingeschreven.”

Stadsrand

Opvallend is de populariteit van de stadsranden. De prijs voor een huis in de Leuvense binnenstad steeg gemiddeld ‘slechts’ met 5,9 procent, maar in buurtgemeenten Heverlee en Wilsele liepen de kosten op met respectievelijk 16,2 en 18,7 procent. In Gent werd die tendens bevestigd. In het centrum kostte een huis in 2021 14 procent meer dan in het jaar daarvoor, maar in het aangrenzende Drongen werd een stijging van maar liefst 32,5 procent genoteerd.

Voor een verklaring is het niet ver zoeken: het is daar waar de meeste mensen willen vertoeven. Van Roosbroeck woont momenteel in Deurne-Zuid, net buiten de stadsring. “Dit is een toplocatie, met openbaar vervoer en winkels in de buurt”, zegt hij. “Als we dan toch iets kopen, willen we onze situatie wel graag verbeteren: een huis met een tuintje bijvoorbeeld.”

Voornaamste slachtoffer van die prijsstijgingen lijken starters te zijn. Slechts 26,3 procent van de kopers was in 2021 nog jonger dan dertig jaar, terwijl het aandeel van die groep in 2020 nog 27,9 procent bedroeg.

Zo is Jessica Vandevoorde (26) samen met haar vriend al anderhalf jaar op zoek naar een woning in het Gentse. “Op een bepaald moment hebben we de zoektocht twee maanden stilgelegd, door een zoveelste klap. We waren superblij met een vondst in Landegem – wat al de ruime rand is – beloofden sowieso een bod te doen, maar vroegen nog een extra bezoekmoment met mijn schoonvader die wat meer kennis van zaken heeft.” De ochtend van dat bezoek ging haar telefoon: er was een biedingsoorlog uitgebroken. “We wilden de vraagprijs wel wat overbieden, maar het was de moeite niet, zei de makelaar. Ze waren er al 120.000 euro boven gegaan.”

“Toen waren we het echt kotsbeu”, zegt Vandevoorde. “Als het met twee lonen en steun van de familie al niet meer lukt om een deftig huis te vinden: gaan wij dan ooit meekunnen in dit verhaal?”

Afkoeling?

Ook Anna M. en haar vriend stelden zich die vraag al na drie maanden verwoed zoeken. “Op zich denk ik dat wij wel over een goed budget beschikken met zo’n 450.000 euro. Maar soms is het om moedeloos van te worden. Nu beginnen we inderdaad te denken: moeten we ook kijken naar huizen in Wommelgem of Borsbeek? Al is dat wel meteen een pak verder, op een halfuur fietsen van het stadscentrum. Moet ik dan een auto kopen om mijn leven in de stad te onderhouden? Dan spendeer ik dat geld liever aan een woning in de stad.”

Heel wat mensen hopen dat de woningprijzen dit jaar zullen afkoelen, maar Goeyvaerts tempert de verwachtingen. Want hoewel de gemiddelde rentevoeten voor hypothecaire leningen stilaan weer stijgen, betekent dat volgens de vastgoedeconoom niet dat de markt plots weer toegankelijker zal worden. “De prijzen kunnen op middellange termijn weer dalen, maar ondertussen zullen mensen door die stijging van de interest ook minder geld kunnen lenen.” Op die manier dreigt een impasse te ontstaan waarbij het huisje-boompje-beestje-ideaal steeds vaker voorbehouden blijft voor de meest kapitaalkrachtigen. 

Volgens Goeyvaerts is het daarom belangrijk dat de overheid in de toekomst werk maakt van een uitbreiding van het aanbod. “Ik zou burgemeesters aansporen om op zoek te gaan naar ontwikkelaars die betaalbare woonsten kunnen bouwen en meer inzetten op sociale huisvesting.”