Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOnderwijs

Hoe ‘Kinderen van de migratie’ de ogen van een diverse klas opent: ‘Dit is emotioneel, dit gaat over ons’

Geschiedenisles aan de zesdejaars van de Sint-Martinusscholen in Asse aan de hand van de Canvas-reeks ‘Kinderen van de migratie’.Beeld Tim Dirven

Geschiedenisles geven, zonder dat de leerlingen doorhebben dat het les is. Het Canvas-programma Kinderen van de migratie slaagt erin, en opent de ogen van de leerlingen. ‘Ik wist niet dat mijn grootouders plannen hadden om ooit terug naar Marokko te keren.’

“Mijn grootvader is Italiaan. Toch noemen mensen mij geen migrant.” De impliciete ondertoon in Aaron Junius’ opmerking: klasgenoten met een donkere huidskleur krijgen dat etiket wel opgespeld.

Een van hen is Sara Mugisha. Ze heeft Burundese roots. “Als ik achter de kassa sta van de Gamma waar ik werk, kijken mensen soms verbaasd op: ‘Jij kan zo goed Nederlands’, zeggen ze mij dan. Waarom zou ik niet goed Nederlands kunnen? Ik ben hier geboren en getogen.”

De twee zesdejaars uit de Sint-Martinusscholen in Asse zijn samen met enkele vrienden blijven hangen na de les geschiedenis. Ze hebben allemaal hun jas aan omdat de ramen openstaan - corona, weet u wel -, maar hun speeltijd waar ze anders naar verlangen offeren ze nu spontaan op om te vertellen over de televisiereeks waar ze al een week les over krijgen, het Canvas-programma Kinderen van de migratie. “We moesten eigenlijk maar één aflevering kijken”, zegt Mugisha. “Ik heb er intussen al vier gezien.”

Op vraag van de openbare omroep maakte uitgeverij Van In samen met leerkracht geschiedenis Cynthia Van der Meeren (Sint-Martinusscholen Asse) een gratis te gebruiken lessenreeks op basis van het Canvas-programma. “De tijd dat je een programma gewoon op antenne bracht en daarmee de kous af was, ligt al even achter ons. We organiseerden bijvoorbeeld ook een studiedag rond het programma en namen deel aan de Canon Cultuurdag”, zegt Clem Robyns, eindredacteur van Kinderen van de migratie.

Al was de keuze voor de klasvloer wel doelbewust. “We schrokken enorm van de getuigenissen die mensen ons gaven over het onderwijs”, zegt Robyns. “Zij vertelden hoe kinderen met een migratieachtergrond generaties lang naar bepaalde richtingen georiënteerd werden en bij andere richtingen, zoals Latijn, specifiek de boodschap kregen: ‘Neen, dit is niets voor u.’ Al viel ons vooral op dat de intussen volwassen getuigen vertelden dat ze dit nu opnieuw meemaken, via hun kinderen. Het gebeurt dus vandaag nog altijd. Daarom hadden we toch het gevoel: hier moeten we mee aan de slag in het onderwijs.”

Bij Van In zagen ze de vraag graag komen. “Het is ongelooflijk dankbaar materiaal om mee te werken”, zegt uitgever geschiedenis Tim Puttevils. “Al was het voor een stuk ook een persoonlijke missie: in veel van de verhalen uit de reeks herkende ik de leerlingen aan wie ik vroeger les gaf in Vilvoorde.”

Getuigenissen

Net als de reeks vertelt de lessenreeks het verhaal van de arbeidsmigratie. Al gaat het nog een stap verder door via de vele getuigenissen kritisch naar bronnen te kijken. Het zijn vooral die kant-en-klare getuigenissen die het programma aantrekkelijk maken voor geschiedenisleerkrachten. Ook de leerlingen weten ze duidelijk te smaken. “Het is toch leuker die verhalen te horen dan gewoon een tekst te lezen als bron”, zegt leerling Rune Goedemé, onderuitgezakt op zijn stoel. “Het zorgt ervoor dat we met geschiedenis bezig zijn, zonder dat we dat doorhebben”, zegt zijn klasgenoot Emiel Peeters. “Dat is wel interessant, aangezien die geschiedenis een impact heeft gehad op deze klas, die toch redelijk divers is.”

Dat klopt. Ondergetekende versleet meer dan tien jaar geleden zijn broek op dezelfde schoolbanken als deze leerlingen in een toen nog erg witte school. Intussen laat de invloed van de verstedelijking uit Brussel zich steeds meer voelen.

Kortom, de getuigen in de serie zouden de ouders van de leerlingen kunnen zijn. Leerling Sara Ameziane knikt. “Dit gaat over ons. Dat maakt het emotioneler en meer betrokken.” Dat blijkt wanneer Van der Meeren de klas vraagt welke getuigenis hen het meeste is bijgebleven. Ameziane geeft het voorbeeld van Gülseher Koçak, omdat die vertelt over hoe haar papa afstapt van het idee om terug te keren naar Turkije. “Ik had het daarover met mijn ouders en grootouders. Ook die laatste waren oorspronkelijk van plan om terug te keren naar Marokko. Dat wist ik niet.”

Gevoelige geschiedenis

Van der Meeren had nog een andere reden om mee te werken aan het project. “In de lerarenopleiding (KU Leuven), waar ik stagebegeleider ben, werken we al enige tijd rond gevoelige geschiedenis”, zegt ze. “Van veel collega’s en stagiaires hoorde ik dat ze te maken hebben gehad met leerlingen die controversiële uitspraken deden in de klas. Hier op school bijvoorbeeld zeiden leerlingen: ‘Rood moet dood’, na de verkiezingsoverwinning van Vlaams Belang enkele jaren geleden.”

Hoe moet ik daarmee omgaan, vroeg Van der Meeren zich af. De lerarenopleiding organiseert jaarlijks een seminarie rond gevoelige geschiedenis en zelf schoolde Van der Meeren zich bij, onder andere in de kazerne Dossin. Uiteindelijk besloot ze om gewoon nog harder in te zetten op thema’s als migratie of kolonialisme. “Daarom is deze reeks ook zo leuk om mee te werken”, zegt ze. “Via de verschillende getuigenissen kan ik in mijn klas, die behoorlijk divers is, de democratie een beetje binnenbrengen.”