Direct naar artikelinhoud
NieuwsKinderopvang

Kinderopvang vindt geen personeel. ‘We doen wat we kunnen, maar het is steeds meer bandwerk’

‘Voor kleuren of knutselen is nauwelijks nog tijd’, zegt een begeleider. België heeft de hoogste kind-verzorgerratio van Europa: één per acht kinderen.Beeld Wannes Nimmegeers

Lokale besturen die kinderopvang organiseren, trekken aan de alarmbel. Een overgrote meerderheid heeft het steeds moeilijker om geschikte begeleiders te vinden en ook te houden.

Bij de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zijn ze duidelijk: nooit eerder was de impact van het tekort aan kinderbegeleiders zo groot. Maar liefst 96 procent van de lokale besturen die kinderopvang organiseren gaf in een bevraging aan geen geschikt personeel te vinden. In de helft van de gevallen heeft dat ook een effect op het aanbod. 

“Vacatures raken amper ingevuld, medewerkers haken af, we hebben moeten sleutelen aan de openingsuren”, zegt Nabilla Ait Daoud (N-VA), schepen van kinderopvang in Antwerpen. “Dat is erg vervelend voor het personeel, maar vooral voor de ouders en het kind.”

Drie kwart van de besturen zegt ook dat het tekort aan kinderbegeleiders een impact heeft op de kwaliteit van de kinderopvang. Iets waar Robin Debaere, kinderbegeleider in kinderopvang Blokkenhuis 2 in Kortrijk, zich wel iets bij kan voorstellen. “We doen alles wat we kunnen, maar ik heb het gevoel dat het steeds meer bandwerk is. We kunnen vaak enkel de lichamelijke zorg geven. Pampers verversen, kindjes eten geven, in bed leggen en er weer uit halen. Voor kleuren of knutselen is nauwelijks nog tijd.”

Naar oorzaken is het niet lang zoeken. Er heerst al algemene krapte op de arbeidsmarkt en daarbovenop is het beroep van kinderbegeleider ook weinig aantrekkelijk, stelde de SERV vorig jaar nog in een rapport. Lage lonen, moeilijke werkuren en veel stress zorgen ervoor dat weinigen zich geroepen voelen. België heeft ook de hoogste kind-verzorgerratio van Europa. In het zorgdecreet van 2014 is vastgelegd dat die ratio één begeleider per acht kinderen is. Vanaf twee begeleiders mogen er zelfs negen kinderen per begeleider zijn. 

Uit een, weliswaar beperkt, onderzoek van de UGent bleek ook dat amper 20 procent van de leerlingen in het zevende jaar kinderzorg van plan was om in de sector te gaan werken. De anderen zagen de opleiding meer als een transitie van het beroepssecundair onderwijs naar een vervolgopleiding.

Onthaalouders

Bevoegd minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) benadrukt dat hij al heel wat inspanningen doet. “We investeren in meer plaatsen voor kinderen, deze legislatuur komen er zevenduizend bij. En we investeren in hogere lonen via het sociaal akkoord VIA 6 en in meer personeel.”

Maar dat is volgens de VVSG niet voldoende. Want het totale aanbod aan kinderopvang stijgt nauwelijks. De toename in de kinderdagverblijven wordt namelijk grotendeels teniet gedaan door een daling bij de onthaalouders. Zij werken nog veelal met het weinig aantrekkelijke sui generis-statuut, wat neerkomt op een soortement vrijwilligersstatuut waarbij ze een aantal socialezekerheidsrechten hebben. 

Eind 2020 waren er in vergelijking met 2014 amper 3.107 opvangplaatsen bijgekomen. “Zo blijft het dweilen met de kraan open”, zegt VVSG-woordvoerder Nathalie Debast. “We moeten vooral inzetten op de aantrekkelijkheid van de job. Mensen moeten kunnen instromen en de job met voldoening blijven doen.”

En dat vraagt meer investeringen, vindt de VVSG. Debast: “We moeten veel verder gaan en hebben zelf ook enkele voorstellen klaar, waaronder meer zij-instroom, meer opleiding en differentiatie op de werkvloer en meer investeringen in de sector.”